35 925 A Vaststelling van de begrotingsstaat van het Mobiliteitsfonds voor het jaar 2022

Nr. 83 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 12 september 2022

Bijgaand ontvangt u de eerste Rapportage Rijkswegennet van 2022. Deze rapportage bevat de jaarcijfers van mei 2021 tot en met april 2022 over het gebruik van het Rijkswegennet, de filezwaarte, de filetop-10 en het reistijdverlies.

De rapportage geeft feitelijke informatie weer en heeft niet tot doel om politieke of bestuurlijke vraagstukken aan te kaarten. Het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) heeft in mei 2022 een raming op basis van CPB-scenario’s gepubliceerd over de ontwikkeling van het wegverkeer tot en met 2027. De verwachting van het KiM is dat het verkeer na de coronacrisis weer zal groeien, met de inschatting dat in 2027 de verkeersprestatie op het hoofdwegennet 13 procent hoger ligt dan voor de coronacrisis (2019).

Nieuwe meetmethodiek filezwaarte

Tot het begin van 2022 werden de filecijfers gebaseerd op data die verzameld werd met behulp van detectielussen in het wegdek. Sinds februari dit jaar beschikt Rijkswaterstaat over de mogelijkheid om de filezwaarte te bepalen met data die rechtstreeks afkomstig is uit de voertuigen zelf, zogeheten Floating Car Data (FCD). De nieuwe meetmethodiek is fijnmaziger en over het gehele hoofdwegennet beschikbaar, in tegenstelling tot de data van de detectielussen. Deze verandering in de meetmethodiek zorgt voor een trendbreuk. De historische filecijfers zijn in de onderliggende rapportage niet gecorrigeerd1. De toenames die in deze rapportage te lezen zijn, zijn grotendeels veroorzaakt door het loslaten van de coronamaatregelen, en in mindere mate door de nieuwe meetmethodiek.

Belangrijkste bevindingen in deze rapportage

Sinds het loslaten van de coronamaatregelen is het een stuk drukker op de weg dan in 2021. Dit is zowel terug te zien in de afgelegde voertuigkilometers, maar ook in de files. Ten opzichte van eind december 2021:

  • is het aantal afgelegde voertuigkilometers dat in een jaar is afgelegd gestegen van 63,6 naar 66,0 miljard voertuigkilometers.

  • is de jaarfilezwaarte toegenomen met 41 procent naar 8,0 miljoen kilometerminuten. De belangrijkste file-oorzaak is reguliere spitsfiles, gevolgd door incidentele files (ongevallen en pechgevallen).

  • is het aantal uren dat alle weggebruikers gezamenlijk extra hebben moeten reizen, onder andere doordat ze in de file stonden, toegenomen met 21,6 procent. Hiermee komt het reistijdverlies per eind april 2022 op 32,6 miljoen uur op jaarbasis. Reistijdverlies treedt op wanneer de weggebruiker niet de referentiesnelheid van 100 kilometer per uur kan rijden.

  • is het aandeel files door werkzaamheden gedaald tot 7,3 procent, een daling van 2,5 procent ten opzichte van de 9,8 procent over 2021. Het aandeel files door aanleg en gepland onderhoud blijft met 4,2 procent onder de norm van 10 procent van het totaal aan files, zoals afgesproken met de Tweede Kamer. De daling betreft 2,5 procent ten opzichte van eind december 2021.

  • is de A20 bij Rotterdam tussen Schiebroek en Crooswijk opnieuw op de eerste plek in de filetop-10 te vinden. Ten opzichte van de vorige rapportage zijn er drie nieuwe locaties toegevoegd aan de filetop-10. Dit betreffen de A27 Utrecht – Gorinchem tussen Lexmond en Noordeloos (positie 3), de A27 Gorinchem – Breda tussen Industrieterrein Avelingen en Brug over de Merwede (positie 7) en de A15 Gorinchem – Rotterdam richting de Maasvlakte (positie 10).

