35 925 B Vaststelling van de begrotingsstaat van het gemeentefonds voor het jaar 2022

Nr. 18 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 januari 2022

De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft mij per brief van 6 december 2021 gevraagd om een afschrift van het antwoord op de brief van de Vereniging van Friese Gemeenten (VFG) en de Vereniging van Groninger Gemeenten (VGG) van 24 november 2021 met betrekking tot de herijking gemeentefonds.

Ik zal genoemde brief van de VFG en VGG – net als de reacties van andere (groepen van) gemeenten – betrekken bij de verdere besluitvorming over de herijking van de verdeling van het gemeentefonds. Dat geldt eveneens voor het advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur (ROB) dat ik op 19 oktober 2021 ontving en het advies van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) dat ik binnenkort verwacht te ontvangen.

In het kader van de consultatie heeft de VNG mij gevraagd hoe de fondsbeheerders met het ROB-advies willen omgaan op weg naar en na de invoering van de nieuwe verdeling. Op 13 december 2021 heeft u een afschrift ontvangen van de reactie aan de VNG (Kamerstuk 35 925 B, nr. 16).

Ik zal uw Kamer naar verwachting in het voorjaar informeren over de vervolgstappen naar aanleiding van beide adviezen en de reacties van gemeenten.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, H.G.J. Bruins Slot

Naar boven