35 788 Kabinetsformatie 2021

Nr. 213 BRIEF VAN EEN OUD-KAMERVOORZITTER

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 juni 2023

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 13 juni 2023 (Handelingen II 2022/23, nr. 92, Regeling van Werkzaamheden) heeft de Tweede Kamer het verzoek gedaan een aantal vragen over de verkenningsfase 2021 aan de voormalige verkenners en de oud-Kamervoorzitter voor te leggen. De Tweede Kamer wil weten hoe het gesprek is verlopen tussen de twee verkenners, mevrouw Jorritsma en mevrouw Ollongren en mij als toenmalig Kamervoorzitter.

Op vrijdag 19 maart 2021 omstreeks 14 uur heeft er in de Commissiekamer op het voormalige Binnenhof, op initiatief van de verkenners mevrouw Jorritsma en mevrouw Ollongren, een «informeel» gesprek plaatsgevonden dat ongeveer 15 minuten duurde. Mijn weergave van dat gesprek is als volgt:

  • Er waren bij dit gesprek vijf personen aanwezig: mevrouw Jorritsma, mevrouw Ollongren, ikzelf, een hoge ambtenaar van het Ministerie van Algemene Zaken en een ambtenaar van de Tweede Kamer. De namen van de laatste twee aanwezigen noem ik niet in deze brief gezien hun functie als ambtenaar.

  • De hoge ambtenaar van het Ministerie van Algemene Zaken was als raadsadviseur toegevoegd aan het formatieteam. Dat hij aanwezig zou zijn bij het gesprek, wist ik van tevoren niet. Ik heb toen een ambtenaar van de Tweede Kamer verzocht ook bij dit gesprek aanwezig te zijn, in verband met mogelijke vragen over de procedure en het te plannen debat over het verslag van de verkenners.

  • Aan het begin van het gesprek vroeg ik wat de status van het gesprek was, en of er verslag van zou worden gemaakt. De verkenners verklaarden nadrukkelijk dat het een «informeel» gesprek betrof waar ook geen verslag van zou worden gemaakt.

  • Mevrouw Jorritsma en vervolgens mevrouw Ollongren gaven aan dat het niet zou lukken het verslag over de verkenningsfase op de geplande datum af te krijgen. Zij gaven als reden dat de Kiesraad pas op 26 maart 2021 met een definitieve uitslag van de verkiezingen zou komen. De verkenners uitten hun zorgen over de positie van CDA-lijsttrekker Wopke Hoekstra en het CDA. Zij vreesden dat de heer Omtzigt, die op nummer 2 van de CDA-lijst stond, meer stemmen zou halen dan de heer Hoekstra. Volgens mevrouw Jorritsma kon dit «een probleem» en «een risico» voor het te vormen kabinet worden.

  • Ik heb daarop geantwoord dat het in deze verkenningsfase niet om personen ging. Ik stelde dat het bovendien geen probleem hoefde te zijn dat de nummer 2 meer stemmen krijgt en dat ik als nummer 2 op de kandidatenlijst van de PvdA ook meer stemmen zou kunnen krijgen. Ik maakte bezwaar dat personen onderwerp werden van het gesprek.

  • Namens de Tweede Kamer heb ik benadrukt bij de verkenners dat op de afgesproken dag verslag diende te worden uitgebracht, conform de opdracht. Ook heb ik in dit gesprek bezwaar gemaakt tegen het feit dat de verkenners als eerste met de voorzitter van de Eerste Kamer op die vrijdag 19 maart 2021 hebben gesproken in plaats van met de fractievoorzitters.

Nadat op 25 maart 2021 mevrouw Ollongren werd gefotografeerd met de notitie «functie elders» achter de naam van de heer Omtzigt gaven de verkenners hun opdracht terug en werden de Ministers mevrouw van Ark en de heer Koolmees als nieuwe verkenners aangewezen. De Tweede Kamer heeft vervolgens gevraagd om openbaring van alle onderliggende documenten over de eerste verkenningsfase.

In verband hiermee heeft de heer Koolmees mij gebeld met de mededeling dat er toch aantekeningen waren gemaakt van het «informele» gesprek met de eerste verkenners. Ik kreeg de mogelijkheid om die in te zien en daar eventueel opmerkingen bij te maken. Ik heb de heer Koolmees laten weten daar geen gebruik van te maken. De aantekeningen zijn later openbaar gemaakt. In mijn gesprekken met mevrouw van Ark en de heer Koolmees, is de heer Omtzigt niet ter sprake gekomen.

Bovenstaande informatie heb ik ook gedeeld met de onderzoekers van de «Evaluatie kabinetsformatie 2021/2022».

K. Arib

Naar boven