35 925 Nota over de toestand van 's Rijks financiën

S BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID, DE MINISTER VOOR ARMOEDEBELEID, PARTICIPATIE EN PENSIOENEN, DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT, DE MINISTER VOOR KLIMAAT EN ENERGIE, DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN – FISCALITEIT EN BELASTINGDIENST EN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 11 maart 2022

De verschrikkelijke oorlog in Oekraïne heeft verstrekkende gevolgen. Miljoenen mensen zijn op de vlucht en een nog grotere groep mensen in deze regio wordt geraakt in hun veiligheid en bestaanszekerheid. Ook de economische consequenties van de situatie in Oekraïne zijn groot. Dat merken we nu al. We zien dat de energieprijzen op de groothandelsmarkt verder oplopen, terwijl voor veel huishoudens en bedrijven de energierekening al sterk gestegen is. De opgelegde sancties raken Rusland het hardst, maar hebben ook gevolgen voor de Nederlandse handel en financiële sector. Onrust op financiële markten vormt een risico voor de economie in het geheel; de situatie kan ook de economische groei en de overheidsfinanciën raken. De impact op de wereldeconomie is groot. Ook in Nederland betalen we een prijs voor de oorlog in Oekraïne, maar dat mag niet in de weg staan van onze solidariteit met de Oekraïners en ons weerwoord aan Rusland. De huidige crisis toont ook de prijs die we nu met elkaar moeten betalen voor vrijheid. Om de gevolgen van de stijgende energiekosten te dempen, stelt het kabinet voor om de tegemoetkoming voor mensen die het meest in de knel komen te verhogen, het btw-tarief op energie te verlagen, de accijns op benzine en diesel te verlagen en versneld in te zetten op energiebesparende maatregelen voor kwetsbare huishoudens. Dit pakket is tijdelijk. Een koopkrachtpakket van deze omvang in het lopende jaar is uitzonderlijk. Het kabinet kan gezien de huidige omstandigheden en het collectieve welvaartsverlies, de effecten van de stijgende energierekening evenwel niet voor iedereen compenseren. Met deze brief wordt voldaan aan het verzoek van uw Kamer bij de regeling van werkzaamheden van afgelopen dinsdag om uw Kamer te informeren over maatregelen omtrent koopkracht en de stijgende energieprijzen.

Ontwikkeling van de energierekening op hoofdlijnen

Groothandelsprijzen

De handelsbeurzen voor gas reageerden met een aanzienlijke stijging op de inval van Rusland in Oekraïne en zijn sindsdien zeer volatiel. Dergelijke volatiliteit laat zich vooral verklaren door onzekerheid als gevolg van de ingrijpende gebeurtenissen en pessimistische verwachtingen over toekomstige gasleveranties. De gasstromen uit Rusland zijn namelijk vooralsnog onveranderd. Mocht er een onderbreking komen, dan zal dit naar verwachting de komende maanden niet leiden tot noodsituaties op de gasmarkt, vanwege het milde winterweer dit jaar en nog bestaande vulgraden. Een langdurige onderbreking zal echter voor de volgende winter wel gevolgen hebben. Op de langere termijn laat de markt een onrustig beeld zien met nog steeds zeer hoge prijzen. Daarmee is het huidige beeld dat de energieprijzen niet op korte termijn terug zullen keren naar het niveau van voor de pandemie. De Minister K&E informeert u op korte termijn uitgebreider over de situatie op de gasmarkt en de acties die Europa en Nederland kunnen treffen.

Energierekening huishoudens

Het CBS en PBL hebben op 18 februari een uitgebreide rapportage gepubliceerd over de ontwikkeling van de energierekening.1 Deze publicatie bevestigt het beeld dat de energieprijzen fors zijn gestegen tussen januari 2021 en 2022. Hieruit volgt een stijging van de energierekening (bij een nieuwe energiecontract) met ongeveer 1.264 euro op jaarbasis voor een huishouden met een gemiddeld verbruik.2 De nieuwste inflatiecijfers van het CBS over februari schetsen een vergelijkbaar beeld. Dit komt voornamelijk door de stijging van de leveringstarieven: de marktprijzen voor aardgas en elektriciteit. Het is belangrijk op te merken dat het in deze publicatie geen gemiddelde stijging betreft, die geldt voor alle huishoudens in Nederland maar dat het een specifieke vergelijking van de energierekening betreft in januari 2022 ten opzichte van januari 2021, op basis van de in die maanden aangeboden tarieven aan nieuwe klanten. In de praktijk hebben daarom niet alle huishoudens op dit moment te maken met deze stijging. Zoals in de publicatie van CBS en PBL wordt aangegeven, merken bestaande klanten met een langjarig contract op dit moment nog niks van de hogere leveringstarieven. Daarnaast is dit het beeld voor een huishouden met een gemiddeld energieverbruik. In werkelijkheid verschilt het verbruik, mede als gevolg van gewoontes en de mate waarin de woning is geïsoleerd, en dus de effecten van deze hogere leveringstarieven sterk per huishouden.

