Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 april 2021
Hierbij bied ik u het eindverslag aan van mijn werkzaamheden als informateur, met
twee bijlagen1.
Bij dit eindverslag zijn daarnaast als bijlagen gevoegd: de verslagen van mijn gesprekken
met de voorzitters van de 17 fracties in de Tweede Kamer, afschriften van de brieven
die ik van hen ontving alsmede de verslagen van gesprekken met anderen die ik als
informateur heb ontvangen2.
Zoals vermeld aan het slot van mijn eindverslag ben ik uiteraard bereid een debat
hierover bij te wonen en desgevraagd de leden van uw Kamer dan nader te informeren.
Via u wil ik de fractievoorzitters bedanken voor het vertrouwen waarmee zij mij tegemoet
zijn getreden en de open wijze waarop wij met elkaar mochten spreken.
Die gesprekken konden bij mij echter een gevoel van ongemak niet wegnemen. Ongemak
over de gevolgen van uitputtende Kamerdebatten over geschonden vertrouwen in Den Haag
voor het vertrouwen van kiezers die hun stem uitbrachten in de hoop dat er geregeerd
zou worden om snel uit de crises te raken.
Tegelijkertijd constateer ik dat de bereidheid om met de bestaande bestuurscultuur
te breken de laatste weken is toegenomen. De breed gesteunde motie Klaver en Ploumen
Kamerstuk (28 362, nr. 44) is daarvan een uiting. Geen eenvoudige opgave. Maar alleen met een sterke democratische
rechtsorde kunnen fundamentele problemen effectief worden aangepakt, crises het hoofd
geboden en burgers en overheid op elkaar vertrouwen.
Mijn opdracht heb ik proberen te vervullen vanuit de overtuiging dat de democratische
rechtsorde is gebaseerd op vertrouwen en matiging. Wie een andere bestuursstijl predikt,
moet daarvan uitgaan. lk hoop dat de vervulling van mijn opdracht aan herstel van
dat vertrouwen en die matiging kan bijdragen.
Met de meeste hoogachting,
H.D. Tjeenk Willink