35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022

Nr. 29 AMENDEMENT VAN HET LID GÜNDOĞAN

Ontvangen 16 november 2021

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel 16 Onderzoek en wetenschapsbeleid van de departementale begrotingsstaat worden het verplichtingenbedrag en het uitgavenbedrag verhoogd met € 380.000 (x € 1.000).

Toelichting

Veel Europese landen hebben zich middels de Lissabon-doelstellingen gecommitteerd aan het streven om toe te groeien naar een investeringspercentage van 3% van het bbp voor onderzoek en ontwikkeling (R&D). Meerdere landen zitten inmiddels op of rond het percentage van 3%, waaronder Duitsland. Indiener is van mening dat Nederland in 2030 ook een R&D-investeringspercentage van 3% moet hebben.

Uit eerder onderzoek is gebleken dat iedere euro die geïnvesteerd wordt in R&D vier tot vijf euro oplevert. Daarnaast is uit onderzoek van de Rabobank gebleken dat bij hogere, structurele investeringen een extra economische groei van 0,5 procentpunt ontstaat. Concreet zou dit betekenen dat iedere Nederlander er gemiddeld 8.000 euro op kan vooruitgaan, mits de groei/winst eerlijk wordt verdeeld. Bovendien zorgt het onvoldoende investeren in R&D voor een afname van welvaart, doordat de Nederlandse relatieve kennispositie verslechtert indien de nodige investeringen in R&D uitblijven.

Indiener stelt voor dat, om in 2030 een R&D-investeringspercentage van 3% te hebben, er jaarlijks tussen de 300 en 380 miljoen euro extra geïnvesteerd moet worden. Dit amendement regelt de extra investering voor 2022. De middelen hiervoor worden uit de verhoging van de staatsschuld bekostigd, wat te rechtvaardigen is door de langetermijngroei van de economie die gepaard gaat met hogere investeringen in R&D.

Gündoğan

Naar boven