35 925 VI Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Justitie en Veiligheid (VI) voor het jaar 2022

Nr. 128 BRIEF VAN DE MINISTER VAN JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 januari 2022

Op 14 januari jl. stuurde ik uw Kamer een reactie op het verzoek van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid om informatie over de recente bedreigingen aan het adres van de heren Royce de Vries en John van den Heuvel (Kamerstuk 35 925 VI, nr. 127).

Op 19 januari jl. heeft het Parool een artikel gepubliceerd waarin melding wordt gedaan dat er op 23 juni 2021 aangifte is gedaan van het lekken van de naam van Royce de Vries, die op dat moment de familie van de kroongetuige in het Marengo-proces anoniem bijstond.

Zoals het OM in het artikel heeft bevestigd doet de rijksrecherche op dit moment onderzoek naar de aangifte. In het belang van het onderzoek is eerder geen informatie hierover naar buiten gebracht. Zeker ten aanzien van onderzoeken naar een vermeend lek geldt immers dat de kansen om het lek te vinden afnemen zodra (breed) bekend is dat daar onderzoek naar wordt gedaan.

De realiteit is helaas dat er grote veiligheidsrisico’s ontstaan als bekendheid wordt gegeven aan de namen van advocaten die rond de kroongetuige hun bijstand verlenen. Het feit dat een naam van zo’n advocaat mogelijk is gelekt, neem ik dan ook hoog op. Het is belangrijk dat hier zorgvuldig onderzoek naar wordt gedaan door de rijksrecherche. Aangezien dit onderzoek loopt, kan ik hier op dit moment niet verder inhoudelijk op reageren.

De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yeşilgöz-Zegerius

Naar boven