35 764 Wijziging van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur in verband met informatiedeling tussen bestuursorganen en rechtspersonen met een overheidstaak en enige overige wijzigingen

B VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR JUSTITIE EN VEILIGHEID1

Vastgesteld 9 mei 2022

1. Inleiding

De leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks hebben met interesse kennisgenomen van het onderhavige wetsvoorstel.

De leden van de fractie van de PVV hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel en hebben hierover enkele vragen.

2. Structureel toezicht

De leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks realiseren zich dat uitbreiding van bestuurlijke maatregelen ter bestrijding van de georganiseerde criminaliteit een relevante bijdrage kan leveren aan de bescherming van onze democratische rechtsstaat in het algemeen en de bescherming van burgers in het bijzonder. Het vergroten van overheidsmacht brengt echter ook het risico met zich dat burgers slachtoffer van de onjuiste toepassing van deze macht worden, bijvoorbeeld door fouten, disproportioneel gebruik of onbedoelde neveneffecten. Deze leden wijzen nog maar een keer op de kindertoeslagaffaire. Het is daarom van groot belang dat de overheid, naast individuele rechtsbescherming, ook zelf structureel toezicht organiseert op uitvoering van de wet. Onderkent de regering dit belang? Op welke wijze wordt er nu al structureel toezicht gehouden? Wordt dit toezicht met de invoering van de wet verscherpt? Hoe wordt hierbij rekening gehouden met de termijnen waarbinnen informatie mag worden gedeeld, en hoe kan worden voorkomen dat de informatie blijft rondslingeren en niet tijdig wordt opgeschoond? (Met andere woorden: als je op een lijst staat, hoe en wanneer kom je er weer vanaf?)

3. Uitvoering Tweede Kamermoties

Op welke wijze zal uitvoering worden gegeven aan de in de Tweede Kamer aangenomen moties die vragen om (1) onderzoek naar uitvoeringsknelpunten in de praktijk2 en (2) onderzoek of betrokkenen voldoende inzage krijgen in de door een bestuursorgaan gebruikte informatie3, zo vragen de leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks.

4. Individuele rechtsbescherming

Ten aanzien van de individuele rechtsbescherming hebben de leden van de PvdA- en GroenLinks-fracties de volgende vragen. Op welke wijze geeft de overheid, in navolging van de uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in Grote Kamer van 2 februari 20224, uitvoering aan het proportionaliteitsbeginsel? Meer in het algemeen: ook de kindertoeslagaffaire begon met versterkte maatregelen tegen fraude. Op welke wijze wordt bij deze wet voorkomen dat door structureel wantrouwen in burgers en/of het niet corrigeren van de (onbedoelde) werking van bepaalde algoritmes en/of vooringenomenheid bij de uitvoering en/of onvoldoende ambtelijk en politiek gevolg geven aan signalen van onrecht, individuele burgers onrecht wordt gedaan? Hoe wordt discriminatie, bijvoorbeeld als gevolg van het ten onrechte structureel toepassen van maatregelen uit deze wet op een specifieke bevolkingsgroep, voorkomen? Hoe wordt georganiseerd dat bij de uitvoerders het besef blijft bestaan dat het hier in de meeste gevallen hoogstens om verdachten gaat en niet om «criminelen»?

5. Uitvoering

Ten aanzien van de uitvoering hebben de leden van de fracties van de PvdA en GroenLinks de volgende vragen. De gemeenten zijn bij monde van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een groot voorstander van de hier aan de orde zijnde wet. Is dit een signaal dat het huidige systeem in de praktijk niet goed werkt of is het juist een teken dat bestuursorganen op lokaal niveau zien dat de Wet Bibob effect heeft in het optreden tegen ondermijning?

Gemeenten mogen met deze wet ook zelf onderzoeken uitvoeren. Wat betekent dit voor kleine gemeenten met weinig uitvoeringscapaciteit? Kan dit niet leiden tot een waterbedeffect? Kwaadwillenden richten zich dan op kleine gemeenten omdat kleine gemeenten niet toekomen aan alle onderzoeken daar waar grote gemeenten snel en adequaat kunnen reageren op elke vergunningsaanvraag, iets wat juist door de wetswijziging zou moeten worden voorkomen?

6. Privacy

De leden van de fractie van de PVV lezen in de memorie van toelichting het volgende:

«De in dit wetsvoorstel voorgestelde wijzigingen strekken tot:

  • verruiming van de bevoegdheden tot informatiedeling (tussen het Landelijk Bureau Bibob en bestuursorganen en tussen bestuursorganen onderling); dit is nodig voor een effectievere signaalfunctie naar andere bestuursorganen om een betere risico-inschatting door bestuursorganen mogelijk te maken en daarmee de kans te verkleinen dat malafide personen legale structuren kunnen misbruiken voor criminele activiteiten;

  • uitbreiding van de reikwijdte van de Wet Bibob met het toestemmingsvereiste bij vervreemding van een opstalrecht en met bepaalde omgevingsvergunningen; als een gemeente eigenaar is van vastgoed waarop een opstalrecht rust, en aan haar toestemming wordt gevraagd voor de vervreemding van dat opstalrecht, is de overheidsintegriteit in het geding. Gelet op de risico’s voor misbruik en criminaliteit moet een onderzoek op grond van de Wet Bibob mogelijk zijn. Hetzelfde geldt voor omgevingsvergunningen voor omgevingsplanactiviteiten.

  • verduidelijking van de eigen onderzoeksbevoegdheden van bestuursorganen inzake fiscale gegevens. Voor een adequate inschatting van de risico’s op criminele facilitering zal het in veel gevallen nodig blijken om ook fiscale gegevens met betrekking tot derden op te vragen. Dit wetsvoorstel biedt daarvoor een heldere grondslag, opdat van mogelijke versluieringsconstructies de risico’s reeds boven water komen in het eigen onderzoek van bestuursorganen. Hiermee beoogt dit wetsvoorstel de bevoegdheden voor bestuursorganen om het ongewild faciliteren van criminele activiteiten tegen te gaan, verder te versterken.».5

De aan het woord zijnde leden vragen de regering hoe ertegen gewaakt wordt dat dit wetsvoorstel resulteert in eventuele negatieve gevolgen op het gebied van privacy.

De leden van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid zien de reactie van de regering – bij voorkeur binnen vier weken – met belangstelling tegemoet.

De voorzitter van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, De Boer

De griffier van de vaste commissie voor Justitie en Veiligheid, Van Dooren


X Noot
1

Samenstelling:

Backer (D66), De Boer (GL) (voorzitter), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Rombouts (CDA), Baay-Timmerman (50PLUS), Van den Berg (VVD), Arbouw (VVD), Bezaan (PVV), De Blécourt-Wouterse (VVD), Dittrich (D66), Doornhof (CDA), Janssen (SP), Karimi (GL), Meijer (VVD), Nicolaï (PvdD), Otten (Fractie-Otten) (ondervoorzitter), Recourt (PvdA), Rietkerk (CDA), Veldhoen (GL), Van Wely (Fractie-Nanninga), Nanninga (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA), Talsma (CU) en Hiddema (Fractie-Frentrop).

X Noot
2

Gewijzigde motie Bikker en Van Nispen; Kamerstukken II 2021/22, 35 764, nr.17.

X Noot
3

Motie Van Nispen en Sneller; Kamerstukken II 2021/22, 35 764, nr.15.

X Noot
4

ECLI:NL:RVS:2022:285.

X Noot
5

Kamerstukken II 2020/21, 35 764, nr. 3, p. 2.

Naar boven