35 830 XIII Jaarverslag en slotwet Ministerie van Economische Zaken en Klimaat 2020

Nr. 5 LIJST VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN

Vastgesteld 9 juni 2021

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen voorgelegd aan de Algemene Rekenkamer over het rapport Resultaten verantwoordingsonderzoek 2020 bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat (Kamerstuk 35 830 XIII, nr. 2).

De Algemene Rekenkamer heeft deze vragen beantwoord bij brief van 9 juni 2021. Vragen en antwoorden zijn hierna afgedrukt.

De fungerend voorzitter van de commissie, Azarkan

De griffier van de commissie, Nava

Vraag 1

Kan worden ingegaan op het advies om de KIA af te schaffen? Hoezeer betekent weinig inzicht in effectiviteit dat de maatregel zelf niet effectief is?

We concluderen niet dat de maatregel zelf niet effectief is, maar we benadrukken dat voor een goede verantwoording over fiscale regelingen de effectiviteit ervan aantoonbaar moet zijn. In de ruim 30 jaar dat de KIA (en zijn voorloper) bestaat, is in verschillende (evaluatie-)onderzoeken geconcludeerd dat effecten van de KIA niet aantoonbaar zijn. Vanaf 2005 is een terugkerende aanbeveling om investeringsdata vast te leggen, omdat er door het gebrek aan data over investeringen geen conclusie is te trekken over de effectiviteit van de KIA. De Minister heeft naar aanleiding van deze aanbevelingen niet gezorgd dat er relevante gegevens over de investeringen worden verzameld. Het Toetsingskader fiscale regelingen van het Ministerie van Financiën stelt dat een fiscale regeling moet worden aangepast of afgeschaft als het effect ervan niet aantoonbaar is. Aangezien het effect van de KIA nooit is aangetoond hebben wij de Minister aanbevolen om de KIA af te schaffen.

Vraag 2

Kan de aanbeveling met de betrekking tot de optie van de afkoopregeling met de NAM nader gespecificeerd worden?

In ons verantwoordingsonderzoek constateren wij dat de Minister van EZK en de Minister van BZK veel kosten maken voor de inzet van deskundigen bij het schadeherstel en de versterkingsoperatie in Groningen. Om de kosten op de NAM te kunnen verhalen, stellen deskundigen precies vast hoeveel het schadeherstel of de versterking kost.

De rijksoverheid kan doelmatiger optreden als kosten voor het schadeherstel en de versterkingsoperatie niet meer individueel op adresniveau aan de NAM verantwoord hoeven te worden. In dit verband bevelen wij de Ministers aan opties te verkennen voor een afkoopregeling met de NAM. Als onderdeel van deze regeling zouden de Ministers een meerjarige uitkeringsreeks met de NAM kunnen overeenkomen, zoals bij het Nationaal Programma Groningen (NPG).

Naar boven