Het CPB constateert verder dat voor huishoudens met een laag inkomen en variabel of aflopend energiecontract de energiekosten als aandeel van het besteedbaar inkomen veel harder stijgen. Volgens onderzoek van TNO van afgelopen najaar leven ongeveer 550 duizend huishoudens in zogenoemde energiearmoede: ze hebben hoge energiekosten, wonen vaak in een huis dat niet goed is geïsoleerd en hebben een laag inkomen. De omvang deze groep neemt toe met de huidige ontwikkelingen en ook de ernst van de problematiek zal met stijgende energieprijzen verder oplopen.

Daarbij is de precieze impact van de oorlog in Oekraïne nog onzeker. Het is aannemelijk dat de actuele hogere groothandelsprijzen bijdragen aan verdere opwaartse druk op de energierekening. Naarmate de hoge prijzen langer aanhouden, zullen meer huishoudens wiens energiecontract of vaste periode afloopt, geconfronteerd worden met een stijging van de energierekening. Dit kan ertoe leiden dat zonder dit pakket maatregelen het aantal huishoudens in energie-armoe toeneemt.

Bredere ontwikkeling van de economie

Het CPB heeft in haar recente CEP-raming de huidige economische situatie in beeld gebracht. De Nederlandse economie lijkt sterk uit de coronacrisis te komen: de verwachte economische groei bedraagt 3,6% en de werkloosheid blijft met 4,0% zeer laag. De onzekerheid rondom deze raming is als gevolg van de situatie in Oekraïne echter groter dan in andere jaren. Daarnaast loopt de inflatie met 5,2% dit jaar fors op door de hogere energieprijzen.

De koopkracht in 2022 wordt hard geraakt, dat geldt breed. Doordat de inflatie op korte termijn sneller stijgt dan de lonen, daalt de koopkracht van huishoudens in doorsnee met 2,7% dit jaar. De geraamde koopkrachtontwikkeling na 2022 is echter positief. Over de gehele kabinetsperiode bezien stijgt de koopkracht in doorsnee met 0,3% per jaar. Deze raming is als gevolg van hogere geraamde loongroei zelfs gunstiger dan bij de doorrekening van het coalitieakkoord. Het CPB schrijft in het CEP dat onzekerheid als gevolg van de oorlog in Oekraïne de economische raming domineert en daarmee ook de geraamde koopkrachtontwikkeling.

Het CPB bekijkt twee aanvullende scenario’s: als de energieprijzen snel terugkeren naar het niveau van 2019, blijft de koopkrachtdaling in 2022 beperkt tot – 0,6%, maar deze daling loopt juist op tot – 3,4% als de energieprijzen op het niveau van januari 2022 blijven. Daarbij kent dit koopkrachtbeeld geen toespitsing naar energieverbruik of -contract en zullen voor sommige huishoudens de energiekosten als aandeel van het besteedbaar inkomen veel harder stijgen en voor sommige huishoudens juist minder.

Voorgestelde maatregelen

Het kabinet is zich zeer bewust van de zorgen van huishoudens en bedrijven rondom de oplopende inflatie goed en houdt de effecten hiervan nauwlettend in de gaten. Vorig jaar heeft het vorige kabinet besloten tot een directe verlaging van de energiebelasting in 2022 van in totaal 3,2 miljard euro. Daarnaast heeft het kabinet extra middelen ingezet voor huishoudens die het meest in de knel komen door deze prijsstijgingen, middels het introduceren van een eenmalige energietoeslag door gemeenten.

Sindsdien zijn de energieprijzen verder gestegen. Het kabinet kan echter, gezien de huidige omstandigheden en het collectieve welvaartsverlies, de effecten van de stijgende energierekening niet voor iedereen compenseren. Generieke koopkrachtreparatie is, zoals het CPB ook aangeeft, al gauw zeer ondoelmatig: Het kan niet op korte termijn, het is niet voor iedereen nodig, en voor wie het nodig heeft juist ontoereikend. Bovendien is het uitvoeringstechnisch niet mogelijk de doelgroep precies te bereiken.

