Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 2 juni 2021 en het nader rapport d.d. 5 juli 2021, aangeboden aan de Koning door
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat. Het advies van de Afdeling advisering
van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 8 april 2021, nr. 2021000703,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 2 juni 2021, nr. W17.21.0100/IV, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 8 april 2021, no. 2021000703, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Infrastructuur en Waterstaat, bij de Afdeling advisering van de
Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen ten behoeve van de implementatie
van Richtlijn (EU) 2019/883 van het Europees parlement en de Raad van 17 april 2019
inzake havenontvangstvoorzieningen voor de afvalafgifte van schepen, tot wijziging
van Richtlijn 2010/65/EU en tot intrekking van Richtlijn 2000/59/EG (PbEU 2019, L 151)
en enkele technische verbeteringen (Implementatiewet tweede richtlijn havenontvangstvoorzieningen),
met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th. C. de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen. De Afdeling adviseert het wetsvoorstel bij
de Tweede Kamer in te dienen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om het wetsvoorstel nog op twee punten te verbeteren.
De eerste aanpassing betreft een wijziging van het voorgestelde nieuwe artikel 6c
van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. In artikel 6c, eerste lid, is
«geaggregeerd» geschrapt. Hierdoor is ook handhaving mogelijk ten aanzien van schepen
die niet verplicht zijn om de gegevens van het afvalontvangstbewijs te verstrekken
aan SafeSeaNet (i.e. het middels richtlijn 2002/59/EG ingestelde monitoring- en informatiesysteem). Handhaving is niet mogelijk op grond van geaggregeerde
gegevens. In de Regeling houdende regels voor havenontvangstvoorzieningen wordt de
registratie en gegevensverstrekking door de havenbeheerder nader uitgewerkt.
De tweede aanpassing betreft een louter tekstuele wijziging van het voorgestelde nieuwe
artikel 6b van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen. In het wetsvoorstel
is aangepast dat een melding moet worden gedaan «aan» SafeSeaNet in plaats van «in»
SafeSeaNet.
Ik moge U verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Infrastructuur en Waterstaat,
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga