35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022

Nr. 200 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 juli 2022

Van maandag 20 juni tot en met zaterdag 25 juni bracht ik een bezoek aan Sint Eustatius, Bonaire en Aruba voor een kennismaking met het VWS-beleid en de uitvoering ervan. Ook nam ik deel aan het vierde ministeriële Vierlandenoverleg op Aruba. Middels deze brief informeer ik u over de bevindingen van mijn reis en het verloop van het Vierlandenoverleg. Daarnaast informeer ik u conform de toezegging van de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken over medisch vervoer1 en mijn eigen toezegging omtrent de voortgang van de Krankzinnigenwet Caribisch Nederland.2

Verslag bezoek Sint Eustatius, Bonaire en Aruba

Van maandag 20 juni tot en met zaterdag 24 juni bracht ik een bezoek aan Caribisch Nederland en Aruba voor een kennismaking met het VWS-beleid en de uitvoering ervan.

Sint Eustatius

Ik begon mijn bezoek op Sint Eustatius, waar ik op de eerste dag sprak met de plv. Regeringscommissaris over de uitdagingen waar Sint Eustatius voor staat. De volgende dag bezocht ik het lokale verpleegtehuis Sint Eustatius Auxiliary Home Foundation en het naastgelegen medisch centrum Sint Eustatius Health Care Foundation. In de afgelopen maanden hebben veel inwoners van Sint Eustatius zorgen over de kwaliteit van de gezondheidszorg geuit. In het verpleegtehuis heb ik met bewoners en werknemers gesproken over de zorg die zij aan ouderen bieden. In het medisch centrum heb ik kennisgemaakt met de recent aangestelde interim-manager en heb ik gesproken over de verbeteringen die nodig zijn om goede kwalitatieve zorg te leveren op Sint Eustatius. Ook ben ik bijgepraat over de uitrol van de RIVM pilot screening baarmoederhalskanker op Sint Eustatius deze maand en hebben we vooruit gekeken naar de voorbereidingen voor volgende screeningsprogramma’s op borstkanker en darmkanker volgend jaar.

Aansluitend aan dit bezoek heb ik een ronde-tafel-gesprek gevoerd met verschillende organisaties die betrokken zijn bij het leveren van zorg. Eerder heb ik de Kamer geïnformeerd naar aanleiding van Kamervragen van de leden Wuite en Paulusma (19 mei 2022) over de verbeteringen van de medische uitzendingen en in het bijzonder het starten van een pilot vrije verwijzingen, waarbij het proces van medische uitzendingen vanaf Sint Eustatius wordt vereenvoudigd en meer patiëntvriendelijk wordt (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2788). Tijdens mijn bezoek heb ik hier over doorgesproken.

De middag van mijn tweede dag op Sint Eustatius stond in het teken van het sociaal domein. Ik bezocht de social support unit van het openbaar lichaam waar ik met de medewerkers heb gesproken over de sociale problematiek die zij in de uitvoering van het maatschappelijk werk en de opvoedondersteuning tegenkomen. Vervolgens bezocht ik de opvang voor slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling die op dit moment smaakvol wordt ingericht. Ik sloot mijn programma af met een bezoek aan een organisatie die met een programma voor naschoolse activiteiten in samenwerking met de andere aanbieders op het eiland ervoor zorgt dat jongeren van Sint Eustatius hun vrije tijd zinvol kunnen besteden en zich verder kunnen ontplooien. Ik sprak daar met medewerkers, jongeren en jongerenwerkers over onder andere de recent gelanceerde Kindertelefoon BES genaamd «Guana chat». Ik ben onder de indruk van de bevlogenheid en het enthousiasme van deze professionals om het welzijn van kinderen, jongeren en volwassenen te verbeteren.

Bonaire

Op dinsdagavond 21 juni ben ik doorgevlogen naar Bonaire, waar ik bij de start van mijn bezoek met het Bestuurscollege (BC) heb gesproken. Het belangrijkste gespreksonderwerp was het voorgenomen besluit van VWS om het zorgcontract met Bonlab te beëindigen. De eilandsraad heeft een werkgroep in het leven geroepen om de opties van Bonlab te onderzoeken. Ik heb het BC gevraagd mij hun standpunt zo snel mogelijk te doen toekomen. Het BC heeft mij dit toegezegd. In tegenstelling tot wat berichtgeving in media doet veronderstellen, ben ik niet van plan om onderzoek te doen naar de oprichting van een bloedbank op Bonaire.

