Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2022
Naar aanleiding van een vraag van het lid Van Hattem (PVV, 21 december 2021), heb
ik toegezegd, de Eerste Kamer medio 2022 te informeren over de inventarisatie van
het Rijksvastgoedbedrijf naar de mogelijke locaties om statushouders of vergunninghouders
op te vangen (T03355). Met deze brief informeer ik u over het aanbod van rijksvastgoed
dat het Rijksvastgoedbedrijf heeft gedaan ten behoeve van het opvangen van vluchtelingen.
In de brief die ik op 30 maart (2022Z06173) naar de Tweede Kamer heb gestuurd, is aangegeven dat de stroom van ontheemden uit
Oekraïne Nederland voor grote opgaven stelt. Sinds dat moment wordt een groot beroep
gedaan op het COA, veiligheidsregio’s, gemeenten en andere betrokkenen om voldoende
opvangplekken te creëren.
Tegen de achtergrond van de oorlog in Oekraïne en het tekort aan opvangplekken voor
vluchtelingen, heeft het Rijksvastgoedbedrijf een inventarisatie gedaan van leegstaande
panden in de rijksvastgoedportefeuille die geschikt zijn te maken voor de opvang van
vluchtelingen. Deze heeft geresulteerd in een aanbod van 250.000 m2. Naderhand heeft het Rijksvastgoedbedrijf daar 35.000 m2 aan toegevoegd. Deze opvangplekken (totaal 285.000 m2) zijn eerst aangeboden aan het COA. Die heeft een aantal van deze panden geselecteerd
voor de opvang van asielzoekers. Het overige vastgoed is aangeboden aan de Veiligheidsregio’s
en gemeenten.
Het COA maakt gebruik van 82.000 m2: een deel als noodopvang en een deel voor reguliere opvang. Voor 60.000 m2 zijn er bestuurlijke akkoorden of vergevorderde gesprekken met gemeenten. Voor de
volledigheid: COA maakte al gebruik van 63.000 m2 rijksvastgoed (lopende contracten).
Verder maken drie veiligheidsregio’s gebruik van rijksvastgoed voor de opvang van
ontheemden uit Oekraïne. Dit telt op tot circa 65.000 m2 aan gebruikt rijksvastgoed door de veiligheidsregio’s.
Daarmee is er in totaal en inclusief de lopende contracten ruim 270.000 m2 in gebruik of zijn er bestuurlijke akkoorden.
De Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, H.M. de Jonge