Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 11 november 2021
Wij zijn graag ingegaan op uw verzoek om een gesprek dat wij gisteren met u hebben
gevoerd. U zond ons een stenogram van de Regeling van Werkzaamheden van 2 en 9 november
over de begroting en het tijdpad daarbij. Onze reactie hierop ligt besloten in de
brief die wij u op 1 november hebben gezonden over de voortgang van onze werkzaamheden
(Kamerstuk 35 788, nr. 69). Verder is het kabinet verantwoordelijk voor de begroting.
Wat uw brief van 1 november aan ons betreft (Kamerstuk 35 788, nr. 68), stellen wij met u onder meer vast dat de duur van de formatie, sedert de verkiezingen
voor de Tweede Kamer in maart jl. en de debatten in de Kamer die daarop toen zijn
gevolgd, een langere is dan tot nu toe gebruikelijk en dat er sprake is van signalen
van ongeduld. Wij erkennen deze signalen, delen uw zorg en hebben begrip voor uw verzoek.
Bij de onderhandelingen tussen de fracties zijn inmiddels de belangrijkste onderwerpen
een of meer malen aan de orde gekomen. Er bestaat nog geen overeenstemming over deelonderwerpen,
het geheel daarvan of het financieel kader hetgeen inhoudt dat er in deze fase in
de onderhandelingen tussen de fracties geen besluitvorming aan de orde is over de
bij de Kamers aanhangige begrotingsvoorstellen die behandeld worden door het kabinet
en de Kamers. Voorts wordt in het kader van een goede en zorgvuldige werkwijze bij
de onderhandelingen, zoals gebruikelijk, inhoudelijke informatie ingewonnen, ook door
contact met vertegenwoordigers van uitvoeringsorganisaties, die vervolgens een rol
speelt bij de verdere besprekingen. Zo worden op de verschillende terreinen afzonderlijk
en in samenhang telkens vorderingen geboekt.
Zoals aangekondigd in onze brief aan u van 1 november, zijn wij op 4 en 5 november
in Groningen bijeen gekomen met de voorzitters van de fracties van VVD, 066, CDA en
ChristenUnie en hun secondanten in het kader van de uitvoering van de opdracht die
wij van de Kamer (Kamerstuk 35 788, nr. 59) ontvingen. Deze bijeenkomsten hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de voortgang
van de kabinetsformatie, onder meer bij de relatie tussen het financieel kader en
deelonderwerpen. In Groningen vond op 4 november, mede naar aanleiding van een verzoek
van de Kamer, tevens een gesprek plaats van de voorzitters van de vier fracties met
vertegenwoordigers van degenen die geraakt zijn door de aardbevingen en hun gevolgen.
Wij zijn voornemens van 17 tot en met 19 november a.s. opnieuw bijeen te komen op
landgoed De Zwaluwenberg met de genoemde vertegenwoordigers van de vier fracties op
basis van het geheel van de stand van zaken en vorderingen van dat moment. De onmiskenbare
voortgang in een proces van onderhandelingen, dat feitelijk eerst enige weken geleden
is begonnen tussen de vier betrokken fracties, laat zich, gegeven de onzekerheden
die tot een dergelijk proces behoren, niet vatten in een kalender, ook omdat hiervan
onvoorziene en mogelijk averechtse gevolgen kunnen uitgaan. Onze verwachting is dat
de onderhandelingen binnen enkele weken ver gevorderd zijn. Hiervoor zetten wij ons
in.
Het staat verder vast dat alle onderhandelaars leden van uw Kamer zijn en dat zij,
evenals degenen die tevens lid zijn van het kabinet, de voortgang hiervan zo tijdig
mogelijk laten verlopen als verenigbaar is met het tijdsbeslag en de verplichtingen
die volgen uit de werkzaamheden en agenda van uw Kamer respectievelijk de onontkoombare
en buitenlandse verplichtingen die verbonden zijn met het lidmaatschap van het kabinet.
Als informateurs verzoeken wij u nu als Voorzitter en ook de Tweede Kamer, met inbegrip
van de voorzitters van verschillende commissies van de Kamer, bij de planning van
debatten en andere werkzaamheden rekening te houden met het belang van de voortgang
van de formatie. Mogelijke vervolgbijeenkomsten in het kader van de formatie buiten
Den Haag zullen na 19 november niet gepland worden op dinsdag, woensdag of donderdag.
In de week na de hiervoor genoemde bijeenkomst op landgoed De Zwaluwenberg zullen
wij de Kamer nader informeren.
De informateurs,
J.W. Remkes
W. Koolmees