35 876 Mededeling van de Commissie aan het Europees parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comite van de Regio's over de strategie voor de bestrijding van mensenhandel1

A HERDRUK2 BRIEF VAN DE VOORZITTERS VAN DE VASTE COMMISSIES VOOR IMMIGRATIE EN ASIEL/JBZ-RAAD EN VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID

Aan de Europese Commissie, de heer D. Reynders

Den Haag, 9 juli 2021

De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad en voor Justitie en Veiligheid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal hebben met belangstelling kennisgenomen van de op 14 april 2021 gepubliceerde mededeling COM(2021)171 van de Europese Commissie aan het Europees parlement, de Raad, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de regio’s over de EU-strategie voor de bestrijding van mensenhandel 2021–2025.3 De leden van de fractie van de SP leggen naar aanleiding van deze mededeling graag de volgende vragen en opmerkingen aan u voor.

Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de SP

De leden van de fractie van de SP wijzen erop dat de strijd tegen mensenhandel in de Europese Unie volgens de Europese Commissie sinds jaren prioriteit heeft. Er zijn sinds het aannemen van de EU mensenhandel richtlijn4 veel verbeteringen tot stand gekomen, aldus de Europese Commissie. Desalniettemin lijkt het dat de omvang van de mensenhandel niet is afgenomen, maar juist is toegenomen. Hoe verklaart de Europese Commissie dat, en in hoeverre ziet de Europese Commissie samenhang tussen deze toename en het vrije verkeer van arbeidskrachten dat is toegestaan in de Europese Unie?

De kosten van mensenhandel bestaan natuurlijk eerst en vooral uit de ellende die de slachtoffers ervan ondervinden. Volgens de Europese Commissie worden er jaarlijks zo’n 14.000 slachtoffers in de EU geregistreerd maar ligt het werkelijke aantal waarschijnlijk veel hoger. Hoeveel hoger, vragen de leden van de fractie van de SP en is er een (opwaartse) trend zichtbaar? In welke landen worden de meeste slachtoffers geregistreerd? De helft van de slachtoffer is volgens de Europese Commissie EU-burger. Is het zo dat de meeste slachtoffers, die EU-burger zijn, afkomstig zijn uit de Oost-Europese lidstaten en te werk gesteld worden in de West-Europese lidstaten? Welke lidstaten registreren de meeste slachtoffers en is dat gerelateerd aan de omvang van de mensenhandel in die lidstaten of aan andere oorzaken, zoals een actiever opsporingsdienst- en bestrijdingsprogramma inzake mensenhandel? Volgens de Europese Commissie is bij 60 procent van de slachtoffers sprake van seksuele uitbuiting en bij 15 procent van de slachtoffers van arbeidsuitbuiting. In welke landen worden de meeste slachtoffers van deze vormen van uitbuiting geregistreerd. Het meer dan gemiddeld voorkomen van deze vormen van uitbuiting, is dat het gevolg van leemten in de nationale regelgeving of juist van een meer dan gemiddeld actieve aanpak van deze vormen van mensenhandel?

Er lijkt een toename te zijn van mensenhandel in de vorm van arbeidsuitbuiting. Op welke wijzen zouden de EU en de lidstaten hiertegen een meer effectieve strijd kunnen aanbinden? In hoeverre werkt het in de EU geldende vrije verkeer van arbeidskrachten belemmerend in de strijd tegen mensenhandel in de vorm van arbeidsuitbuiting?

Alle EU-lidstaten hebben het Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel5 inmiddels getekend en geratificeerd. De Europese Unie, voor wie tekening en ratificatie ook mogelijk is, heeft dat echter tot op heden niet gedaan. Kan de Europese Commissie de redenen daarvoor melden, en aangeven of tekening en ratificatie in de nabije toekomst wel overwogen worden? Zou daarvoor ook geen extra reden gelegen zijn in het feit dat naast alle EU-lidstaten van de Raad van Europa inmiddels ook alle andere lidstaten van de Raad van Europa dit verdrag, dat in 2005 gesloten werd, getekend en geratificeerd hebben, met uitzondering van de Russische Federatie, en veel slachtoffers van mensenhandel ook afkomstig zijn uit deze niet-EU-lidstaten van de Raad van Europa?

Waarom komt de vermelding van de Raad van Europa slechts een enkele keer, op pagina 21, voor in het document van de Europese Commissie terwijl de Raad van Europa een uitgebreid monitoring- en verslagsysteem heeft in de vorm van de «Group of Experts on Action against trafficking in human beings» (GRETA), waarbinnen ruime uitwisseling plaatsvindt van ervaringen, inclusief best practices, waarvan de EU gebruik kan maken? Ziet de Europese Commissie dat er wellicht doublures plaatsvinden in het werk van de Raad van Europa en de Europese Unie als het gaat om het bestrijden van mensenhandel en dat door betere afstemming, en door toetreding van de EU tot het Verdrag van de Raad van Europa inzake actie tegen mensenhandel, de pan-Europese strijd tegen mensenhandel succesvoller kan worden?

De leden van de vaste commissies voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad en Justitie en Veiligheid zien uw reactie met belangstelling tegemoet en stellen het op prijs uw antwoord zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief te ontvangen.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie en Asiel/JBZ-Raad, Faber-van de Klashorst

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer


X Noot
1

Zie dossier E210014 op www.europapoort.nl; het COM-document is als bijlage toegevoegd.

X Noot
2

Herdruk in verband met dubbele tekst

X Noot
3

Dossier E210014 op https://www.eerstekamer.nl/eu/.

X Noot
4

Richtlijn 2011/36/EU van het Europees parlement en de Raad van 5 april 2011 inzake de voorkoming en bestrijding van mensenhandel en de bescherming van slachtoffers daarvan, en ter vervanging van Kader-besluit 2002/629/JBZ van de Raad.

X Noot
5

Verdrag van de Raad van Europa inzake bestrijding van mensenhandel, Warschau, 16-05-2005. Zie ook: https://www.coe.int/en/web/conventions/full-list/-/conventions/treaty/197.

Naar boven