Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 25 maart 2022
Een belangrijk onderdeel van de financiële verhoudingen wordt gevormd door de uitkeringen,
waarmee decentrale overheden vanuit het Rijk worden bekostigd.
Al langer leeft de behoefte om dit uitkeringsstelsel beter aan te laten sluiten bij
de gewijzigde bestuurlijke verhoudingen. Om die reden is in 2021 aan drie universitaire
onderzoeksinstituten de opdracht gegeven om over het uitkeringsstelsel te adviseren
aan de beide fondsbeheerders van het gemeente- en provinciefonds. Het rapport bied
ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris van Financiën, ter kennisgeving aan1.
Voorgeschiedenis
In 2020 hebben de fondsbeheerders een wetsvoorstel ter consultatie2 voorgelegd, waarmee beoogd werd om aan bovengenoemde opgave tegemoet te komen.
In het wetsvoorstel werd onder meer de zogeheten Uitkering Gezamenlijke Opgaven geïntroduceerd,
oftewel de UGO. Deze nieuwe uitkeringsvorm moest voorzien in de behoefte om interbestuurlijke
samenwerkingsvormen vanuit het Rijk (mede) te kunnen bekostigen. Met name de introductie
van de UGO riep echter vragen op.
Gegeven de uiteenlopende reacties op het wetsontwerp, hebben de fondsbeheerders in
2021 besloten om opdracht te geven voor een adviserend onderzoek aan een combinatie
van het COELO (Rijksuniversiteit Groningen), Zijlstra Center (Vrije Universiteit Amsterdam)
en de universiteit Maastricht.
Achtergrond
In het rapport «Advies over het uitkeringsstelsel tussen Rijk en provincies en gemeenten» zijn aanbevelingen aan de fondsbeheerders gedaan om te komen tot aanpassingen die
leiden tot gewenste doelen, dat wil zeggen:
-
a) Borgen dat de inrichting van de financiële verhoudingen blijft passen bij de wijze
waarop maatschappelijke opgaven door gemeenten en provincies worden opgepakt. Hierbij
draait het vooral om de balans tussen democratische legitimiteit, schaal van de opgaven
en effectiviteit van het uitkeringsstelsel.
-
b) Verhelderen in de Financiële-verhoudingswet wat wel en niet is toegestaan, bijvoorbeeld
op het terrein van interbestuurlijke afspraken, in combinatie met de toekenning van
een decentralisatie-uitkering (DU).
-
c) Het verminderen van de administratieve en verantwoordingslasten van zowel de decentrale
overheden als het Rijk door onder andere:
-
• vereenvoudiging van de grondslag en verantwoording van specifieke uitkeringen (SPUKs);
-
• vermindering van het aantal SPUKs;
-
• verbetering van samenwerking (intern en extern);
-
• stroomlijning van processen.
Het rapport is richtinggevend voor de verdere uitwerking van de gewenste en benodigde
aanpassingen in het uitkeringsstelsel.
Deze uitwerking zal gebeuren binnen een interdepartementale Taskforce en de fondsbeheerders
gaan hierover parallel in gesprek met de VNG en het IPO.
Vervolg
In het voorjaar 2022 worden door de Taskforce, in samenwerking met de VNG en het IPO,
de voorbereidingen getroffen om te komen tot aanpassing van het uitkeringsstelsel. Zoals toegezegd in het Hoofdlijnendebat (Kamerstuk
35 925 VII, nr. 130), zal ik voor de zomer van 2022 de Tweede Kamer hierover nader informeren in een
Contourennota.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot