35 740 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19)

Nr. 2 MEMORIE VAN TOELICHTING

A Artikelgewijze toelichting bij het wetsvoorstel

Wetsartikelen 1 tot en met 3

Wetsartikel 1

De begrotingsstaten die onderdeel zijn van de Rijksbegroting, worden op grond van artikel 2.3, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2016 elk afzonderlijk bij wet vastgesteld en derhalve ook gewijzigd. Het onderhavige wetsvoorstel strekt ertoe om voor het jaar 2021 wijzigingen aan te brengen in de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Normaliter wordt nieuw beleid in uitvoering genomen nadat de Staten-Generaal de begrotingswet heeft geautoriseerd. Aangezien uitvoering van de spoedeisende maatregelen die in deze Incidentele Suppletoire Begroting zijn opgenomen, te weten extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19, niet kan wachten tot formele autorisatie van beide Kamers der Staten-Generaal, zal het kabinet de uitvoering van de maatregelen starten. Voor de indiening van deze zesde Incidentele Suppletoire Begroting is uw Kamer vooraf geïnformeerd per brief van 17 februari 2021 over «Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief» (Kamerstukken II 2020/21, 3. ..., nr. ...). Zoals in deze brief is aangegeven wordt er de komende twee en een half jaar € 8,5 miljard extra geïnvesteerd in het gehele onderwijs. Voor een deel van de maatregelen in het programma (€ 2,2 miljard) is het noodzakelijk om op korte termijn voor de voorbereiding en de uiteindelijke uitvoering ervan spoedig verplichtingen aan te gaan en daarmee regelingen zo snel mogelijk operationeel te krijgen. Voor deze maatregelen (verder gespecificeerd in de memorie van toelichting) is deze zesde Incidentele Suppletoire Begroting opgesteld. Omdat niet kan worden gewacht op de Eerste Suppletoire Begroting worden de middelen nu toegevoegd aan de OCW-begroting. Hiermee wordt gehandeld conform lid 2 van artikel 2.27 van de Comptabiliteitswet 2016.

De in de begrotingsstaat opgenomen begrotingsartikelen worden in onderdeel B van deze memorie van toelichting toegelicht.

Wetsartikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro's.

Wetsartikel 3

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van deze wet.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob

B Begrotingstoelichting

1. Inhoudelijke toelichting

Dit onderdeel van de memorie van toelichting bestaat uit een inhoudelijk deel en een artikelsgewijs deel. Per beleidsartikel wordt een overzicht van de wijzigingen gegeven, inclusief toelichting. Daarbij worden mutaties groter of gelijk aan onderstaande staffel toegelicht:

Omvang begrotingsartikel

Beleidsmatige mutaties

Technische mutaties

(stand ontwerpbegroting in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

(ondergrens in € miljoen)

< 50

1

2

=> 50 en < 200

2

4

=> 200 < 1000

5

10

=> 1000

10

20

In de Kamerbrief over «Nationaal Programma Onderwijs: steunprogramma voor herstel en perspectief» (Kamerstukken II 2020/21, 3. ..., nr. ...) van 17 februari 2021 is gemeld dat er de komende twee en een half jaar voor € 8,5 miljard wordt geïnvesteerd in het gehele onderwijs. Daarnaast wordt er ook structureel € 645,0 miljoen geïnvesteerd in het onderwijs vanwege de grotere instroom van leerlingen en studenten. Via deze zesde Incidentele Suppletoire Begroting wordt voor zowel € 2,2 miljard middelen incidenteel aan de OCW-begroting toegevoegd als € 645,0 miljoen structureel. De overige middelen (€ 6,3 miljard) worden op de Aanvullende post van Financiën geplaatst en overgeboekt naar de OCW-begroting als de maatregelen nader zijn uitgewerkt. Hieronder volgt een opsomming van de maatregelen waarvoor de middelen nu naar de OCW-begroting worden overgeheveld.

Uitbreiding en verlenging inhaal- en ondersteuningsprogramma’s

In 2021 wordt er voor € 255,7 miljoen aan extra middelen beschikbaar gesteld voor de verlenging van de inhaal- en ondersteuningsprogramma's. De huidige regeling is uitgeput. Om op korte termijn achterstanden in te halen worden extra middelen vrijgemaakt voor aanvullende aanvragen. Voor de voorschoolse educatie (ve) is € 10,7 miljoen beschikbaar, voor het primair onderwijs (po) € 116,0 miljoen, voor het voortgezet onderwijs (vo) € 94,0 miljoen en voor het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) is € 35,0 miljoen beschikbaar.

Ondersteuning in de klas: continuïteit van het onderwijs

Begin 2021 zijn middelen vrijgemaakt voor scholen om extra hulp in de klas in te schakelen. Scholen kunnen een tegemoetkoming ontvangen ter dekking van de kosten voor vervanging van personeel om de komende maanden te ondersteunen met de continuïteit van het onderwijs. Deze middelen zijn reeds uitgeput. Daarom wordt er opnieuw € 240,0 miljoen vrijgemaakt in 2021 voor scholen in het po, vo, mbo en ho. De middelen worden als volgt verdeeld: voor het po is € 102,0 miljoen beschikbaar, voor het vo € 56,0 miljoen, voor het mbo € 52,0 miljoen, voor het hbo € 18,0 miljoen en voor het wo is € 12,0 miljoen beschikbaar. Hiermee wordt de maatregel ook verruimd naar het ho en worden docenten in het ho extra ondersteund.

Extra bekostiging nieuwkomers

Voor alle nieuwkomers in het po en vo wordt de aanvullende nieuwkomersbekostiging verlengd van 1 of 2 jaar naar maximaal 4 jaar per leerling. Hiervoor wordt in 2021 € 62,0 miljoen beschikbaar gesteld. Hiervan is € 29,0 miljoen voor het po en € 33,0 miljoen voor het vo. Nieuwkomers hebben door corona éxtra vertraging opgelopen. Door de bekostiging te verlengen naar maximaal 4 jaar stellen we internationale schakelklassen, nieuwkomersscholen en reguliere scholen financieel in staat om nieuwkomersleerlingen goed op te vangen en de benodigde extra ondersteuning te bieden. Daarbij wordt ook extra ondersteuning geboden aan het veld.

Ondersteuning en begeleiding examenleerlingen in het voortgezet onderwijs

Op 12 februari 2021 is een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over «Aanvulling besluit eindexamen voortgezet onderwijs 2021» (Kamerstukken II 2020/21, 3. ..., nr. ..). Hierin wordt aangekondigd dat examenleerlingen extra ondersteuning krijgen. Hiervoor is een bedrag van € 37,0 miljoen vrijgemaakt in 2021.

Extra capaciteitentoets en herijking schooladvies bij brugklassers en leerjaar 2

Gemiddeld genomen hebben leerlingen in 2020 -waaronder relatief veel leerlingen met een hogere kans op een onderwijsachterstand- een lager schooladvies ontvangen en zijn zij op een lager niveau in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs geplaatst. Daarom biedt OCW aan dat scholen bij alle brugklassers vóór de zomer van 2021 een korte capaciteitentoets kunnen afnemen, waarbij de capaciteiten van elke leerling worden vergeleken met wat hij of zij zou moeten kunnen. Dit gebeurt ook bij leerlingen die nu in het tweede leerjaar zitten en vorig jaar ten tijde van corona met eventuele achterstanden vanuit de brugklas een niveaukeuze hebben gemaakt. Hiervoor wordt € 10,0 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.

Start met schoolscan

Van alle scholen in het funderend onderwijs wordt verwacht dat ze vóór de zomer van 2021 zo goed als mogelijk inzicht hebben in de individuele leerlijn van leerlingen op cognitief, executief en sociaal gebied. Scholen kunnen gebruik maken van een leerlingvolgsysteem (LVS) om de ontwikkeling van leerlingen te monitoren en krijgen ondersteuning hierbij door een schoolscan. Bij een schoolscan worden de leerachterstanden in kaart gebracht. Hiervoor wordt € 10,0 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.

Focus op kerncurriculum

Om te voorkomen dat vertragingen en lesprogramma’s zich opstapelen en zowel leerlingen als leraren overvraagd worden, is het zinvol om kritisch naar het lesrooster en -programma te kijken en de spreiding daarvan over de leerjaren. Om scholen en leraren hierbij te ondersteunen zal er informatief materiaal worden ontwikkeld zodat leraren en schoolleiders doordachte keuzes kunnen maken in het lesprogramma. De SLO zal hierbij betrokken worden. Hiervoor wordt € 0,15 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.

Extra apparaten voor mbo studenten in 2021

Het hebben van goede apparaten (met name laptops of tablets) is essentieel om het onderwijs op dit moment goed te kunnen volgen. Helaas zijn niet alle studenten financieel in staat om deze apparaten aan te schaffen en daarmee om het onderwijs goed te kunnen volgen; dit brengt risico’s met zich mee op studievertraging en zelfs schooluitval. In het mbo blijkt er ook nog steeds extra behoefte aan apparaten. Daarom is hiervoor € 10,0 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.

Tegemoetkoming stagebedrijven (mbo en hbo)

Voor stagebedrijven is een van de factoren die meespeelt de vergoeding die zij krijgen voor het mogelijk maken van leerwerkplekken. Zeker in deze voor veel sectoren financieel moeilijke tijd kan deze tegemoetkoming een doorslaggevende factor zijn. Daarom is het belangrijk dat het budget van de regeling praktijkleren wordt opgehoogd zodat bedrijven die leerwerkplekken aanbieden in de sectoren mbo en hbo ook de maximale tegemoetkoming van € 2.700 ontvangen om zo te stimuleren dat meer bedrijven stageplekken aan gaan bieden. Hiervoor wordt in 2021 € 73,0 miljoen vrijgemaakt. Ook zal de € 3,8 miljoen voor praktijkleren, die bij Miljoenennota 2021 op de Aanvullende Post is gezet, via deze Incidentele Suppletoire Begroting worden overgeheveld naar de OCW-begroting voor 2021.

Grote groei studentenaantallen en langere verblijfsduur studenten (mbo, hbo en wo)

Instellingen zullen vanwege de grote groei van de studentenaantallen direct – in plaats van met een jaar vertraging – gecompenseerd worden bij de ramingen voor de enorme groei van studentenaantallen. De instellingen blijven zo geëquipeerd om onderwijstaken uit te voeren; het budget is na compensatie in verhouding tot het aantal studenten. Hiervoor is € 489,0 miljoen vrijgemaakt in 2021. Hiervan gaat € 90,0 miljoen naar het mbo, € 243,0 miljoen naar het hbo en € 156,0 miljoen naar het wo.

50% korting op het wettelijk tarief van les-, cursus-, en collegegeld (mbo/hbo/wo)

Er komt een generieke korting voor alle studenten van 50% op het wettelijke tarief van het les-, cursus-, en collegegeld. Alle studenten worden (vooraf) gecompenseerd door hen een halvering van het les-, cursus- en collegegeld op het komend studiejaar (2021–2022) te verlenen. Hierbij is uitgegaan van een gemiddelde studieduurvertraging van een half jaar. De instellingen worden gecompenseerd voor het gederfde verlies aan inkomsten en er is compensatie voor de lesgeldontvangsten omdat er minder lesgelden worden geind komend studiejaar. Hiervoor is in 2021 € 350,0 miljoen en in 2022 € 650,0 miljoen vrijgemaakt.

Organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering

Het overkoepelende doel voor het gehele pakket maatregelen is om de directe gevolgen van de coronacrisis op korte termijn aan te pakken. Daarnaast zullen we na afloop van het programma meer zicht hebben op effectieve interventies en maatregelen in relatie tot studievoortgang en -vertraging. Dit plan behelst de jaren 2021 en 2022 en 2023. Om dit op korte termijn te organiseren, onderzoeken, monitoren en uitvoeren wordt tot de zomer € 8,3 miljoen beschikbaar gesteld in 2021.

Structurele middelen

Naast bovenstaande maatregelen worden scholen en instellingen ook structureel gecompenseerd voor de per saldo grotere instroom van leerlingen en studenten dan was geraamd. Hiervoor is per saldo een structureel bedrag oplopend naar € 645,0 miljoen in 2026 beschikbaar gesteld. De komende jaren zijn er in het primair onderwijs minder leerlingen door een lagere asielinstroom en omdat het afgelopen jaar minder kinderen zijn geboren. Ook in het voortgezet onderwijs zijn er minder leerlingen door een lagere asielinstroom en hogere slagingspercentages afgelopen jaar. Deze lagere aantallen leerlingen in het funderend onderwijs zorgen voor meevallers, die zijn ingezet voor de tegenvallers in het vervolgonderwijs door de hogere instroom van studenten.

Tevens worden generale middelen beschikbaar gesteld om een eventuele tegenvaller op de Studiefinancieringsraming op te vangen. De Studiefinancieringsraming wordt de komende weken afgerond.

2. Budgettaire consequenties beleidsartikelen

Beleidsartikel 1. Primair onderwijs

Tabel 1 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 1 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen en ISB1

Mutaties 6e ISB 2021

Stand 6e ISB 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

12.296.402

259.848

12.556.250

– 35.523

– 50.489

– 70.750

– 91.910

waarvan garantieverplichtingen

             

waarvan overig

12.296.402

259.848

12.556.250

– 35.523

– 50.489

– 70.750

– 91.910

Totale uitgaven

12.266.402

259.848

12.526.250

– 35.523

– 50.489

– 70.750

– 91.910

waarvan juridisch verplicht (%)

             
               

Bekostiging

11.466.396

18.598

11.484.994

– 35.523

– 50.489

– 70.750

– 91.910

Bekostiging po-instellingen

11.157.670

18.598

11.176.268

– 35.523

– 50.489

– 70.750

– 91.910

Bekostiging Caribisch Nederland

19.991

 

19.991

       

Prestatiebox

178.716

 

178.716

       

Aanvullende bekostiging

80.019

 

80.019

       

Aanpak lerarentekort G5

30.000

 

30.000

       

Subsidies (regelingen)

220.869

228.700

449.569

0

0

0

0

Onderwijsvoorziening jonggehandicapten

23.200

 

23.200

       

Nederlands onderwijs buitenland

12.600

 

12.600

       

Basis voor Presteren (School aan Zet en Bèta Techniek)

0

 

0

       

Humanistisch vormend en godsdienstonderwijs

13.130

 

13.130

       

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

0

126.700

126.700

       

Extra hulp voor de klas

102.000

102.000

204.000

       

Overige subsidies

69.939

 

69.939

       

Opdrachten

11.910

12.550

24.460

0

0

0

0

Opdrachten

11.010

12.550

23.560

       

Sneltesten

900

 

900

       

Bijdragen aan agentschappen

30.895

0

30.895

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

30.895

 

30.895

       

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

7.731

0

7.731

0

0

0

0

Stichting Vervangingsfonds en Participatiefonds

5.228

 

5.228

       

UWV

2.503

 

2.503

       

Bijdragen aan medeoverheden

528.601

0

528.601

0

0

0

0

Gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid

508.909

 

508.909

       

Caribisch Nederland

19.692

 

19.692

       

Bijdragen aan (andere) begrotingshoofdstukken

0

0

0

0

0

0

0

Brede scholen

0

 

0

       

BES(t)4kids

0

 

0

       

Ontvangsten

15.961

0

15.961

0

0

0

0

X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

Toelichting

Zowel de uitgaven als de verplichtingen worden met € 259,8 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget wordt per saldo met € 18,6 miljoen verhoogd. Dit betreft enerzijds de verlenging van de nieuwkomersbekostiging voor € 29,0 miljoen. Anderzijds heeft een aanpassing op de nieuwe raming van het aantal leerlingen in de referentieraming 2021 geleid tot een meevaller van ruim € 10,4 miljoen. Dit werkt door in de latere jaren.

Subsidies (regelingen)

Het budget wordt per saldo met € 228,7 miljoen verhoogd. Dit betreft de inhaal- en ondersteuningsprogramma's voor € 126,7 miljoen en de regeling extra hulp voor de klas voor € 102,0 miljoen.

Opdrachten

Het opdrachtenbudget wordt per saldo met € 12,6 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 10,0 miljoen de middelen voor de schoolscan, voor € 2,4 miljoen de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering en voor € 0,15 miljoen de middelen voor het kerncurriculum.

Beleidsartikel 3. Voortgezet onderwijs

Tabel 2 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 3 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen, ISB's1

Mutaties 6e ISB 2021

Stand 6e ISB 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

9.139.701

169.367

9.309.068

– 34.176

– 29.081

– 13.934

– 11.532

waarvan garantieverplichtingen

             

waarvan overig

9.139.701

169.367

9.309.068

– 34.176

– 29.081

– 13.934

– 11.532

Totale uitgaven

9.203.519

169.367

9.372.886

– 34.176

– 29.081

– 13.934

– 11.532

waarvan juridisch verplicht (%)

             
               

Bekostiging

8.798.926

6.967

8.805.893

– 34.176

– 29.081

– 13.934

– 11.532

Bekostiging vo-instellingen

8.652.017

6.667

8.658.684

– 34.476

– 29.381

– 14.234

– 11.832

Resultaatafhankelijke bekostiging vsv aan vo-instellingen

17.648

 

17.648

       

Bekostiging Caribisch Nederland

17.487

300

17.787

300

300

300

300

Prestatiebox

0

 

0

       

Aanvullende regeling strategisch personeelsbeleid, begeleiding starters en thuiszitters

107.234

 

107.234

       

Aanvullende regelingen leerlingendaling

4.540

 

4.540

       

Subsidies (regelingen)

156.964

150.000

306.964

0

0

0

0

Stichting Kennisnet (basissubsidie) po, vo, mbo

19.540

 

19.540

       

Regeling zomerscholen vo

9.000

 

9.000

       

Nieuwe leerweg

12.000

 

12.000

       

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

0

94.000

94.000

       

Extra hulp voor de klas

56.000

56.000

112.000

       

Overige subsidies

60.424

 

60.424

       

Opdrachten

136.895

12.400

149.295

0

0

0

0

Opdrachten

7.095

12.400

19.495

       

Sneltesten

129.800

 

129.800

       

Bijdragen aan agentschappen

64.596

0

64.596

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

64.596

 

64.596

       

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

45.858

0

45.858

0

0

0

0

College voor Toetsen en Examens

4.680

0

4.680

       

SLOA: onderwijs ondersteunende instellingen

41.178

0

41.178

       

Bijdragen aan (inter)nationale organisaties

280

0

280

0

0

0

0

GRAZ (ECML) en PISA

280

 

280

       

Ontvangsten

7.391

0

7.391

0

0

0

0

X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

Toelichting

Zowel de uitgaven als de verplichtingen worden met € 169,4 miljoen verhoogd.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het budget wordt per saldo met € 7,0 miljoen verhoogd. Enerzijds betreft dit de verlenging van de nieuwkomersbekostiging voor € 33,0 miljoen en de ondersteuning en begeleiding van examenkandidaten in het vo voor € 37,0 miljoen. Anderzijds heeft een aanpassing op de nieuwe raming van het aantal leerlingen in de referentieraming 2021 geleid tot een meevaller van ruim € 63,6 miljoen. Dit werkt door in de latere jaren.

Subsidies (regelingen)

Het budget wordt per saldo met € 150,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de inhaal- en ondersteuningsprogramma's voor € 94,0 miljoen en de regeling extra hulp voor de klas voor € 56,0 miljoen.

