35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022

Nr. 187 BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 mei 2022

In uw commissievergadering is verzocht om een verhelderende brief over de 75ste World Health Assembly (WHA) die van 22 tot en met 28 mei in Genève plaatsvindt (Handelingen II 2021/22, nr. 80, Regeling van werkzaamheden). De heer van Haga vraagt daarin naar de inbreng van Nederland op de onderdelen financiering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en een mogelijke aanpassing van de International Health Regulations (IGR).

Met betrekking tot de financiering van de WHO wordt aangegeven dat na jarenlange discussie over het beter financieel uitrusten van de WHO, lidstaten het eens zijn geworden over een voorstel tot verhoging van het structurele budget van de WHO. Nederland is al langere tijd een voorstander van het beter financieren van de kerntaken van de WHO.

In de beantwoording over de IGR wordt aangegeven dat het WHO proces rondom de herziening van de IGR 2005 en ook rondom een toekomstig pandemisch verdrag langzaam verloopt. Het gaat bij de IGR niet om voorstellen waarbij de bevoegdheidsverdeling tussen de WHO en lidstaten wordt aangepast. Volgende week staat slechts één procedureel amendement op de agenda, en dat is ook nog niet zeker.

Tijdens de 75ste WHA wordt niet gesproken over het mogelijke pandemieverdrag. Op dit moment vindt de inhoudelijke voorbereiding van het onderhandelingsproces voor dit verdrag plaats. Zodra de contouren van dit verdrag zichtbaar worden, zal ik de Kamer informeren.

Tot slot verwijs ik u ook naar de antwoorden op de vragen van het lid Van Haga (Aanhangsel Handelingen II 2021/22, nr. 2787) over de 75ste WHA, die ik recent naar uw kamer stuurde.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.J. Kuipers

Naar boven