35 749 Wijziging van de Vreemdelingenwet 2000 teneinde te voorzien in herziening van de regels voor niet tijdig beslissen op aanvragen op grond van de Vreemdelingenwet 2000 (Wet herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken)

D TWEEDE VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR IMMIGRATIE & ASIEL / JBZ-RAAD1

Vastgesteld 24 februari 2025

1. Inleiding

De leden van de fractie van D66 hebben met belangstelling kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag bij het wetsvoorstel Wet herziening regels niet tijdig beslissen in vreemdelingenzaken. Deze leden wensen de regering daarover enkele vragen te stellen. De leden van de fractie van de SP sluiten zich bij de gestelde vragen aan.

De leden van de fractie van de PvdD hebben met interesse kennisgenomen van de nota naar aanleiding van het verslag bij het onderhavige wetsvoorstel. Deze leden stellen de regering naar aanleiding hiervan graag een aantal vragen. De leden van de fracties van de SP en Volt sluiten zich bij de gestelde vragen aan.

2. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van D66

De leden van de fractie van D66 merken op dat de Afdeling Advisering van de Raad van State op 5 februari 2025 een zogenaamd C-advies heeft uitgebracht over de wetsvoorstellen Asielnoodmaatregelenwet en de Wet invoering tweestatusstelsel.2 Deze leden wijzen erop dat beide wetsvoorstellen volgens de Afdeling Advisering van de Raad van State grote invloed hebben op het werk van de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) en de looptijd van asielprocedures. Kan de regering reageren op de bedenkingen van de Afdeling Advisering van de Raad van State en daarbij de link leggen met hetgeen de IND moet doen om onderhavig wetsvoorstel op een goede en slagvaardige manier uit te voeren?

Op welke wijze garandeert de regering dat kwetsbare groepen – zoals asielzoekers in schrijnende situaties of gezinnen die wachten op gezinshereniging – niet disproportioneel getroffen worden door de langere wachttijden?

De leden van de fractie van D66 constateren dat de regering stelt dat de IND zich inzet voor tijdige besluitvorming, ook zonder dwangsom.3 Tegelijkertijd erkent de regering dat de IND al jaren kampt met capaciteitsproblemen en achterstanden.4 Kan de regering concreet aangeven welke garanties er zijn dat de IND de achterstanden daadwerkelijk inhaalt en nieuwe achterstanden voorkomt? Welke evaluatiemomenten zijn ingebouwd om te toetsen of de afschaffing van de bestuurlijke dwangsom leidt tot snellere besluitvorming?

De leden van de fractie van D66 wijzen erop dat de regering stelt dat de bestuurlijke dwangsom geen effectief instrument meer is,5 maar geen concrete alternatieven noemt die de IND zullen stimuleren om tijdig te beslissen. Welke prikkels of sancties blijven er over om de IND te motiveren om binnen de wettelijke termijnen te beslissen?

3. Vragen en opmerkingen van de leden van de fractie van de PvdD

De leden van de fractie van de PvdD hebben nog de volgende vragen. Zij verzoeken u de (sub)vragen afzonderlijk te beantwoorden.

In het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie worden eisen gesteld die betrekking hebben op behoorlijk bestuur. Artikel 41, eerste lid, bepaalt: «Eenieder heeft er recht op dat zijn zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen en organen van de Unie worden behandeld».

Vraag 1a

Kan de regering bevestigen dat het bepaalde in paragraaf 4.1.3.2 Awb strekt tot uitwerking van artikel 41, eerste lid, van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie? Zo nee, waarom niet?

Vraag 1b

Zo ja, wordt in artikel 4:17, eerste lid, Awb uitwerking gegeven aan het «recht» dat de burger ontleent aan artikel 41 van het Handvest? Zo nee, waarom niet?

Vraag 1c

Erkent de regering dat alle burgers die met uitvoering van Nederlandse wetgeving te maken krijgen gelijkelijk rechten ontlenen aan artikel 41, eerste lid, van het Handvest? Zo nee, waarom niet?

Vraag 1d

Zo ja, op welke grond kan aan vreemdelingen een recht ontzegd worden dat andere burgers op wie Nederlandse wetgeving van toepassing is wel kunnen claimen?

Ingevolge artikel 4:17, derde lid, Awb gaat de dwangsom pas in twee weken na een ingebrekestelling na het verloop van de termijn waarbinnen op de aanvraag diende te worden beslist.

Vraag 2a

Erkent de regering dat als door de IND niet binnen de wettelijke termijn op de aanvraag is beslist, de vreemdeling onmiddellijk een bezwaarschrift tegen niet-tijdig beslissen kan indienen en aan de voorzieningenrechter een verzoek kan richten om de IND op te dragen alsnog te beslissen?

Vraag 2b

Is de rechter bevoegd om zonder zitting zo’n verzoek binnen twee weken in te willigen en een dwangsom daaraan te verbinden die de rechter vaststelt op de bedragen waarop ingevolge artikel 4:17, eerste lid, Awb andere burgers recht hebben bij uitvoering van andere wetten? Zo nee, op grond van welke wettelijke voorschriften concludeert de regering daartoe?

Vraag 2c

Wat is er in te brengen tegen de juridische redenering dat het in zo’n geval in strijd is met artikel 41 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie om geen of een lagere dwangsom op te leggen dan die welke aan niet-vreemdelingen toekomt bij de uitvoering van andere wetten waarop paragraaf 4.1.3.2 Awb van toepassing is?

De vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad ziet met belangstelling uit naar de nota naar aanleiding van het tweede verslag en ontvangt deze graag binnen vier weken na vaststelling van dit verslag.

De voorzitter van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, Van Hattem

De griffier van de vaste commissie voor Immigratie & Asiel / JBZ-Raad, De Man


X Noot
1

Samenstelling:

Croll (BBB), Marquart Scholtz (BBB), Griffioen (BBB), Karimi (GroenLinks-PvdA), Veldhoen (GroenLinks-PvdA), Ramsodit (GroenLinks-PvdA), Thijssen (GroenLinks-PvdA), Recourt (GroenLinks-PvdA), Kaljouw (VVD), Meijer (VVD), Van Toorenburg (CDA), Bakker-Klein (CDA), Dittrich (D66), Aerdts (D66) (ondervoorzitter), Van Hattem (PVV) (voorzitter), Koffeman (PvdD), Nanninga (JA21), Janssen (SP), Huizinga-Heringa (CU), Van den Oetelaar (FVD), Schalk (SGP), Perin-Gopie (Volt), Van Rooijen (50PLUS), Van der Goot (OPNL)

X Noot
3

Kamerstukken I 2024/25, 35 749, C, p. 9.

X Noot
4

Kamerstukken I 2024/25, 35 749, C, p. 6.

X Noot
5

Kamerstukken I 2024/25, 35 749, C, p. 7.

Naar boven