Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35910 nr. B |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Eerste Kamer der Staten-Generaal | 2021-2022 | 35910 nr. B |
De leden van de fractie van GroenLinks hebben met belangstelling kennisgenomen van het wetsvoorstel en bezien het voorstel met een positieve grondhouding. Deze leden hebben de navolgende vragen. De leden van de fractie van de PvdA wensen zich bij de vragen van de leden van de GroenLinks-fractie aan te sluiten.
De leden van de fractie van de PVV hebben van het wetsvoorstel kennisgenomen. Deze leden hebben een aantal vragen.
De leden van de fractie van GroenLinks merken op dat de regering niet voornemens is om een inhoudelijke of beleidsmatige koppeling te leggen tussen de kilometerheffing voor het vrachtverkeer en die voor personen- en bestelbussen. Dit blijft de leden van de fractie van GroenLinks bevreemden. Waarom is niet gekozen voor een systematiek waarbij zakelijk verkeer en personenverkeer gelijk worden behandeld?
De leden van de fractie van GroenLinks wijzen erop dat de regering aangeeft dat de baten van de heffing in nauw overleg met de sector worden vormgegeven. Echter, de leden van de fractie van GroenLinks missen in dezen een breder maatschappelijk perspectief bij de ontwikkeling van het maatregelenpakket. De leden van de fractie van GroenLinks vragen de regering of dit terecht is. Immers, de huidige fiscale instrumenten ― die worden vervangen door de vrachtwagenheffing ― lopen via het spoor van de algemene middelen. Deze leden menen dat er nu een verschuiving lijkt plaats te vinden van een algemene heffing naar een heffing die gekoppeld wordt aan bestedingen die een-op-een een relatie hebben met de groep die deze heffing opbrengt. De leden van de fractie van GroenLinks constateren dat dit een wijziging in de systematiek betreft. Deze leden vragen de regering wat de reden hiervoor is. Hoe wordt hierbij het algemeen belang gewaarborgd? Hoe heeft de regering geborgd dat de middelen doelmatig besteed blijven worden? Immers, een euro voor een klimaatvriendelijk vrachtverkeer is nog niet hetzelfde als een euro goed en doelmatig besteden in het kader van klimaatbeleid.
Kan de regering inmiddels aangeven wanneer de maatregelen die worden voorzien voor de baten die met de heffing worden opgehaald effect gaan sorteren?
De leden van de fractie van GroenLinks vragen de regering of zij, gezien de crisis op de energiemarkten en de noodzaak tot meer autonomie van Nederland, de noodzaak ziet om de vrachtwagenheffing zo snel als mogelijk is te voorzien van de mogelijkheid om te kunnen differentiëren naar milieuprestatie als onderdeel van een positief stimuleringsbeleid voor het gebruik van «schone technieken»?
De leden van de fractie van de PVV verwijzen naar artikel 34 (evaluatie) van het wetsvoorstel dat luidt als volgt: «Onze Minister zendt telkens na vier jaar aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.»
De leden van de fractie van de PVV vragen de regering of zij kan aangeven, in het licht van het behoorlijk ingrijpende karakter van dit wetsvoorstel, waarom is gekozen voor een evaluatie na vier jaar. Deze leden vragen de regering ook of het haalbaar is om de evaluatie na elke twee jaar uit te voeren. De leden van de fractie van de PVV ontvangen van de regering graag een gemotiveerd antwoord.
Verder vragen de leden van de fractie van de PVV of de regering kan aangeven of in deze evaluatie ook een zo’n breed mogelijk onderzoek wordt gedaan naar de sociaaleconomische gevolgen van dit wetsvoorstel zowel sectorspecifiek, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen kleine en grote ondernemers, alsmede algemeen. Bovendien vragen zij of de gevolgen inzake risico’s en bedreigingen met betrekking tot privacy en digitale veiligheid daarbij ook worden meegenomen. Deze leden ontvangen van de regering graag een gemotiveerd antwoord.
De leden van de fractie van de PVV vragen de regering om zo gedetailleerd mogelijk aan te geven op welke manier de risico’s en bedreigingen inzake privacy en digitale veiligheid als gevolg van de wijze van heffing worden geneutraliseerd, alsmede welke «reservemaatregelen» er zijn wanneer het digitale systeem operationele problemen ervaart, zoals storingen. Graag ontvangen deze leden van de regering een gemotiveerd antwoord.
De leden van de fractie van de PVV verzoeken de regering aan te geven uit welke onderzoeken, draagvlakmetingen et cetera blijkt dat de meerderheid van de ondernemers in de sector dit nieuwe systeem verwelkomt. Graag ontvangen deze leden van de regering een gemotiveerd antwoord.
De commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving ziet met belangstelling uit naar de memorie van antwoord en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit voorlopig verslag.
De voorzitter van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Meijer
De griffier van de vaste commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving, Dragstra
Samenstelling:
Atsma (CDA), De Boer (GL), Van Dijk (SGP), Pijlman (D66), Klip-Martin (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), arbouw (VVD), Bezaan (PVV), Fiers (PvdA), Dessing (FVD), Geerdink (VVD), Janssen (SP), Kluit (GL), Van der Linden (Fractie-Nanninga), Meijer (VVD) (voorzitter), Moonen (D66), Nicolaï (PvdD), Prins (CDA), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van Pareren (Fractie-Nanninga), Raven (OSF) en Karakus (PvdA) (ondervoorzitter).
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-35910-B.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.