Vervolgens bracht ik een bezoek aan Sentro Akseso. Ik ben onder de indruk van hoe het sociaal domein op Bonaire met de komst van deze organisatie is georganiseerd. Door de verschillende onderdelen zoals het maatschappelijk werk, de wijkontwikkeling en de jeugdgezondheidszorg te integreren, kunnen de inwoners rekenen op een integrale en systemische aanpak van hun problemen.

Hierna bezocht ik het kantoor van ZJCN waar ik sprak met medewerkers van Jeugdzorg die me onder andere hebben verteld over hun gezinsgerichte aanpak en pleegzorgbegeleiding. Ik ben positief verrast om te horen hoe zij deze verschillende taken weten te combineren en hun gezinnen daarmee met één jeugdprofessional te maken hebben. Ook sprak ik met medewerkers die uitvoering geven aan de zorgverzekering. Zij hebben mij bijgepraat over hoe zij er alles aan doen om het proces van medische uitzendingen – na twee lastige Covid jaren waarin er veel beperkingen waren – weer goed op de rails te krijgen. Ook heb ik met de medewerkers gesproken over de afhandeling van klachten en hoe deze te verbeteren. Er wordt binnenkort een externe onafhankelijke klachtencommissie ingesteld, ik verwacht dat deze burgers zal helpen met het gemakkelijker indienen van hun klachten. Dit zal ook leiden tot het verbeteren van het werk van ZJCN.

Na ZJCN bezocht ik Stichting Project, waar kwetsbare jongeren die niet langer thuis kunnen wonen, worden opgevangen. Daar ontmoette ik een aantal van deze jongeren en sprak ik met de directrice en leden van de Raad van Toezicht over de samenwerking om te komen tot een residentiële behandelsetting. Dat is één van de stappen die ik op dit moment zet om de jeugdzorg in Caribisch Nederland te verbeteren.

Om inzicht te krijgen in de zorgstructuur voor de kinderopvang die VWS op dit moment samen met de andere partners in het kader van het programma BES(t)4Kids ontwikkelt, bracht ik een bezoek aan één van de pilotlocaties voor plusopvang. Ik ben onder de indruk van de gedrevenheid en betrokkenheid van de medewerkers om de kinderen in deze zogenoemde «awesome group» een goede plek te geven. Het is belangrijk om van jongs af aan al mee te kunnen doen met je leeftijdgenootjes, ook al sta je voor bijzondere uitdagingen.

Ook Bonaire heeft, net als de hele wereld, een bijzondere tijd meegemaakt tijdens de Covid periode. Het ziekenhuis Fundashon Mariadal (FM) heeft hier natuurlijk een belangrijke rol in gespeeld. Ik heb gehoord welke impact Covid op het ziekenhuis heeft gehad. De medewerkers van FM hebben mij deelgenoot gemaakt van hun plannen voor de toekomst. Er staat een goed uitgerust ziekenhuis en daar mag Bonaire trots op zijn. Tevens stonden we stil bij de plannen voor uitbreiding, zoals het onderzoek naar het vestigen van een intensive care op Bonaire.

Ook bezocht ik het naastgelegen verpleegtehuis Kas di Kuido dat met het oog op de vergrijzing steeds belangrijker zal worden. Ik vind het belangrijk dat we hier vooruit kijken en met elkaar het gesprek aangaan over wat er op Bonaire voor ouderen nodig is. Zo bezocht ik de volgende dag een inwoonster van Rincon die ondersteuning ontvangt van Zorg en Welzijn-groep. Met deze hulp heeft zij de mogelijkheid om zelfstandig thuis te blijven wonen. Na het bezoek aan FM en Kas di Kuido stond sport op het programma: de feestelijke opening van het nieuwe jeugdhonkbalveld Ama’s. Goede voorzieningen zijn van wezenlijk belang in het halen van onze ambities uit het Sport en preventieakkoord.

