Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35925-VII nr. 91 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35925-VII nr. 91 |
Ontvangen 17 november 2021
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Aan het opschrift wordt toegevoegd «en wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek in verband met het aanpassen van de bezwaartermijn bij te hoge huren».
II
In de beweegredenen wordt na «behoren» ingevoegd «en dat het tevens gewenst is om Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek te wijzigen om de termijn waarbinnen bij de huurcommissie in bezwaar kan worden gegaan tegen een te hoge huur uit te breiden»
III
Na artikel 3 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:
Artikel 249 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «zes maanden» vervangen door «twee jaar».
2. Het tweede lid, alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid, vervalt.
1. Indien artikel Ib, onderdeel A van de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen (Stb. 2021, 425) later in werking treedt dan artikel 3a van deze wet, vervalt artikel Ib, onderdeel A, van die wet.
2. Indien het bij koninklijke boodschap van 25 oktober 2021 ingediende voorstel van wet tot Wijziging van de Wet van 7 juli 2021 tot wijziging van de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Overgangswet nieuw Burgerlijk Wetboek naar aanleiding van de evaluatie van de herziene Woningwet en om de mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten te verruimen (Stb. 2021, 425) (laten vervallen verruiming mogelijkheden voor tijdelijke huurovereenkomsten) (35 951) tot wet is of wordt verheven en artikel II, onderdeel II, onder A van die wet later in werking treedt dan artikel 3a van deze wet, vervalt artikel II, onderdeel II, onder A, van die wet.
IV
Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van het eerste lid, treden de artikelen 3a en 3b in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en werken deze artikelen niet terug.
Dit amendement verlengt de termijn van zes maanden voor de toetsing van aanvangshuur naar twee jaar. In de huidige situatie is het zo dat wanneer huurders vermoeden dat ze volgens het woningwaarderingsstelsel te veel huur betalen dit kunnen laten toetsen door de huurcommissie. Wanneer de huurder in het gelijk wordt gesteld heeft deze huurder recht op teruggaaf van de te veel betaalde huur. Huurders moeten dit nu binnen zes maanden na de start van de huurperiode aanhangig maken bij de huurcommissie om de te veel betaalde huur terug te krijgen. Dit vindt indiener onrechtvaardig. Als een huurder te veel geld betaalt en dit pas na die periode van zes maanden duidelijk wordt, dan moet het ook mogelijk zijn om de te veel betaalde huur terug te krijgen. Ook in het licht van het grote gebruik van tijdelijke huurcontracten is het voor huurders moeilijk om binnen de huidige termijn aan de bel te trekken door angst voor het niet verlengen van het huurcontract. Deze prikkel om straffeloos te hoge huren te vragen moet uit de huidige wetgeving gehaald worden.
Nijboer
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35925-VII-91.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.