De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat coronavirussen al decennia in alle soorten en maten voorkomen, bij
zowel mensen als dieren, zoals honden en katten;
constaterende dat het coronavirus dat COVID-19 veroorzaakt, officieel SARS-CoV-2 heet;
constaterende dat COVID-19 wereldwijd een grotere impact heeft op de gezondheid, het
maatschappelijk leven en de economie dan andere, veel minder schadelijke coronavirussen;
overwegende dat er, bijvoorbeeld bij het maken van beleid of het al dan niet goedkeuren
van wetsvoorstellen, zoals de wijziging op de Wet publieke gezondheid, duidelijk onderscheid
moet worden gemaakt tussen coronavirussen in het algemeen en COVID-19 in het bijzonder;
overwegende dat moet worden voorkomen dat nu, of in de toekomst, door het gebruik
van het woord «corona», alle coronavirussen, zowel bij mensen als dieren, op één hoop
(kunnen) worden gegooid en dat eventuele wetten of moties/amendementen dan mogelijk
zonder tussenkomst van de Tweede en Eerste Kamer kunnen worden geïnterpreteerd voor
andere, mildere coronavirussen dan COVID-19;
verzoekt het kabinet en de Kamer, om in beleidsstukken, moties, amendementen, wetsvoorstellen
of andere stukken of inbreng met betrekking tot SARS-CoV-2 alleen nog te spreken over
COVID-19 of SARS-CoV-2 en documenten of wetsvoorstellen die nog in behandeling zijn
daarop per direct aan te passen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Plas