35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022

Nr. 9 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 5 oktober 2021

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

De begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 komt te luiden:

Tabel 1 Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022 (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

45.831.555

48.739.726

1.607.953

         
 

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

     
 

Beleidsartikelen

22.384.883

23.882.195

1.438.644

4

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

4.936.643

5.065.898

4.000

6

Hoger beroepsonderwijs

4.068.668

4.479.775

1.213

7

Wetenschappelijk onderwijs

5.993.862

6.271.242

16

8

Internationaal beleid

14.368

14.368

99

11

Studiefinanciering

4.836.822

4.836.822

1.211.951

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

67.116

67.116

2.174

13

Lesgelden

14.249

14.249

215.480

14

Cultuur

348.266

1.014.937

3.043

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

1.236.172

1.241.629

101

25

Emancipatie

7.099

14.541

0

 

Niet-beleidsartikelen

     

91

Nog onverdeeld

585.126

585.126

0

95

Apparaat kerndepartement

276.492

276.492

567

         
 

Basis- en Voortgezet onderwijs en Media

     
 

Beleidsartikelen

23.446.672

24.857.531

169.309

1

Primair onderwijs

13.093.171

13.932.668

9.308

3

Voortgezet onderwijs

9.092.260

9.665.622

7.391

9

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

207.719

205.719

6.500

15

Media

1.053.522

1.053.522

146.110

Toelichting

Algemeen

In deze nota van wijziging wordt € 500,0 miljoen structureel toegevoegd op Artikel 1. Het betreft de uitwerking van de motie Hermans (Kamerstuk 2021/22, 35 925, nr. 13) waarin de regering wordt verzocht om de salarissen in het primair onderwijs met € 500,0 miljoen te verbeteren.

Artikelsgewijze toelichting bij de begrotingsartikelen

Art 1. Primair onderwijs

Met een bijdrage van 500 mln. euro wordt het salaris van personeel in het primair onderwijs significant verhoogd, waarbij een goed carrièreperspectief onder andere door het verlagen van de werkdruk, een betere begeleiding van de starters en bieden van loopbaanmogelijkheden belangrijke aangrijpingspunten zijn. Zo kan de extra loonruimte op een effectieve manier bijdragen aan het aanpakken van het lerarentekort en het verhogen van de onderwijskwaliteit.

Met de verhoging van het salaris spreekt het kabinet waardering uit voor het personeel binnen de sector en beoogt het de aantrekkelijkheid van het beroep, ten tijde van personele krapte, te verhogen. De leraar is immers van cruciaal belang voor de kwaliteit en de continuïteit van het onderwijs. Dit geldt ook voor de schoolleiders en het ondersteunend personeel.

Het is van belang dat de nu beschikbare middelen naast een generieke salarisverhoging gericht ingezet worden waar dat het meest nodig is, ook in relatie tot de krapte op de arbeidsmarkt. Gezien het belang voor de kwaliteit van het onderwijs wordt beoogd dat er specifieke maatregelen genomen worden, zoals voor de schoolleiders, het personeel in het voortgezet speciaal onderwijs, en het bieden van een carrièreperspectief. De sociale partners dienen hier afspraken over te maken die verwerkt worden in de cao. Sociale partners hebben in hun «manifest loonkloof» aangegeven voor functies die wat betreft zwaarte van taken en verantwoordelijkheden gelijkwaardig zijn aan het voortgezet onderwijs, ook gelijkwaardige beloning toe te willen kennen; dit uitgangspunt is een leidraad bij de invulling van de cao afspraken. De Dienst Uitvoering Onderwijs heeft aangegeven in januari een extra beschikking te kunnen versturen aan schoolbesturen, en in februari over te kunnen gaan tot uitbetaling, mits er een cao afspraak ligt en er een uitvoeringstoets heeft plaatsgevonden op de bekostigingsregeling.

Uw kamer kan voor het AO leraren op 6 oktober een brief van de Minister van Media, Basis en Voortgezet onderwijs tegemoetzien waarin een voorstel wordt gedaan voor de inzet van de middelen, zodat hierover in het AO met uw Kamer van gedachten kan worden gewisseld.

Meerjarige doorwerking

In de onderstaande tabellen zijn voor Artikel 1 de standen begroting 2022 vóór nota van wijziging, de mutaties en de standen begroting 2022 na nota van wijziging meerjarig opgenomen.

Tabel 2 Meerjarige doorwerking verplichtingen (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

1

Primair onderwijs

         
 

Stand vóór nota van wijziging

12.593.171

12.291.817

12.229.038

12.253.785

12.188.466

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen po

498.500

498.500

498.500

498.500

498.500

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen CN

900

900

900

900

900

 

Extra middelen humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

600

600

600

600

600

 

Stand na nota van wijziging

13.093.171

12.791.817

12.729.038

12.753.785

12.688.466

             

Totaal

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

         
 

Stand vóór nota van wijziging

45.331.555

46.444.167

47.555.313

45.993.205

45.915.774

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen po

498.500

498.500

498.500

498.500

498.500

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen CN

900

900

900

900

900

 

Extra middelen humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

600

600

600

600

600

 

Stand na nota van wijziging

45.831.555

46.944.167

48.055.313

46.493.205

46.415.774

Tabel 3 Meerjarige doorwerking uitgaven (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

2022

2023

2024

2025

2026

1

Primair onderwijs

         
 

Stand vóór nota van wijziging

13.432.668

12.423.101

12.196.591

12.227.393

12.162.162

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen po

498.500

498.500

498.500

498.500

498.500

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen CN

900

900

900

900

900

 

Extra middelen humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

600

600

600

600

600

 

Stand na nota van wijziging

13.932.668

12.923.101

12.696.591

12.727.393

12.662.162

             

Totaal

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

         
 

Stand vóór nota van wijziging

48.239.726

47.363.470

46.354.682

46.479.737

46.441.366

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen po

498.500

498.500

498.500

498.500

498.500

 

Extra middelen bekostiging lerarensalarissen CN

900

900

900

900

900

 

Extra middelen humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

600

600

600

600

600

 

Stand na nota van wijziging

48.739.726

47.863.470

46.854.682

46.979.737

46.941.366

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

Naar boven