35 909 Voordracht ter vervulling van een vacature in de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)

Nr. 1 BRIEF VAN DE MINISTER-PRESIDENT, MINISTER VAN ALGEMENE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 september 2021

Een lid van de commissie van toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (CTIVD), mw. mr. M.I. Koelewijn, is benoemd per 1 maart 2016. Deze benoeming is voor een tijdvak van 6 jaar. De voorzitter van de CTIVD heeft per brief van 2 september 2021 laten weten dat mw. Koelewijn geen tweede termijn ambieert. Dit houdt in dat haar functie per 1 maart 2022 vacant wordt.

De ontslag- en benoemingsprocedure voor de CTIVD is geregeld in hoofdstuk 7 van de Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten 2017 (Wiv 2017). Artikel 99, lid 1, van deze wet geeft aan dat voor de benoeming van de leden van de CTIVD door de Tweede Kamer der Staten-Generaal per vacature een voordracht wordt gedaan van tenminste drie personen, waaruit de betrokken ministers een keuze maken. Bij haar voordracht slaat de Tweede Kamer zodanig acht als haar dienstig voorkomt op een door de vicepresident van de Raad van State, de president van de Hoge Raad der Nederlanden en de Nationale ombudsman gezamenlijk opgemaakte aanbevelingslijst van ten minste drie kandidaten per vacature. De geselecteerde kandidaat wordt door de Kroon benoemd.

Ik heb de vice-president van de Raad van State met bijgevoegde brief verzocht om de benoemingsprocedure op korte termijn te starten en de aanbevelingscommissie bijeen te roepen1. Ik verzoek u om een benoemingscommissie samen te stellen, teneinde tijdig een nieuw lid van de CTIVD op voordracht van de Tweede Kamer te kunnen benoemen.

De Minister-President, Minister van Algemene Zaken, M. Rutte


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven