35 925 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022

Nr. 85 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 december 2021

Op 26 oktober 2021 (Handelingen II 2021/22, nr. 13, item 19) heeft uw Kamer de (gewijzigde) motie van het lid Wuite c.s. aangenomen (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 26). Onderdeel van de motie is het verzoek aan de regering om het minimumloon en de uitkeringen per 1 januari 2022 met 10% te verhogen en dit te financieren uit een verlaging van de inkomensondersteuning AOW (IOAOW). Met het door uw Kamer aanvaarde amendement tijdens de begrotingsbehandeling SZW van het lid Wuite c.s. (Kamerstuk 35 925 XV, nr. 12) is de begroting 2022 SZW hierop aangepast.

Bijgaand treft u de ministeriële regeling aan, waarin de relevante bedragen voor het wettelijk minimumloon BES, de AOV BES, de AWW BES en de onderstand BES overeenkomstig de aangenomen motie voor 2022 zijn vastgesteld1. Voor een aantal overige bedragen geldt de reguliere indexatie. De regeling is gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2021, nr. 475360) en wordt parallel aan deze brief met de openbare lichamen en Centrale Dialogen in Caribisch Nederland gedeeld.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, A.D. Wiersma


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven