Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 29 oktober 2021
Jaarlijks vinden in het najaar de Bestuurlijke Overleggen MIRT (BO’s MIRT) plaats
met de vijf landsdelen en met de goederenvervoercorridorpartijen. De BO’s MIRT vormen
een belangrijk moment om afspraken te maken met regionale bestuurders en investeringsbeslissingen
te nemen. Op 24 en 25 november a.s. zijn de Bestuurlijke Overleggen MIRT gepland.
Dit jaar is bijzonder door de demissionaire status van het kabinet. Met deze brief
wordt uw Kamer geïnformeerd over het besluit om deze BO’s MIRT uit te stellen, naar
het zich nu laat aanzien naar het eerste kwartaal van 2022.
Een dergelijk uitstel heeft voor de onderwerpen waar alleen bespreking van de voortgang
aan de orde is geen gevolgen. Voor opgaven die investeringen vragen kunnen gezien
de huidige demissionaire status van het kabinet, alsmede de financiële situatie geen
afspraken worden gemaakt. Daarom worden de BO’s MIRT uitgesteld. Wel zullen we gezamenlijk
met onze regionale partners in alle landsdelen overleg voeren over de verstedelijkingsstrategieën
van zeven regio’s (Metropoolregio Amsterdam, Zuidelijke Randstad, Metropoolregio Utrecht,
Stedelijk Brabant, Regio Arnhem-Nijmegen-Food Valley, Regio Zwolle, Regio Groningen-Assen).
Tevens worden de regionale partners meegenomen in het financiële beeld ten aanzien
van het Mobiliteitsfonds en het Deltafonds.
Het Rijk zal zich samen met de bestuurlijke partners in de landsdelen, zoveel mogelijk
inzetten voor het uitvoeren van de in eerdere BO’s MIRT en Bestuurlijke overleggen
Leefomgeving (BOL’s) gemaakte afspraken en daarmee voor een veilig, bereikbaar en
leefbaar Nederland. In aanloop naar het Nota-overleg MIRT met uw Commissie IenW, dat
gepland staat voor 6 december a.s., wordt uw Kamer met de zogenaamde MIRT-brief geïnformeerd
over de voortgang van de projecten, inclusief relevante moties en toezeggingen.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
B. Visser
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat,
S.P.R.A. van Weyenberg