Dat neemt niet weg dat de omvangrijke stijging van de energieprijzen heel veel huishoudens significant raakt. Op korte termijn zijn er niet veel mogelijkheden om dit te dempen. Het kabinet heeft de afgelopen periode intensief onderzocht welke maatregelen er mogelijk zijn om de gevolgen nog dit jaar te beperken. Omdat de hoogte van veel belastingen en toeslagen al vaststaan voor 2022, is het aantal uitvoerbare maatregelen beperkt. Uitzonderlijke tijden, vragen om uitzonderlijke maatregelen. Daarom stelt het kabinet de volgende eenmalige maatregelen voor, die huishoudens nog in 2022 helpen bij het opvangen van de stijgende energiekosten. Hierbij ligt de focus op kwetsbare groepen.

1. Verhogen energietoeslag met 600 euro extra

Eind 2021 heeft het kabinet samen met gemeenten een eenmalige generieke regeling getroffen om lagere inkomens in 2022 tegemoet te komen voor de stijgende energieprijzen. Ongeveer 800.000 huishoudens met een inkomen op of net boven het sociaal minimum ontvangen hierdoor circa 200 euro, uit te keren door gemeenten via de categoriale bijzondere bijstand. Gemeenten kunnen hiermee eenzijdig een toelage toekennen aan huishoudens in de doelgroep minimabeleid (ca 120% sociaal minimum), zonder dat hiervoor een aanvraag nodig is. Het kabinet stelt voor het richtbedrag van deze regeling substantieel te verhogen met 600 euro extra, zodat deze huishoudens circa 800 euro in totaal ontvangen. Dit is de meest gerichte, uitvoerbare manier om huishoudens met een laag inkomen te ondersteunen, die kwetsbaar zijn om in de financiële problemen te komen door de stijgende energieprijzen. Deze tegemoetkoming is aanvullend op de andere voorgestelde maatregelen waar alle huishoudens, inclusief de doelgroep minimabeleid, van profiteren. De verwachting is dat uw Kamer volgende week de wetswijziging om de eenmalige tegemoetkoming mogelijk te maken, ontvangt. In overleg met gemeenten zullen we zoeken naar mogelijkheden om het geld zo spoedig mogelijk naar mensen te kunnen overmaken. De extra kosten van deze maatregel bedragen 480 miljoen euro bovenop de eerder gereserveerde 200 miljoen euro.

2. Verlagen btw op energie van 21% naar 9% per 1 juli

Het kabinet stelt voor de btw op energie (aardgas, elektriciteit en stadsverwarming) tijdelijk te verlagen van 21% naar 9%. Deze maatregel geldt voor een periode van zes maanden. Door deze maatregel daalt de energierekening met 10%. Voor een huishouden met een gemiddeld verbruik levert dit een verlaging van de energierekening in 2022 op van ongeveer 140 euro (ruim 20 euro per maand). Het kabinet is in gesprek met de branche om het effect van de verlaging zo snel mogelijk bij huishoudens terecht te laten komen.

3. Verlagen accijns op benzine en diesel met 21% per 1 april

Het kabinet stelt voor de accijns op benzine en diesel tijdelijk te verlagen met 21%. Als gevolg daarvan daalt het accijnstarief van benzine met 17,3 cent per liter en het accijnstarief van diesel met 11,1 cent. De verlaging van de accijnzen geldt voor negen maanden en leidt tot een budgettaire derving van 1.026 miljoen euro.

4. Eerder inzetten middelen voor energiebesparende maatregelen kwetsbare huishoudens

In het najaar is door het vorige kabinet reeds 150 miljoen euro beschikbaar gesteld aan gemeenten om kwetsbare huishoudens op korte termijn te ondersteunen bij het nemen van energiebesparende maatregelen om hun energierekening te verlagen. Het programma loopt goed en gemeenten zijn tevreden, maar we beseffen ons ook dat de huidige middelen – in de huidige situatie op de energiemarkten – niet voldoende zijn om alle huishoudens die dat nodig hebben verder te ondersteunen.