Opdrachten

Het opdrachtenbudget wordt per saldo met € 12,4 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 10,0 miljoen de middelen voor de capaciteitentest in de brugklas en de tweede klas van het vo en voor € 2,4 miljoen de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering.

Beleidsartikel 4. Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

Tabel 3 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 4 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen, ISB's1

Mutaties 6e ISB 2021

Stand 6e ISB 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

4.819.679

401.530

5.221.209

105.621

56.264

22.199

7.392

waarvan garantieverplichtingen

             

waarvan overig

4.819.679

401.530

5.221.209

105.621

56.264

22.199

7.392

Totale uitgaven

4.904.765

282.109

5.186.874

119.421

105.621

56.264

22.199

waarvan juridisch verplicht (%)

             
               

Bekostiging

4.358.128

105.300

4.463.428

119.421

105.621

56.264

22.199

Bekostiging mbo-instellingen

3.700.096

104.000

3.804.096

118.121

104.321

54.964

20.899

Bekostiging Caribisch Nederland

8.463

1.300

9.763

1.300

1.300

1.300

1.300

Bekostiging vavo

67.365

 

67.365

       

Kwaliteitsafspraken investeringsbudget

247.215

 

247.215

       

Kwaliteitsafspraken resultaatafhankelijk budget

206.011

 

206.011

       

Regionaal Investeringsfonds

22.425

 

22.425

       

Salarismix Randstadregio's

51.503

 

51.503

       

Regionaal Programma

30.550

 

30.550

       

Begeleidingsgesprekken jeugdwerkloosheid

24.500

 

24.500

       

Tegemoetkoming schoolkosten MBO

0

 

0

       

Gelijke kansen

0

 

0

       

Subsidies (regelingen)

327.024

173.809

500.833

0

0

0

0

Praktijkleren

217.200

76.809

294.009

       

Leven lang ontwikkelen

10.590

 

10.590

       

Actieplan Laaggeletterdheid/Tel mee met Taal

21.360

 

21.360

       

Loopbaanoriëntatie

2.275

 

2.275

       

Vakwedstrijden mbo

4.100

 

4.100

       

Inhaal- en ondersteuningsprogramma's

0

35.000

35.000

       

Extra hulp voor de klas

52.000

52.000

104.000

       

Sneltesten

3.000

 

3.000

       

Overige subsidies

16.499

10.000

26.499

       

Opdrachten

6.378

3.000

9.378

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

19.873

0

19.873

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

16.393

 

16.393

       

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

3.480

 

3.480

       

Bijdragen aan ZBO's/RWT's

70.537

0

70.537

0

0

0

0

College voor Toetsen en Examens

8.300

 

8.300

       

Wet SLOA

1.103

 

1.103

       

SBB

61.134

 

61.134

       

Bijdragen aan medeoverheden

122.825

0

122.825

0

0

0

0

RMC's

41.451

 

41.451

       

Educatie

62.174

 

62.174

       

Caribisch Nederland

0

 

0

       

Regionaal Programma

19.200

 

19.200

       

Ontvangsten

4.000

0

4.000

0

0

0

0

X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

Toelichting

De uitgaven worden met € 282,1 miljoen verhoogd. De verplichtingen worden met € 401,5 miljoen verhoogd. Het verschil tussen het totaal van de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door dat er in 2021 al verplichtingen worden aangegaan voor de bekostigingsmutaties in 2022.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 105,3 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 14,0 miljoen de compensatie aan de instellingen voor de generieke korting op het cursusgeld (in 2022 is dit € 30,0 miljoen) en voor € 90,0 miljoen de middelen voor de grote groei van de studentenaantallen. In de latere jaren zijn grote mutaties zichtbaar als gevolg van de nieuwe raming van het aantal studenten in de referentieraming 2021. Er worden meer studenten in het mbo verwacht dan geraamd in 2020. Daarnaast is er een substitutie-effect hierdoor is er een stijging van het aantal bol-studenten ten opzichte van de bbl-studenten. Dit effect heeft een correlatie met de verslechterde arbeidsmarkt. Dit werkt door in de latere jaren.

Subsidies (regelingen)

Het budget wordt per saldo met € 173,8 miljoen verhoogd. Dit betreft de € 76,8 miljoen voor praktijkleren, de inhaal- en ondersteuningsprogramma's voor € 35,0 miljoen, de regeling extra hulp voor de klas voor € 52,0 miljoen en de € 10,0 miljoen voor apparaten in het mbo.

Opdrachten

Het opdrachtenbudget wordt met € 3,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering.

Beleidsartikelen 6 en 7. Hoger Onderwijs

Tabel 4 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 6 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen, ISB's1

Mutaties 6e ISB 2021

Stand 6e ISB 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

3.650.370

969.350

4.619.720

325.429

384.671

431.011

458.164

waarvan garantieverplichtingen

             

waarvan overig

3.650.370

969.350

4.619.720

325.429

384.671

431.011

458.164

Totale uitgaven

3.702.995

410.000

4.112.995

559.350

325.429

384.671

431.011

waarvan juridisch verplicht (%)

             
               

Bekostiging

3.603.369

392.000

3.995.369

559.350

325.429

384.671

431.011

Bekostiging onderwijsdeel2

3.261.390

392.000

3.653.390

559.350

325.429

384.671

431.011

Bekostiging ontwerp en ontwikkeling

87.882

 

87.882

       

Studievoorschot kwaliteitsafspraken3

246.091

 

246.091

       

Studievoorschotvouchers

245

 

245

       

Bekostiging flexibel hoger onderwijs voor volwassenen

7.761

 

7.761

       

Subsidies (regelingen)

17.619

18.000

35.619

0

0

0

0

Tegemoetkoming 2e lerarenopleiding

2.500

 

2.500

       

Overige subsidies

15.119

18.000

33.119

       

Bijdrage aan agentschappen

13.174

0

13.174

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

13.174

 

13.174

       

Bijdrage aan ZBO's/RWT's

68.833

0

68.833

0

0

0

0

NWO: Praktijkgericht onderzoek

54.213

 

54.213

       

NWO: Promotiebeurs voor leraren

10.144

 

10.144

       

Nederland-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)

4.476

 

4.476

       

Ontvangsten

1.213

0

1.213

0

0

0

0

X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

X Noot
2

Inclusief de studievoorschotmiddelen voor specifieke stimulering van landelijke prioriteiten (10% van de studievoorschotmiddelen).

X Noot
3

90% van de studievoorschotmiddelen die gekoppeld zijn aan de kwaliteitsafspraken.

Toelichting

De uitgaven worden met € 410,0 miljoen verhoogd. De verplichtingen worden met € 969,4 miljoen verhoogd. Het verschil tussen het totaal van de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door dat er in 2021 al verplichtingen worden aangegaan voor de bekostigingsmutaties in 2022.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 392,0 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 149,0 miljoen de compensatie aan de instellingen voor de generieke korting op het collegegeld (in 2022 is dit € 316,0 miljoen) en voor € 243,0 miljoen de middelen voor de compensatie van de grote groei van de studentenaantallen. In de latere jaren zijn eveneens uitgavenmutaties zichtbaar als gevolg van de nieuwe raming van het aantal studenten in de referentieraming 2021, er worden fors meer studenten in het hbo verwacht dan geraamd in 2020.

Subsidies (regelingen)

Het budget wordt met € 18,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de € 18,0 miljoen voor de regeling extra hulp voor de klas.

Tabel 5 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 7 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen, ISB's1

Mutaties 6e ISB 2021

Stand 6e ISB 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

5.614.382

674.773

6.289.155

210.602

250.562

286.753

322.936

waarvan garantieverplichtingen

             

waarvan overig

5.614.382

674.773

6.289.155

       

Totale uitgaven

5.563.930

280.000

5.843.930

394.773

210.602

250.562

286.753

waarvan juridisch verplicht (%)

             
               

Bekostiging

5.521.306

268.000

5.789.306

394.773

210.602

250.562

286.753

Bekostiging onderwijsdeel2

2.469.513

268.000

2.737.513

394.773

210.602

250.562

286.753

Bekostiging onderzoeksdeel

2.193.737

 

