Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 13 december 2021
In overeenstemming met de Comptabiliteitswet 2016 informeer ik u met deze brief over
de nu voorziene overschrijdingen (uitgaven, ontvangsten en/of verplichtingen) op begrotingsartikelniveau,
die na het vaststellen van de tweede suppletoire begroting 2021 (Kamerstuk 35 975 X) zijn geconstateerd.
Aangezien de begrotingsuitvoering van zowel de reguliere bedrijfsvoering als van de
lopende missies doorgaat tot de sluiting van de kassen op 31 december en ik u nu reeds
over de uitkomst moet informeren, berusten de bedragen op de huidige verwachtingen.
De definitieve realisatiestanden zullen worden opgenomen en toegelicht in de Slotwet.
De hieronder genoemde verwachte hogere realisaties van de budgetten leiden niet tot
overschrijding van het totaal van de Defensiebegroting. Het betreft herschikkingen
tussen de (niet-)beleidsartikelen van Defensie. Deze verwachte overschrijdingen worden
gecompenseerd door onderrealisaties op andere (niet-) beleidsartikelen.
Artikel 3 (Taakuitvoering landstrijdkrachten)
Hogere uitgaven
De realisatie van het budget voor de taakuitvoering van de landstrijdkrachten zal
naar verwachting € 4 miljoen hoger zijn dan bij de tweede suppletoire begroting werd
verwacht. Dit is het gevolg van eerder dan verwacht ontvangen van facturen. Het betreft
de facturen voor onder meer oefenterreinen en opleidingen.
Hogere verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen in 2021 zal evenredig aan de uitgaven hoger zijn
in de tweede suppletoire begroting.
Artikel 4 (Taakuitvoering luchtstrijdkrachten)
Hogere uitgaven
De realisatie zal naar verwachting € 16 miljoen hoger zijn dan het budget dat bij
de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat
naar verwachting meer aan vliegeropleidingen zal worden betaald. Dit is met name het
gevolg van het sneller dan verwacht inlopen van achterstallige facturering vanuit
de afgelopen jaren binnen het stelsel van Foreign Military Sales. Tevens zijn er hogere uitgaven voor de inhuur van personeel als gevolg van de administratief
te lage raming in de tweede suppletoire begroting.
Hogere verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen in 2021 zal evenredig aan de verhoging van de
uitgaven hoger zijn dan in de tweede suppletoire begroting.
Artikel 7 (Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Materieel Organisatie)
Lagere ontvangsten
De Defensie Materieel Organisatie (DMO) heeft budgetten voor ontvangsten van het Munitiebedrijf,
het KPU- en het Brandstoffenbedrijf. Bij tweede suppletoire begroting is de raming
van de ontvangsten van artikel 7 voor de DMO te hoog vastgesteld. Dit heeft als gevolg
dat de feitelijke ontvangsten € 6 miljoen lager zullen uitvallen dan de stand bij
tweede suppletoire begroting.
Artikel 8 (Ondersteuning krijgsmacht door Defensie Ondersteuningscommando)
Hogere uitgaven belastingheffing
De realisatie van de uitgaven zal naar verwachting € 57 miljoen hoger uitvallen dan
het budget dat in de tweede suppletoire begroting werd geraamd. Het betreft een nagekomen
en niet begrote naheffing voor loonheffingen van de Belastingdienst over de periode
vanaf 2016. Het moment van ontvangst was ten tijde van de tweede suppletoire begroting
nog onzeker, waardoor de betreffende uitgaven nog niet zijn opgenomen in de tweede
suppletoire begroting.
Hogere verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen in 2021 zal evenredig aan de verhoging van de
uitgaven hoger zijn dan in de tweede suppletoire begroting.
Artikel 10 (Apparaat Kerndepartement)
Hogere uitgaven pensioenen
De realisatie van de uitgaven zal naar verwachting € 1 miljoen hoger zijn dan het
budget van de tweede suppletoire begroting. Het betreft een extra uitgave voor pensioenen
en uitkeringen Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, die ten tijde van de tweede suppletoire
begroting nog niet bekend was. Deze hogere uitgaven worden grotendeels gedekt door
het overschot op formatie.
Hogere verplichtingen
De realisatie van de verplichtingen in 2021 zal evenredig aan de verhoging van de
uitgaven hoger zijn dan in de tweede suppletoire begroting.
De Minister van Defensie,
H.G.J. Kamp