’s Avonds dineerde ik met een aantal sleutelpersonen uit het sociaal domein van Bonaire, die mij inlichtten over de complexiteit van de sociale problematiek waar veel inwoners voor staan. En hoe moeilijk het is om het welzijn van ouderen en kinderen te verbeteren als armoede- en huisvestingsproblematiek op de voorgrond staan. Ook werd hier mijn aandacht gevraagd voor de realisatie van een zwembad op Bonaire.

Mijn laatste ochtend op Bonaire op donderdag stond in het teken van de gehandicaptenzorg. In Rincon mocht ik samen met een groep cliënten, de directrice en een lid van de Raad van Toezicht van Fundashon Kwido di Personanan Desabilita (FKPD) het startsein geven voor de renovatie van het activiteitencentrum. Ook bezocht ik de speeltuin die gerenoveerd zal worden tot een beweegpark voor kinderen, ouderen en mensen met een beperking. Op de locatie van FKPD in Kralendijk kreeg ik een rondleiding in de prachtige seniorenwoningen en state of the art- snoezelruimte die hier gebouwd worden en bezocht ik de dagopvang voor kinderen met een beperking. Het is mooi om te zien welke stappen we samen met de lokale zorgaanbieders zetten om de zorg voor ouderen en mensen met een beperking te verbeteren.

Aruba

In de middag van 23 juni ben ik doorgevlogen naar Aruba, waar ik in gesprek ben gegaan met de gouverneur, HE. dr. Boekhoudt. We spraken over de samenwerking tussen Aruba en Nederland én met de andere landen en hoe Covid sociaaleconomisch en maatschappelijk nog steeds grote impact heeft.

Ook heb ik een bezoek gebracht aan het Dr. Horacio Oduber Hospitaal in Oranjestad waar ik door het ziekenhuis werd rondgeleid door de voorzitter van de Raad van Bestuur. In gesprekken met verpleegkundigen, artsen en patiënten kwam de enorme impact van Covid-19 op het ziekenhuis, haar personeel en de Arubaanse bevolking naar voren. Samen met andere ziekenhuizen in het Koninkrijk werkt het HOH nu aan het gezamenlijk opleiden van meer personeel, onder andere via de Basis Acute Zorg (BAZ)-opleiding. In maart is de eerste groep van bijna honderd verpleegkundigen afgestudeerd en ik heb geld vrij gemaakt om nog eens twee groepen verpleegkundigen op te leiden om zo het tekort aan zorgpersoneel op te kunnen vangen. Een inkooptraject voor een waakvlamcontract met een (internationaal) uitzendbureau is gestart, zodat per direct opgeleid personeel ingezet kan worden wanneer dit nodig is.

’s Avonds heb ik gedineerd met mijn ambtsgenoten van Aruba, Curaçao en Sint Maarten en hebben we terug gekeken op de samenwerking en de intensivering daarvan tijdens Covid. Ook spraken we over het structureel voortzetten en verbreden van de samenwerking in de toekomst. Dit is op vrijdag vastgelegd in slotconclusies tijdens het ministeriële Vierlandenoverleg, deze zijn bijgevoegd in de bijlage. Over het ministerieel Vierlandoverleg informeer ik u onder het kopje «ministerieel Vierlandenoverleg» verder.

Op zaterdag bracht ik een bezoek aan het Instituto Medico de San Nicolas (ImSan), waar ik een rondleiding heb gekregen en waar ik met de directeur heb gesproken over de ontwikkeling van het medisch centrum en goede samenwerking van het ImSan met het HOH ziekenhuis.

Met het oog op de recent ingerichte advies- en meldpunten voor huiselijk geweld en kindermishandeling op Bonaire, Saba en Sint Eustatius en de voorbereiding op de invoering van een verplichte beschermingscode in Caribisch Nederland, heb ik ook gesproken met bureau Sostenemi en het Ministerie van Justitie en Sociale Zaken van Aruba over hoe zij deze meldpunten inrichten en welke ervaringen zij hebben.

