35 925 XVII Vaststelling van de begrotingsstaat van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (XVII) voor het jaar 2022

Nr. 33 MOTIE VAN HET LID AMHAOUCH C.S.

Voorgesteld 25 november 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat de Nederlandse overheid een verantwoordelijkheid heeft bij het implementeren van de OESO-richtlijnen en de UNGP's door overheid en bedrijven;

constaterende dat de Nederlandse overheid geen deelnemer is bij de onderhandelingen over het nieuwe kledingconvenant;

constaterende dat er meerwaarde zit in de sectorale samenwerking en de overheid daarbij een belangrijke aanjagende en controlerende rol heeft in het doen slagen daarvan;

verzoekt de regering de ondersteuning van en betrokkenheid bij de huidige IMVO-convenanten voor de afgesproken looptijd te continueren en zo snel mogelijk het nieuwe instrument voor sectorale samenwerking gereed en operationeel te hebben;

verzoekt de regering aan te sluiten bij de gesprekken over een vervolginitiatief op het textiel- en kledingconvenant, en de ervaringen hiervan te verwerken in de ontwikkeling van het nieuwe instrument voor sectorale samenwerking,

en gaat over tot de orde van de dag.

Amhaouch

Hammelburg

Klink

Ceder

Van der Lee

Jasper van Dijk

Koekkoek

Piri

Stoffer

Naar boven