35 925 IX Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Financiën (IXB) en de begrotingsstaat van Nationale Schuld (IXA) voor het jaar 2022

Nr. 19 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 januari 2022

Met deze brief wil ik u informeren over het voornemen van de Nederlandse staat om per 1 november 2022 alle resterende grootboekleningen volledig af te lossen. Grootboekleningen zijn obligaties die door de staat zijn uitgeschreven in 1815, 1896 en 1910 en houders van grootboekleningen ontvangen respectievelijk 2,5%, 3% en 3,5% rente over deze leningen. Nieuwe regelgeving stelt per november 2022 strengere eisen aan betalingen, waardoor rente op deze leningen mogelijk niet meer aan de rechthebbenden betaald kan worden en de administratieve lasten voor zowel hen als de staat zullen toenemen.

Vanwege de koersgevoeligheid van dit onderwerp informeer ik vrijwel tegelijkertijd met de Kamer de grootboekhouders over dit voornemen via onder andere brieven en advertenties in landelijke dagbladen.

Toelichting aflossing grootboeken

In de 19e en begin 20e eeuw was het gebruikelijk voor de Nederlandse staat om met papieren schuldbewijzen aan particulieren en rechtspersonen grootboekleningen aan te gaan. Deze grootboekleningen zijn eeuwigdurend. Dat wil zeggen dat de staat niet op een bepaalde datum moet aflossen, maar wel op een zelfgekozen ogenblik mag aflossen. Hierover is lange tijd verkeerd gecommuniceerd (zie juridisch kader onderaan deze brief). Wij betreuren dit.

Op dit moment lukt het voor 12% van deze schuld niet meer om rente uit te keren aan rechthebbenden; het is onbekend wie dit zijn want fysieke bewijzen zijn kwijtgeraakt door schuldhouders of rekeningnummers kloppen niet meer. Bovendien kost het relatief veel tijd en foutgevoelige, handmatige handelingen om de rentebetalingen uit te voeren. De verwachting is dat het onbetaalbare deel van de schuld zal toenemen na 21 november 2022. Vanwege gewijzigde regelgeving kunnen vanaf dat moment namelijk alleen betalingen aan rekeningnummers plaatsvinden als de naam en adresgegevens meegestuurd worden die ook bij de bank bekend zijn.

In de loop der jaren hebben er diverse en deels geslaagde moderniseringsslagen in de administratie van grootboekschulden plaatsgevonden en is het overgrote deel van deze leningen afgelost. Per januari 2022 staat nog een restant van nominaal 11 miljoen euro aan grootboekschulden uit (0.003% van de totale staatsschuld) bij het Agentschap der Generale Thesaurie. Dit bedrag is verdeeld over meer dan 150 rechthebbenden.1 Onder de bij het Agentschap bekende tegenpartijen bevinden zich o.a. gemeentes, kerkelijke instellingen en stichtingen. Per grootboeklening gaat het om de volgende nominale en marktconforme bedragen (koerswaarde):

 

GBK 2½% (1815)

GBK 3% (1896)

GBK 3½% (1910)

Grootboeken totaal

Nominale schuld

€ 8.321.195

€ 2.366.553

€ 85.333

€ 10.773.081

Inkoopprijs per € 100

€ 280

€ 335

€ 390

N.v.t.

Koerswaarde schuld

€ 23.299.345

€ 7.927.954

€ 332.800

€ 31.560.099

Het Agentschap is voornemens per 1 november 2022 alle uitstaande grootboekschulden af te lossen tegen de huidige, marktconforme koerswaarde. Dit bedrag bestaat uit de hoofdsom van de lening plus de netto contante waarde van toekomstige rentebetalingen (tot een maximum).2 Dat betekent dat grootboekhouders ongeveer drie maal het door hen uitgeleende bedrag terug ontvangen (zie tabel). De koerswaarde is gelijk aan het bedrag dat sinds 2014 via de bestaande inkoopregeling betaald wordt als rechthebbenden zich melden bij het Agentschap voor vrijwillige aflossing.

Het Agentschap zal op 1 november 2022 de koerswaarde en de resterende opgelopen rente storten op het rekeningnummer van de bij het Agentschap bekende grootboekhouders. Deze schuldhouders hoeven hier niets voor te doen. Voor een deel van de rechthebbenden zijn echter geen correcte contact- en/of rekeninggegevens beschikbaar. Om deze laatste groep ook te bereiken acht ik het van belang om nu aan het begin van 2022 het voornemen om af te lossen breed te communiceren. Dit gaat per brief voor zover correcte contactgegevens beschikbaar zijn en via directe berichten vanuit Euroclear NL. Ook worden belanghebbenden telefonisch benaderd en heeft het Agentschap een speciaal telefoonnummer geopend voor vragen en nadere informatie. Daarnaast wordt een aankondiging gepubliceerd in onder andere de landelijke dagbladen De Telegraaf, NRC, Trouw en het Nederlands Dagblad.

Grootboekhouders kunnen tot 1 november 2022 gebruik blijven maken van de bestaande inkoopregeling. Zij ontvangen dan nagenoeg hetzelfde bedrag op de rekening, alleen een paar maanden eerder op een zelfgekozen moment.3 Na 1 november komt de inkoopregeling te vervallen. Rechthebbenden worden in alle communicatie ook hiervan op de hoogte gesteld.

Ondanks de relatief ruime aflossing (zie juridisch kader), is het mogelijk dat niet alle belanghebbenden positief staan tegenover de voorgenomen aflossing. De huidige inkoopprijs compenseert bovenop de nominale waarde voor meer dan 50 jaar aan rentebetalingen, maar niet tot in de eeuwigheid. Schuldhouders kunnen ook niet eenvoudig een vergelijkbaar financieel product vinden met eenzelfde rendement en even weinig risico. Er is daarom nagedacht over alternatieven zoals het aanbieden van meer courante langlopende obligaties. Deze alternatieven voor de verplichte aflossing zijn echter of niet goed uitvoerbaar of lossen de problematiek van de huidige situatie onvoldoende op.

Het is de intentie van het Agentschap om aflossingen die niet uitgevoerd kunnen worden na 1 november 2022 in bewaring te geven aan de consignatiekas. Dit biedt belanghebbenden tot 2042 – vanwege de standaard verjaringstermijn van twintig jaar – de mogelijkheid daar alsnog hun geld te innen.

Juridisch kader en miscommunicatie in het (recente) verleden

Grootboekschulden werden in het verleden uitgegeven via grootboekwetten. Op basis van die – nog steeds geldende – grootboekwetten bestaat enkel de verplichting om de grootboekschulden nominaal af te lossen. De staat mag zelf kiezen op welk moment er nominaal afgelost gaat worden. Helaas is echter tussen 1995 en 1998 bij het Agentschap de onjuiste veronderstelling ontstaan dat deze leningen nooit eenzijdig door de staat afgelost kunnen worden. Dit is daarna meer dan twintig jaar op deze wijze foutief gecommuniceerd via onder andere de website van het Agentschap.

Het voornemen om tegen de koerswaarde in plaats van tegen de nominale waarde af te lossen is in lijn met de bestaande inkoopregeling. Deze hogere prijs is gerechtvaardigd aangezien deze bedragen tenminste sinds 2014 aan rechthebbenden zijn voorgehouden. De koerswaarde staat bijvoorbeeld op de jaaropgave die het Agentschap aan het begin van ieder jaar aan grootboekhouders verstuurt. Nu opeens nominaal aflossen zou als onrechtvaardig gezien kunnen worden.

Een betrouwbare overheid stelt belanghebbenden ruim van te voren op de hoogte van haar plannen. Ook vanwege de miscommunicatie in het verleden is het van belang het voornemen tot aflossen lang van te voren aan te kondigen en zo breed mogelijk te communiceren.

Vandaar ook dat wij u deze brief nu tien maanden voor de geplande aflossingsdatum sturen en wij de communicatie-initiatieven beschreven in de brief gaan ondernemen.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Er zijn 152 partijen bekend met een of meerdere naamschulden. De naamschulden maken driekwart van de grootboekschulden uit. Het is onbekend hoeveel tegenpartijen in bezit zijn van fysieke schuldbewijzen of girale grootboekschulden.

X Noot
2

De formule voor de inkoopprijs is gelijk aan het rentepercentage op het betreffende grootboek gedeeld door de marktrente op de langstlopende Nederlandse staatsobligatie. Door de lage rente op langlopende staatsobligaties zijn deze prijzen sinds 2019 wel gemaximeerd op de prijzen zoals vermeld in de tabel. Per 1 januari 2022 gelden deze maximale prijzen en het voornemen is ook om deze prijzen op 1 november bij de aflossing te hanteren.

X Noot
3

Het verschil is de rente vanaf het moment van inkoop tot 1 november 2022.

Naar boven