Ten slotte heb ik een samenwerkingsovereenkomst ondertekend met de Kindertelefoon Aruba, die in de week van 27 juni is gestart met een Kindertelefoonlijn voor jongeren in Saba. Dit gebeurt in navolging van de lijn die in maart geopend is voor Sint Eustatius. Voor Bonaire opent op korte termijn een lijn vanuit Aruba. Ik ben de Kindertelefoon Aruba dankbaar voor het goede werk dat zij doen, zowel voor Arubaanse jongeren, als nu ook voor de jongeren in Caribisch Nederland.

Ministerieel Vierlandenoverleg

Sinds 2015 ontmoeten de bewindspersonen belast met volksgezondheid van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en Nederland elkaar tijdens het jaarlijkse ministeriële Vierlandenoverleg. Tijdens dit overleg maken de bewindspersonen van het Koninkrijk afspraken over de samenwerking op hun beleidsterreinen en bespreken zij de ontwikkelingen van het afgelopen jaar.

Onder voorzitterschap van Aruba vond het overleg dit jaar plaats op 24 juni in Oranjestad. Voor Aruba was de Minister van Volksgezondheid en Toerisme, dhr. Danguillome Oduber aanwezig. Voor Curaçao was de Minister van Volksgezondheid, Milieu en Natuur, mevr. Dorothee Pieterz-Janga aanwezig en voor Sint Maarten was de Minister van Volksgezondheid, Sociale Ontwikkeling en Arbeid, dhr. Omar Ottley aanwezig.

In het Vierlandenoverleg zijn dit jaar onderwerpen aan de hand van voorbereidende notities geagendeerd die voor alle vier de landen actueel zijn en urgentie hebben. Door de coronapandemie is op enkele terreinen minder voortgang geboekt dan tijdens het derde ministerieel Vierlandenoverleg afgesproken, aangezien de inzet van de betrokken medewerkers in de vier landen vaak op andere terreinen nodig was. Op deze terreinen hebben de bewindspersonen kennis genomen van de stand van zaken en nieuwe afspraken gemaakt. De samenwerkingsafspraken die voortkomen uit het ministerieel Vierlandenoverleg zijn door de Ministers bekrachtigd met het ondertekenen van de eerder genoemde slotconclusies. De volgende onderwerpen zijn tijdens het vierlandenoverleg besproken: implementatie van de internationale gezondheidsregeling (IHR) en bijbehorende IHR-netwerk, pandemische paraatheid, samenwerking bij crises en rampen, wetgeving in de geestelijke gezondheidszorg, preventie, kwaliteitskaders en accreditatie van zorgprofessionals en instellingen, zorgopleiding en onderwijs en samenwerking tussen de ziekenhuizen in de vorm van de Dutch Caribbean Hospital Alliance (DCHA).

Er zijn tijdens het vierlandenoverleg verschillende acties geformuleerd en diverse werkgroepen worden de komende periode ingesteld om vorm te geven aan de gemaakte afspraken. De afspraken die onder andere verder zullen worden uitgewerkt zijn: het investeren in een surveillance systeem voor het monitoren van infectieziekten en niet-overdraagbare aandoeningen; het samenwerken bij toegang tot geneesmiddelen en medische materialen ter voorbereiding op pandemieën en rampen in de regio; uitwisselen van kennis over gezondheidsbevorderende interventies; het opzetten van gezamenlijke kwaliteitskaders/systemen; en gezamenlijke inspanningen voor het behoud en de uitbreiding van goed gekwalificeerd zorgpersoneel in de regio, inclusief het onderzoek naar opleidingsmogelijkheden dat ook tijdens het Vierlandenoverleg van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap is besproken. Daarnaast wordt de expertise in het Caribisch deel van het Koninkrijk door middel van het stationeren van een regionale hub versterkt. Het IHR-netwerk, onder leiding van het RIVM, wordt verzocht om uiterlijk voor het vijfde vierlandenoverleg een uitgewerkt plan te presenteren waarin wordt aangegeven hoe de regionale hub kan worden vormgegeven en op welke wijze de landen kunnen bijdragen. Ook hebben de bewindspersonen het IHR-netwerk de opdracht gegeven om in het kader van preventie haar werkterrein te verbreden naar niet overdraagbare ziekten (zoals hart- en vaatziekten, kankers en diabetes).

