35 807 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het stellen van tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen)

I BRIEF VAN DE MINISTER VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 juni 2021

Tijdens de behandeling van het wetsvoorstel wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met het stellen van tijdelijke regels over de inzet van coronatoegangsbewijzen bij de bestrijding van het virus SARS-CoV-2 (Tijdelijke wet coronatoegangsbewijzen) op 25 mei 2021 is door Uw Kamer motie Van der Voort c.s.1 aangenomen. Met deze motie wordt de regering verzocht om een realistische ondergrens van de prevalentie van het aantal geschatte besmettelijke personen op te nemen voor coronatestbewijzen en andere maatregelen in het stappenplan voor opening van de samenleving en in de bijhorende ministeriële regeling en verzoekt de regering om een realistische ondergrens van de prevalentie van het aantal geschatte besmettelijke personen op te nemen voor coronatestbewijzen en andere maatregelen in het stappenplan voor opening van de samenleving en in de bijhorende ministeriële regeling dan wel amvb.

Met deze brief wil ik u informeren dat aan het OMT is gevraagd om te adviseren over de signaalwaarden voor het kunnen loslaten van de 1,5 meter. Als de 1,5 meter wordt losgelaten heeft dat ook betekenis voor het toepassen van toegangsbewijzen. Aanvullend is het OMT gevraagd te adviseren over het in stand houden van toegangsbewijzen, bijvoorbeeld bij grote festivals, op het moment dat de afstandsnorm van 1,5 meter wordt losgelaten. Het OMT advies wordt volgende week verwacht.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, H.M. de Jonge


X Noot
1

Kamerstukken I 2020–2021, 35 807, nr. G.

Naar boven