35 925 XV Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2022

Nr. 28 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID VAN KENT C.S. TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 9

Ontvangen 30 november 2021

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

De departementale begrotingsstaat wordt als volgt gewijzigd:

I

In artikel 2 Bijstand, Participatiewet en Toeslagenwet worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 204.000 (x € 1.000).

II

In artikel 9 Nabestaanden worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 6.500 (x € 1.000).

Toelichting

Dit amendement reserveert budget voor de afschaffing van de kostendelersnorm in de Participatiewet, de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW), de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ), de Toeslagenwet (TW), de Aanvullende Inkomensvoorziening Ouderen (AIO) en de Algemene nabestaandenwet (Anw). In 2015 is de kostendelersnorm ingevoerd. Het invoeren van de kostendelersnorm heeft geleid tot een algehele inkomensachteruitgang voor de betreffende mensen en tot meer armoede. Daarnaast is in de afgelopen jaren gebleken dat juist kwetsbare groepen door de kostendelersnorm in het nauw komen. Hulpverleners geven aan dat de kostendelersnorm kan leiden tot dakloosheid. Volwassen kinderen worden vanwege de kostendelersnorm op straat gezet of vertrekken zelf om hun ouder(s) niet financieel tot last te zijn. De VNG en de G4 luiden hier meermaals de noodklok over. Zij pleiten voor afschaffing. Ook mantelzorgers, personen met een beperking en hun familieleden lijden onder de kostendelersnorm. Familieleden wonen vaak bij elkaar omdat één van hen hulpbehoevend, ziek of gehandicapt is. Mantelzorg wordt door de kostendelersnorm afgestraft en ontmoedigd. Tevens heeft de kostendelersnorm een negatief effect op de hoeveelheid beschikbare woningen. Gezien de vele negatieve en soms dramatische effecten van de kostendelersnorm zijn indieners van mening dat deze moet worden afgeschaft. De afgelopen jaren hebben laten zien dat gemeenten niet uit de voeten kunnen met mogelijkheid om individuele uitzonderingen te maken. Van deze mogelijkheid wordt slechts sporadisch gebruik gemaakt. Het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Planbureau (CPB) onderschrijven dat door de afschaffing van de kostendelersnorm het aantal mensen in armoede vermindert.

De voor de afschaffing van de kostendelersnorm noodzakelijke wetswijziging staat klaar in het ingediende amendement (Kamerstukken II 2019/20, 35 394, nr. 15) op het wetsvoorstel uitvoeren breed offensief. De invoering van het uitvoeren breed offensief is gepland op 1 juli 2022. De uitgaven voor de afschaffing van de kostendelersnorm zijn structureel € 421 miljoen. De intentie van de indieners is om de verhoging door te laten lopen in de volgende jaren. De kosten van dit amendement voor 2022 bedragen € 210,5 miljoen. Dit wordt voor 2022 betaald uit algemene middelen. De dekking voor de structurele kosten wordt gevonden in de invoering van een taakstellende digitale dienstenbelasting van € 421 miljoen en kan per 1 januari 2023 worden ingevoerd. Overigens wijzen diverse gemeenten, Divosa en de VNG erop dat een andere vormgeving van de kostendelersnorm weliswaar zorgt voor hogere uitkeringslasten, maar elders binnen het sociaal domein juist kan leiden tot minder overheidsuitgaven, zoals minder uitgaven voor jeugdzorg en maatschappelijke opvang.

Van Kent Maatoug Gijs van Dijk

Naar boven