Met de oprichting van de ziekenhuissamenwerking DCHA per 23 juni jl. wordt het mogelijk om ook op andere terreinen intensiever samen te werken met oog op bevordering van efficiëntie, kwaliteit en verduurzaming van de zorg voor de regio. Onderwerpen waar samenwerking wordt voortgezet en uitgebreid betreffen gezamenlijke inkoop, opleidingen en onderwijs, pandemische paraatheid en doelmatige inrichting van de ziekenhuiszorg op de eilanden.

Krankzinnigenwet Caribisch Nederland

Op 8 juni 2020 heeft toenmalig Staatssecretaris Blokhuis de Kamer toegezegd een verkenning uit te voeren naar de meerwaarde van het vervangen van de Wet tot regeling van het toezicht op krankzinnigen BES. Deze verkenning is begin 2022 afgerond en middels deze brief wil ik u op de hoogte brengen van de resultaten en de stand van zaken omtrent deze wet.

Resultaten verkenning

De verkenning naar de mogelijke vervanging van de Krankzinnigenwet BES is afgerond. De verkenning heeft zich gericht op het in kaart brengen van de knelpunten en behoeften in de huidige praktijk zoals deze worden ervaren door de openbare lichamen en relevante stakeholders op het gebied van geestelijke gezondheidszorg en ouderenzorg.

Voor de verkenning waren er meerdere oplossingen denkbaar: 1) op de punten waar de Krankzinnigenwet BES niet in voorziet aanvullende afspraken of protocollen maken; 2) de Wet verplichte ggz (Wvggz) en de Wet zorg en dwang (Wzd) invoeren; of 3) nieuwe verplichte-ggz wetgeving ontwikkelen.

De resultaten van de verkenning laten zien dat vooral de zorgaanbieders van de gedwongen zorg in Caribisch Nederland het belangrijk vinden dat de eenvoud van de huidige procedure wordt behouden. De Wvggz en Wzd (Europees Nederland) worden gezien als erg complexe wetten waarvoor veel voorzieningen moeten worden getroffen en welke flinke administratieve lasten met zich mee kunnen brengen. De zorgaanbieders vrezen dat dit het werk in de praktijk moeilijk kan gaan maken. Daarnaast hebben de partijen in de praktijk een eigen werkwijze gecreëerd (die als goed wordt ervaren), maar welke niet aansluit bij de huidige wetgeving. Wel zijn zowel de openbare lichamen als de relevante stakeholders van mening dat er betere rechtsbescherming voor de patiënt moet komen; dat de terminologie moet worden aangepast; dat er een regeling moet komen voor psychogeriatrische patiënten; en dat er een adequate regeling voor verplichte ambulante behandeling nodig is. Volgens de betrokken partijen is er een behoefte aan het vervangen van de Krankzinnigenwet BES door een nieuwere wetgeving.

Stand van zaken

Naar aanleiding hiervan is de aanbeveling een wetgevingstraject te starten welke toe zal werken naar een nieuwe wet GGZ op Caribisch Nederland. Na de zomer zal een inhoudelijke verkenning plaatsvinden binnen VWS om in 2023 te starten met het wetgevingstraject.

Aansluiting Curaçao, Aruba en Sint-Maarten

Indien een persoon van Caribisch Nederland in een instelling moet worden geplaatst, zal dit gebeuren door plaatsing in een instelling op Sint Maarten of Curaçao. Het opnemen van onder andere meer rechten van de patiënt in de wetgeving voor Caribisch Nederland, heeft dan ook tot gevolg dat meer eisen zullen worden gesteld aan de zorgverlening door deze instellingen. Om die reden is het verstandig om zoveel mogelijk aansluiting te creëren tussen de wetgeving van de eilanden. De wetgeving voor Caribisch Nederland moet immers uitvoerbaar kunnen zijn.

Tijdens het vierlandenoverleg is overeengekomen om een GGZ-werkgroep in te stellen met als doel om, waar mogelijk, aansluiting te creëren tussen de verschillende wet- en regelgeving op het gebied van gedwongen geestelijke gezondheidszorg en een gezamenlijke visie te ontwikkelen. Aan de hand van deze visie zal er gewerkt worden aan een gezamenlijke notitie, welke als uitgangspunt zal dienen voor de individuele wetgeving. Streefdatum hiervoor is eind 2022.

Medisch vervoer

De Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en digitalisering heeft u tijdens het debat van 23 maart jl. toegezegd dat ik u per brief zou informeren over het tijds- en kostenefficiënt regelen van medische vluchten en de inzet van Winair hierbij. Vóór de Covid-pandemie had het Ministerie van VWS afspraken met Winair om verzekerden te vervoeren. Tijdens de Covid-pandemie had Winair het financieel zwaar. Dat heeft geleid tot operationele keuzes, die tot gevolg hadden dat vluchten voor het Ministerie van VWS soms werden afgezegd, waardoor patiënten moesten overnachten op Sint Maarten. De flexibiliteit om op maat vluchten te organiseren voor dialysepatiënten vanuit Sint Eustatius en Saba werd tevens te laag. Dan moesten patiënten die behandeld waren soms hele dagdelen wachten voordat ze terug konden keren naar het eiland.

Het Ministerie van VWS heeft deze signalen destijds opgevolgd door vervoer met een andere maatschappij te regelen. Hierbij werd het vooral voor dialysepatiënten en urgente uitzendingen cruciaal om continuïteit te organiseren. Dankzij de kleinere vliegtuigen zijn Sint Eustatius en Saba voorzien van continuïteit met vluchttijden op maat, ondanks alle maatregelen in verband met Covid-19.

Ik ben bekend met de wens van een aantal inwoners van Sint Eustatius en Saba om in een groter vliegtuig te mogen vliegen en ik streef ernaar medisch vervoer zo effectief mogelijk te organiseren. Het Ministerie van IenW voert momenteel een verkenning uit naar een openbare dienstverplichting voor luchtvervoer van passagiers van en naar Saba en Sint Eustatius. Ik zal in overleg met de Minister van IenW bekijken in hoeverre patiëntenvervoer hierbij kan worden aangesloten.

Vervolg

Ik kijk terug op een goede en informatieve kennismakingsreis, waarbij ik zeer warm ben ontvangen. Ik heb veel mensen mogen ontmoeten en veel indrukken heb kunnen opdoen. Ik heb veel kansen en reeds geboekte voortgang gezien, maar ook uitdagingen. Ik kijk er naar uit om deze kansen op te pakken en de uitdagingen in nauwe samenspraak met bestuurders en betrokkenen op de (ei)landen aan te gaan, waarbij ik belang hecht aan het zijn van gelijkwaardige (gespreks)partners.

Het ambtelijke Vierlandenoverleg, waarin alle vier de landen zijn vertegenwoordigd, zal de uitvoering en voortgang van de slotconclusies monitoren. Voor iedere slotconclusie is één land als trekker of aanspreekpunt aangesteld. Tijdens de maandelijkse ambtelijke Vierlandenoverleggen rapporteert ieder land over haar eigen thema’s. Het Vierlandenoverleg en de ziekenhuissamenwerking laten zien dat de vier landen binnen het Koninkrijk elkaar kunnen versterken op het gebied van volksgezondheid. Ik kijk uit naar de verdere samenwerking met alle (ei)landen binnen het Koninkrijk en zal uw Kamer op de hoogte houden van de voortgang.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. van Ooijen


X Noot
1

Toezegging Staatssecretaris Van Huffelen tijdens commissiedebat Koninkrijksrelaties 23 maart jl. n.a.v. vragen Van den Berg (CDA) over lege stoelen Winair i.r.t. charters medische uitzendingen, Kamerstuk 35 925 IV, nr. 59.

X Noot
2

Toezegging Staatssecretaris Blokhuis op 8 juni 2020 om een verkenning uit te voeren naar de meerwaarde van het vervangen van de Wet tot regeling van het toezicht op krankzinnigen BES.

Naar boven