35 925 XVI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2022

Nr. 156 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN WESTERVELD EN VAN NISPEN TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 1551

Ontvangen 6 december 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verlaagd met € 97,5 (x € 1.000).

II

In artikel 6 Sport en bewegen worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 97,5 (x € 1.000).

Toelichting

Sporters die een hulpmiddel als een speciale rolstoel of prothese nodig hebben, kunnen terecht bij het hulpmiddelenloket van Uniek Sporten. Daar wordt eerst gekeken of de sporter via de Wmo of de Zvw recht heeft op een vergoeding voor een hulpmiddel. Helaas blijven er gevallen van sporters waarbij zowel de gemeente als de verzekeraar het hulpmiddel niet vergoedt. Jaarlijks zijn er zo’n 150 sporters waarvan de gemeente en de verzekeraar geen sporthulpmiddel vergoedt.

Voor deze gevallen is er bij Uniek Sporten een vanuit de overheid gefinancierd fonds. Het probleem met dit fonds is dat sporters een eigen bijdrage moeten betalen van 15% met een maximum van 2.000 euro. Gemiddeld betalen sporters zo’n 900 euro aan eigen bijdrage.

Ten eerste acht indiener het onwenselijk dat sporters met een beperking zo veel meer geld moeten betalen voor hun sportspullen dan mensen zonder beperking. In de basis is een eigen bijdrage tot 2.000 euro om die reden onrechtvaardig. Ten tweede zou iedereen moeten kunnen sporten en daarvoor niet afhankelijk moeten zijn van een crowdfundingsactie.

Met dit amendement wordt geld vrijgemaakt om de eigen bijdrage te verlagen. Er geldt nog steeds een eigen bijdrage van 15%, maar dan met een maximum van nog maar 250 euro. Hiermee kunnen de 150 mensen die nu tussen wal en schip vallen geholpen worden en wordt het sporthulpmiddel betaalbaar.

Momenteel betalen de 150 sporters gemiddeld 900 euro aan eigen bijdrage en daarmee betalen zij in totaal 135.000 euro. Door de eigen bijdrage maximaal op 250 euro te zetten betalen de sporters nog maar maximaal 37.500 euro zelf. De kosten die samenhangen met het amendement komen daarmee op 97.500 euro.

In principe is die 97.500 euro alleen voor 2022 beschikbaar. Het is namelijk primair een verantwoordelijkheid van verzekeraars en gemeenten om sporthulpmiddelen te financieren. Maar zoals blijkt uit de opvolging van de motie Westerveld c.s. (30 234, nr. 271) blijkt dat het nog steeds niet altijd duidelijk is wie waarvoor verantwoordelijk is. Door voor 2022 de eigen bijdrage voor sporters te verlagen, wordt voorkomen dat de sporters de dupe zijn van deze onduidelijkheid. Tegelijkertijd heeft de verantwoordelijke bewindspersoon nog een jaar de tijd om de regelgeving te verduidelijken, zodat sporters vanaf 2023 altijd terecht kunnen bij hun gemeente of zorgverzekering.

Dekking voor dit amendement wordt gevonden in middelen voor het Sportakkoord. Van de 77.500.000 euro die beschikbaar is voor het Sportakkoord wordt 97.500 euro geoormerkt voor sporthulpmiddelen.

Westerveld Nispen


X Noot
1

Vervanging in verband met een wijziging in de toelichting.

Naar boven