  • is het totale economische reistijdverlies op het hoofdwegennet over de afgelopen twaalf maanden gestegen met 56 procent. De top-3 wordt aangevoerd door de A4 tussen Prins Clausplein en Kethelplein, gevolgd door de A58 tussen de Baars en Batadorp (positie 2), gevolgd door de A20 tussen Kleinpolderplein en Terbregseplein op positie 3. Er zijn drie nieuwe trajecten in de top-20 voor economische reistijdverliezen ten opzichte van de vorige rapportage. Dit betreffen de A1 tussen knooppunt Hoevelaken en knooppunt Eemnes (positie 16), de A12 tussen knooppunt Waterberg en knooppunt Oud Dijk (positie 19) en de A4 tussen knooppunt Kethelplein en Prins Clausplein (positie 20).

De afgelopen vier maanden is één nieuwe aansluiting gerealiseerd. Het betreft de aansluiting 19 op de A16 bij Dordrecht-Willemsdorp in noordelijke richting. Deze aansluiting is onderdeel van de reconstructie van de A16/N3 bij de Dordtse Kil.

Elke rapportage bevat specifieke thema’s. In deze rapportage zijn dat, naast de gemeten effecten van de coronamaatregelen op het verkeersbeeld, het gebruikerstevredenheidsonderzoek automobilisten en de drielingstorm van afgelopen februari.

Specifiek thema: COVID-19/Corona in relatie tot het Rijkswegennet

Sinds het uitbreken van de pandemie en de hieraan gekoppelde coronamaatregelen van de overheid is een heel ander verkeersbeeld waarneembaar. Door het loslaten van de maatregelen is een sterke stijging in afgelegde kilometers en files te zien ten opzichte van dezelfde periode in het vorige jaar (2021). De cijfers zijn inmiddels vergelijkbaar met het jaar voor de coronamaatregelen (2019). In dit hoofdstuk worden de effecten van de maatregelen op het verkeer inzichtelijk gemaakt per week.

Specifiek thema: Gebruikerstevredenheidsonderzoek automobilisten

Bij Rijkswaterstaat staat publieksgericht werken centraal. Rijkswaterstaat vindt het belangrijk om te weten wat de behoeften en wensen zijn van de gebruikers van de (vaar)wegen die het beheert. Hiervoor voert de organisatie onder andere tevredenheidsonderzoeken uit. Automobilisten zijn in zijn algemeenheid positief over de Nederlandse rijkswegen. Positief gewaardeerd worden met name het onderhoud van wegen, de informatievoorziening en de inrichting van de weg. Aandachtspunten zijn er ook: het aantal (elektrische) laadpalen, hinderbeperking bij wegwerkzaamheden, verzorgingsplaatsen en bovenal de (on)veiligheid door het gedrag van medeweggebruikers. In dit hoofdstuk worden de resultaten besproken van het onderzoek onder automobilisten dat in september 2021 is uitgevoerd.

Specifiek thema: Drielingstorm

In februari van dit jaar heeft Nederland voor het eerst sinds bijna honderd jaar te maken gehad met een drielingstorm. Dit zijn drie stormen die kort achter elkaar volgen. In dit geval waren het storm Dudley op woensdag, storm Eunice op vrijdag en storm Franklin op zondag. Voor aanvang van een storm staat Rijkswaterstaat in nauw contact met onder andere het KNMI. Er wordt dan via verschillende kanalen richting weggebruikers en de scheepvaart gecommuniceerd over de situatie, en er worden passende maatregelen genomen. Dit hoofdstuk geeft een beeld van de werkzaamheden van Rijkswaterstaat voorafgaand aan en tijdens een storm.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, M.G.J. Harbers


X Noot
1

De trendbreuk is gezien de relatief korte meetperiode nog niet definitief vast te stellen. De trendbreuk is voor nu gebaseerd op historische data over 2019 en 2022 verkregen van de ANWB.

Naar boven