Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 18 mei 2022
Hierbij bied ik u het Jaarverslag 2021 van de Kustwacht voor het Koninkrijk der Nederlanden
in het Caribisch gebied (hierna Kustwacht) aan1. De Rijksministerraad heeft dit jaarverslag op 29 april 2022 vastgesteld. Conform
de Rijkswet Kustwacht legt de Minister van Defensie met dit jaarverslag verantwoording
af over het functioneren van de Kustwacht in 2021.
Het jaar 2021 werd voor de Kustwacht wederom gekenmerkt door de gevolgen van de COVID-19
pandemie. Naast de gevolgen voor de volksgezondheid in het Caribisch gebied waren
het met name de sociaaleconomische gevolgen die van grote invloed waren op de lokale
bevolking. COVID-19 en de intrede van nieuwe varianten zorgde periodiek voor besmettingsgolven
met navenante beperkende maatregelen tot gevolg. Dit trof ook de Kustwacht. Zo kende
de Kustwacht in 2021 enkele periodes van verminderde operationele inzetbaarheid en
liepen enkele materieelprojecten vertraging op.
In 2021 is een aantal (grote) drugsvangsten gedaan, al dan niet in samenwerking met
Defensie of derden. Uit de resultaten van onderscheppingen van verdovende middelen
door de Kustwacht zelf (2.697 kg cocaïne en 577 kg marihuana), valt echter op te maken
dat de totale hoeveelheid in beslag genomen drugs in 2021 is gedaald ten opzichte
van 2020, toen er 5.842 kg is onderschept.
Op het gebied van illegale migratie is ook een dalende lijn zichtbaar.
Waar de Kustwacht in 2020 nog 159 migranten heeft aangehouden, waren dit er 2021 117.
De Kustwacht schrijft deze lagere cijfers, net als in 2020, vooral toe aan gevolgen
van de aanhoudende COVID-19 crisis en de vermoedelijk daarmee samenhangende neergang
in hoeveelheid verkeer over zee richting de landen in het Caribisch deel van het Koninkrijk.
Een afname over 2021 is ook waarneembaar als het gaat om onderscheppingen van illegale
vuurwapens.
De economische crisis in de Landen als gevolg van de COVID-19 pandemie, heeft in 2020
geleid tot het sluiten van akkoorden voor financiële hulp van Nederland aan de afzonderlijke
landen. Als onderdeel van die akkoorden zijn de Landen onder het protocol versterking
grenstoezicht samen met Nederland drie afzonderlijke plannen van aanpak ter versterking
van het grenstoezicht overeengekomen (maatregel H.11 uit de Landspakketten).
De Kustwacht neemt als partner in de grenstoezichtketen in elk van de Landen deel
aan de intensivering. Dit betekent dat de Kustwacht de komende jaren door een personeelsuitbreiding
zal groeien naar een «24/7» operationeel inzetbare organisatie. In 2021 is de Kustwacht
derhalve gestart met de voorbereidingen voor een reorganisatietraject, op basis van
het Lange Termijn Plan Personeel (LTP-P) 2021–2028.
In 2021 boekte de Kustwacht vorderingen op een aantal materieelprojecten.
Zo is het grootste deel van de vast opgestelde walradarketen vervangen.
Zes van de acht locaties, verspreid over de Benedenwindse eilanden, zijn voorzien
van nieuwe masten met daarin nieuwe radars en beschermingsbehuizingen. Verder zijn
de eerste procesmatige stappen gezet om te komen tot een vervanging van de Cutter
capaciteit.De Kustwacht rolde in 2021 het nieuwe netwerk voor het Maritiem Informatieknooppunt
(MIK) uit. Hiermee is een stap gezet in het toekomstbestendig maken van het MIK, in
die zin dat de informatievoorziening de operaties beter kan ondersteunen.
De Kustwacht is het afgelopen jaar een actieve samenwerkingspartner geweest, zowel
binnen de justitiële keten van de Landen als regionaal en internationaal.
Op Curaçao ondertekende de Kustwacht in 2021 een samenwerkingsconvenant met de Douane.
Op Bonaire is de met ketenpartners douane, Korps Politie Caribisch Nederland en de
Koninklijke Marechaussee verder gewerkt aan de totstandkoming van de Multidisciplinaire
Maritieme Hub Bonaire (MMHB). Op Sint Maarten is de samenwerking met de Franse autoriteiten
verder versterkt. Internationale samenwerking is verder versterkt, onder andere door
deelname aan de oefening Tradewinds en Operatie Clockwork, waarbij de Kustwacht samenwerkte met onder andere de Verenigde Staten, de Dominicaanse
Republiek en andere partnerlanden in de regio.
De Minister van Defensie,
K.H. Ollongren