Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
In artikel III, onderdeel F, wordt aan het voorgestelde 8.11a, derde lid, toegevoegd
«In afwijking hiervan kan de maatregel voor een periode van ten hoogste twintig jaren
worden opgelegd indien de verdachte bij rechterlijke uitspraak wordt veroordeeld wegens
het in artikel 8.12, zevende lid, omschreven misdrijf of indien nog geen tien jaren
zijn verstreken sedert de dag waarop de verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld
wegens een strafbaar feit dat de gezondheid of het welzijn of een of meer dieren benadeelt.»
Toelichting
Met deze nota van wijziging wordt voorzien in de mogelijkheid om een langer zelfstandig
houdverbod op te leggen aan personen die een eerder opgelegd houdverbod hebben overtreden
of zich herhaaldelijk schuldig hebben gemaakt aan een strafbaar feit dat de gezondheid
of het welzijn van dieren benadeelt. Hiermee wordt onder meer opvolging gegeven aan
de door verschillende fracties in het verslag geuite wens om een langer houdverbod
voor recidiverende dierenbeulen mogelijk te maken. Ook wordt hiermee invulling gegeven
aan moties van de leden Graus en Wassenberg (Kamerstukken II 2021/22, 35 925 XIV, nr. 28 en Kamerstukken II 2020/21, 35 570 XIV, nr. 16).
De oplegging van een houdverbod met een maximale duur van twintig jaar wordt in twee
gevallen mogelijk gemaakt. Het gaat daarbij ten eerste om de situatie dat een persoon
aan wie eerder een houdverbod is opgelegd, dit houdverbod overtreedt door opnieuw
dieren te gaan houden (of te handelen in strijd met andere, aan het houdverbod verbonden
voorschriften zoals een locatieverbod). Overtreding van een opgelegd houdverbod levert
een strafbaar feit op (het voorgestelde artikel 8.12, zevende lid, van de Wet dieren).
De onderhavige nota van wijziging voorziet erin dat – indien bij een veroordeling
wegens overtreding van een lopend houdverbod opnieuw een houdverbod wordt opgelegd –
de maximale duur van dit nieuwe houdverbod wordt verdubbeld van tien naar twintig
jaar.
Ten tweede kan het houdverbod voor maximaal twintig jaar worden opgelegd indien betrokkene
eerder onherroepelijk is veroordeeld wegens een strafbaar feit dat de gezondheid of
het welzijn van dieren schaadt. Hiervoor is niet vereist dat bij die eerdere veroordeling
ook een houdverbod is opgelegd. De enkele omstandigheid dat iemand eerder is veroordeeld
voor een dergelijk strafbaar feit is voldoende om een houdverbod van een langere maximale
duur op te kunnen leggen.
De Minister van Justitie en Veiligheid, D. Yesilgöz-Zegerius