Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2022
Op 31 januari heeft u ons een brief gestuurd waarin u ons verzoekt in nader overleg
met u te gaan over het beoogde doelbereik van het Nationaal Programma Onderwijs en
de (tot dusver bestede) gelden en resultaten. Aanleiding daarvoor is de gewijzigde
motie van de leden Paul en Peters (Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 248). Middels deze brief gaan wij in op uw verzoek.
Graag gaan wij met de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in gesprek
over de resultaten van het Nationaal Programma Onderwijs tot dusver. De komende periode
informeren wij u over verschillende onderdelen van het Nationaal Programma Onderwijs.
Zo heeft u op 25 februari een Kamerbrief (Kamerstuk 35 925 VIII, nr. 155) ontvangen over de verdeling van de middelen in het funderend onderwijs voor het
schooljaar 2022/2023 en informatie over de verlenging van het programma. Met de verlenging
van het programma en een betere verdeling van middelen worden scholen beter in staat
gesteld om de doelstelling van het programma te behalen. In die brief is ook ingegaan
op de monitoring van het programma. Daarin is aangegeven dat de inzet erop is gericht
om samen met het veld de komende tijd te verkennen wat nodig is om de maatschappelijke
doelen van het programma als geheel nog beter te kunnen volgen en te bezien waar bijsturing
nodig is in de monitoring van het programma, om beter vast te kunnen stellen wat de
resultaten van het NP Onderwijs zijn aan hand van de eerder gecommuniceerde indicatoren.
In april ontvangt u een volgende brief en voortgangsrapportage over de uitvoering
van het NP Onderwijs in het po en vo. De voortgangsrapportage geeft ons meer inzicht
in de ervaringen van scholen en onderwijspersoneel met de interventies van het NP
Onderwijs.
U zult in mei de brief en voortgangsrapportage mbo en ho ontvangen. Ook hiervoor is
onderzoek uitgezet om het verloop van de uitvoering van het programma te volgen. De
scope van het NPO in het mbo en ho is wat beperkter, zowel financieel als in looptijd.
Dit neemt niet weg dat, als de monitoring daar aanleiding toe geeft, ook hier het
gesprek met het veld over zal worden gevoerd.
Op korte termijn ontvangt u namens ons beide ook de antwoorden op uw vragen uit het
schriftelijk overleg. Daarnaast zijn wij met de Algemene Rekenkamer in gesprek over
het verantwoordingsonderzoek 2021, waar het NP Onderwijs in het po als beleidscasus
onderdeel van uitmaakt. Wij hopen over al deze zaken de komende tijd met u te kunnen
debatteren.
Wij hopen u met deze brief voldoende te hebben geïnformeerd.
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, R.H. Dijkgraaf
De Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, A.D. Wiersma