Het kabinet stelt daarom voor om middelen die in het Coalitieakkoord zijn gereserveerd voor energiebesparing van huishoudens sneller in te zetten. Dit betekent dat er dit jaar 150 miljoen euro eerder wordt ingezet via gemeenten voor de verdere ondersteuning van huishoudens bij het nemen van energiebesparende maatregelen en verdergaande isolatie. Dit komt bovenop de middelen die in het najaar beschikbaar zijn gesteld. Hiermee kunnen energielasten worden verlaagd, kan de verduurzaming in de gebouwde omgeving worden versneld en wordt de weerbaarheid van huishoudens tegen toekomstige prijsfluctuaties vergroot. De maatregel kan worden gezien als een stap naar een meer fundamentele en structurele aanpak en grootschalige isolatie via het nationaal isolatieprogramma waarover de Minister voor VRO uw Kamer voor het commissiedebat van 6 april verder zal informeren.

Ook wordt er budget vrijgemaakt voor een ondersteunende campagne om mensen meer bewust te maken van de mogelijkheden voor energiebesparende maatregelen.

Om het effect van de stijgende energieprijzen ook in het Caribisch deel van het Koninkrijk te dempen wordt 5 miljoen euro beschikbaar gesteld. De maatregelen zullen nader worden uitgewerkt.

Dekking

De budgettaire gevolgen van deze besluiten zijn aanzienlijk en bedragen in totaal 2,84 miljard euro. Het kabinet hecht eraan dat de koopkrachtmaatregelen worden gedekt om te voorkomen dat de rekening voor de tegemoetkoming terecht komt bij toekomstige generaties, hetgeen zeer onwenselijk is.

Met het oog op de uitzonderlijke situatie waar we ons sinds de invasie van Oekraïne in bevinden, wordt voor deze eenmalige koopkrachtreparatie voor 2022 een uitzondering gemaakt op de scheiding tussen inkomsten en uitgaven. Voor dekking van deze maatregelen aan de inkomstenkant, wordt de meevaller in de geraamde ontvangsten uit de gasbaten voor 2022 en 2023 aan de uitgavenkant ingezet. De meevaller wordt veroorzaakt door een bijstelling van de gasprijs ten opzichte van de Miljoenennota 2022. In deze nieuwe raming is alleen het prijseffect van de gaswinning bijgesteld.

Daarnaast maakt Nederland aanspraak op 886 miljoen euro uit de Brexit Adjustment Reserve (BAR) om kosten als gevolg van de Brexit te compenseren. Er is in totaal maximaal 364 miljoen euro beschikbaar voor het publieke spoor. Hiermee kunnen reeds gemaakte en gedekte kosten worden gedeclareerd bij de Europese Commissie. Dit leidt tot een meevaller op de Rijksbegroting.

Het kabinet wil de middelen die in het Coalitieakkoord voor 2026 zijn gereserveerd voor energiebesparing van huishoudens sneller inzetten en zal die middels een kasschuif naar voren halen als dekking voor deze maatregel.

Budgettaire tabel

In euro mln. (+ = saldoverslechterend)

2022

2023

2024

2025

2026

2027

Verhogen energietoeslag met 600 euro

480

         

Verlagen btw op energie van 21% naar 9% vanaf 1 juli

1.100

         

Verlagen accijns op benzine en diesel met 21%

1.026

         

Energiebesparende maatregelen

160

     

– 160

 

Caribisch Nederland

5

         

Totaal (maatregelen)

2.771

     

– 160

 

Inzet meevaller Brexit adjustment reserve

– 364

         

Meevaller prijseffect gasbaten

– 945

– 965

– 165

– 65

– 65

– 42

Totaal (cumulatief 0)

1.462

– 965

– 165

– 65

– 225

– 42

De komende periode worden de (economische) gevolgen van de situatie in Oekraïne nauwlettend gevolgd en worden ook de eerder door uw Kamer geuite wensen en moties op het gebied van koopkracht betrokken bij de voorjaarsbesluitvorming over de jaren na 2022.

Het kabinet is zich ervan bewust dat uitzonderlijke tijden vragen om uitzonderlijke maatregelen. Niet alle pijn van de stijgende energieprijzen kan worden weggenomen, maar dit pakket aan maatregelen dempt wel een deel van de gevolgen, vooral voor kwetsbare huishoudens.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, C.E.G. van Gennip

De Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, C.J. Schouten

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

De Minister voor Klimaat en Energie, R.A.A. Jetten

De Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst, M.L.A. van Rij

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
2

Op basis van een elektriciteitsverbruik van 2.479 kWh en een aardgasverbruik van 1.169 m3 in 2022

Naar boven