35 925 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2022

Nr. 193 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Ontvangen ter Griffie op 12 september 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur is aan de Kamer overgelegd tot en met 12 oktober 2022.

De voordracht voor de vast te stellen algemene maatregel van bestuur kan niet eerderworden gedaan dan op 13 oktober 2022.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2022

Hierbij bied ik u aan het ontwerpbesluit houdende wijziging van diverse besluiten in verband met wijzigingen op het terrein van de voldoening van het lesgeld, de invoering van de Registratie instellingen en opleidingen en enkele technische verbeteringen. Voor de inhoud van het ontwerpbesluit verwijs ik u naar de ontwerpnota van toelichting.

De voorlegging geschiedt in het kader van de wettelijk voorgeschreven voorhangprocedure, bedoeld in artikel 36a, zevende lid, van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg, de artikelen 1.7a, tweede lid, en 6.13, zesde lid, van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, artikel 25 van de Wet register onderwijsdeelnemers en artikel 11a.1, tweede lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs en biedt uw Kamer de mogelijkheid zich uit te spreken over het ontwerpbesluit voordat het aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden voorgelegd.

Tevens verzoek ik uw Kamer om mij te kennen te geven of u akkoord bent met toepassing van het bepaalde in artikel 6, zevende lid, laatste volzin, van de Les- en cursusgeldwet. Deze bepaling biedt de mogelijkheid om – indien uw Kamer daarmee akkoord is – de zgn. nahangprocedure op grond van artikel 6, zevende lid, van de Les- en cursusgeldwet achterwege te laten en te vervangen door de huidige voorhangprocedure. Indien u daarmee akkoord gaat, zal het besluit na vaststelling niet meer opnieuw aan uw Kamer worden voorgelegd.

Op grond van de aangehaalde bepalingen geschiedt de voordracht aan de Koning ter verkrijging van het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over het ontwerpbesluit niet eerder dan vier weken nadat het ontwerpbesluit aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd.

Er wordt gestreefd naar inwerkingtreding van het besluit met ingang van 1 januari 2023.

Een brief van gelijke strekking heb ik heden gezonden aan de voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf

Naar boven