Op 17 december 2020 presenteerde de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag
(POK) haar rapport Ongekend onrecht. De ondervragingscommissie concludeerde dat bij de uitvoering van de kinderopvangtoeslagen
de grondbeginselen van de rechtstaat zijn geschonden. Veel mensen zijn hierdoor gedupeerd.
In zijn reactie op dit rapport sprak het toenmalige kabinet van een «zwarte bladzijde
in de geschiedenis van de Nederlandse overheid» die het kabinet met een «diep gevoel
van schaamte» vervulde.1
Het kabinet herkent zich hierin opnieuw bij het lezen van het eindrapport «Blind voor
mens en recht», dat de parlementaire enquêtecommissie Fraudebeleid en Dienstverlening
(PEFD) op 26 februari jl. presenteerde (Kamerstuk 35 867, nr. 6). De POK maakte duidelijk wat er gebeurde bij het toeslagenschandaal. De PEFD heeft breder onderzocht hoe de overheid in de periode 1992–2021 de fraudebestrijding heeft vormgegeven op het
terrein van sociale zekerheid en toeslagen en welke gevolgen dat had voor mensen.
In een verhard politiek en maatschappelijk klimaat zijn volgens de enquêtecommissie
de uitvoerende, de rechterlijke én de wetgevende macht blind geweest voor mens en
recht. Daardoor zijn levens van mensen vermorzeld, aldus de hoofdconclusie. De enquêtecommissie
constateert ook dat de onderliggende patronen nog steeds bestaan. Zonder de juiste
maatregelen, veranderingen en waarborgen kan een volgend schandaal weer gebeuren constateert
de commissie.
Het kabinet dankt de enquêtecommissie zeer voor haar werk en onderzoek. De overheid
moet te allen tijde oog hebben voor mens en recht. En juist daarom trekt het kabinet
zich de pijnlijke conclusies zeer aan. Oog en oor hebben voor de mens betekent dat
de overheid niet tegenover, maar naast mensen moet staan. Tegelijkertijd is oog hebben
voor recht ook zorgen dat regels niet worden overtreden.
Naar aanleiding van het rapport van de POK over de toeslagenaffaire, zijn trajecten
in gang gezet die ook een mentaliteitsverandering beogen. In 2021 startte het tienjarige
overheidsbrede programma Werk aan Uitvoering.
Samen met medeoverheden, inspecties en publieke dienstverleners, spant het kabinet
zich in voor een beter passende dienstverlening aan burgers en ondernemers, waarin
de menselijke maat voorop staat en aandacht is voor emancipatie van de uitvoering.
Met het programma Vereenvoudiging Inkomensondersteuning voor Mensen (VIM), werkt het
kabinet aan voorstellen om de inkomensondersteuning eenvoudiger en begrijpelijker
te maken. Naast de hersteloperatie die gedupeerden van de toeslagenaffaire herstel
biedt, is er gewerkt aan concrete verbeteringen binnen het huidige toeslagenstelsel.
In het voorjaar van 2023 is een ontwerp voor een stelsel van directe financiering
kinderopvang gepresenteerd.2 Kortgeleden heeft het kabinet het Eindrapport Toekomst Toeslagenstelsel aangeboden
aan uw Kamer. In dat rapport zijn beleidsopties onderzocht om het toeslagenstelsel
af te schaffen of fundamenteel anders in te richten.3 Ook wordt het handhavings- en sanctioneringsbeleid op het gebied van toeslagen en
sociale zekerheid herzien.
Het rapport van de PEFD benadrukt het belang van de hierboven beschreven beweging
en bevat aanbevelingen die verder gaan of nieuw zijn. De motie-Stultiens c.s. die
uw Kamer na het debat met de enquêtecommissie op 25 april heeft aangenomen, vraagt
het kabinet om op korte termijn met een reactie te komen op het rapport. Het kabinet
heeft de afgelopen periode voorbereidingen getroffen om te komen tot een inhoudelijke
reactie op het rapport. Daarbij zijn beleidsopties voorbereid waaraan ambtelijk wordt
doorgewerkt. Het kabinet wil het nieuwe kabinet de gelegenheid geven zich te verhouden
tot de aanbevelingen van de PEFD en daar in haar eigen keuzes te maken. Daarmee laten
we een inhoudelijke reactie aan het volgende kabinet.