35 925 IV Vaststelling van de begrotingsstaten van Koninkrijksrelaties (IV) en het BES-fonds (H) voor het jaar 2022

Nr. 38 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 november 2021

Met een brief van de vaste commissie voor Koninkrijksrelaties vroeg zij op 10 november jl. de Minister van Justitie en Veiligheid en mij de in de aangenomen motie van het lid Koekkoek c.s. (Kamerstuk 35 925 IV, nr. 22) verzochte reactie op het rapport «Nog steeds niet veilig, Venezolanen krijgen geen bescherming in Curaçao» van Amnesty International vóór de begrotingsbehandeling Justitie & Veiligheid naar de Kamer te sturen.

De motie van het lid Koekkoek c.s. is op 26 oktober 2021 door de Tweede Kamer aangenomen en verzoekt de regering onder andere om binnen twee maanden een schriftelijke reactie op de bevindingen uit het rapport aan de Kamer te sturen, waarbij in het bijzonder aandacht wordt besteed aan de aanbevelingen. Mede gelet op de in de motie voorgestelde termijn van twee maanden liet ik tijdens de begrotingsbehandeling Koninkrijksrelaties (d.d. 14 oktober 2021) het oordeel over de betreffende motie aan de Tweede Kamer.

Ik deel u hierbij mede dat het niet haalbaar is de betreffende reactie vóór de begrotingsbehandeling Justitie & Veiligheid naar de Kamer te sturen. In lijn met de motie van het lid Koekkoek volgt de reactie van de regering op het rapport van Amnesty International zo snel mogelijk en binnen de termijn van twee maanden, namelijk vóór 17 december 2021.

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.W. Knops

Naar boven