2.193.737

       

Bekostiging ondersteuning geneeskunde onderwijs en onderzoek

707.959

 

707.959

       

Studievoorschot kwaliteitsafspraken3

150.097

 

150.097

       

Studievoorschotvouchers

0

 

0

       

Profilering en zwaartepuntvorming4

0

 

0

       

Subsidies (regelingen)

36.866

12.000

48.866

0

0

0

0

Nuffic

14.419

 

14.419

       

Studiekeuze123

2.504

 

2.504

       

Vluchteling Studenten UAF

2.457

 

2.457

       

Handicap & Studie

698

 

698

       

Interstedelijk Studentenoverleg (ISO)

249

 

249

       

Landelijke Studenten Vakbond (LSVb)

249

 

249

       

Open en online onderwijs

1.965

 

1.965

       

Overige subsidies

14.325

12.000

26.325

       

Opdrachten

2.949

0

2.949

0

0

0

0

Bijdrage aan (inter)nationale organisaties

2.809

0

2.809

0

0

0

0

Europees Universitair Instituut Florence (EUI)

1.799

 

1.799

       

United Nations University (UNU)

1.010

 

1.010

       

Nuffic, SK123, UAF, H&S, ISO en LSVb

0

 

0

       

Ontvangsten

16

0

16

0

0

0

0

X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

X Noot
2

Inclusief de studievoorschotmiddelen voor specifieke stimulering van landelijke prioriteiten (10% van de studievoorschotmiddelen).

X Noot
3

90% van de studievoorschotmiddelen die gekoppeld zijn aan de kwaliteitsafspraken.

X Noot
4

De 2%-middelen profilering en zwaartepuntvorming die conform de kwaliteitsafspraken tot en met 2022 zijn overgeheveld naar het onderwijsdeel van de hoofdbekostiging.

Toelichting

Toelichting

De uitgaven worden met € 280,0 miljoen verhoogd. De verplichtingen worden met € 674,8 miljoen verhoogd. Het verschil tussen het totaal van de verplichtingen- en uitgavenmutaties wordt veroorzaakt door dat er in 2021 al verplichtingen worden aangegaan voor de bekostigingsmutaties in 2022.

Toelichting per instrument:

Bekostiging

Het uitgavenbudget wordt per saldo met € 268,0 miljoen verhoogd. Dit betreft voor € 112,0 miljoen de compensatie aan de instellingen voor de generieke korting op het collegegeld (in 2022 is dit € 239,0 miljoen) en voor € 156,0 miljoen de middelen voor de compensatie van de grote groei van de studentenaantallen. In de latere jaren zijn eveneens uitgavenmutaties zichtbaar als gevolg van de nieuwe raming van het aantal studenten in de referentieraming 2021, er worden fors meer studenten in het wo verwacht dan geraamd in 2020.

Subsidies (regelingen)

Het budget wordt met € 12,0 miljoen verhoogd. Dit betreft de € 12,0 miljoen voor de regeling extra hulp voor de klas.

Beleidsartikel 9. Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

Tabel 6 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 9 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen1

Mutaties 6e ISB 2021

Stand 6e ISB 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

163.803

500

164.303

0

0

0

0

waarvan garantieverplichtingen

0

 

0

       

waarvan overig

163.803

500

164.303

       

Totale uitgaven

163.803

500

164.303

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (%)

55,5%

0

55,5%

       
     

0

       

Bekostiging

43.848

0

43.848

0

0

0

0

Tegemoetkoming kosten opleidingsscholen

43.848

 

43.848

       

Subsidies (regelingen)

113.338

0

113.338

0

0

0

0

Lerarenbeurs

46.819

 

46.819

       

Zij-instroom

46.846

 

46.846

       

Wet Beroep leraar en Lerarenregister

2.945

 

2.945

       

Aanpak lerarentekort

15.000

 

15.000

       

Overige subsidies

1.728

 

1.728

       

Opdrachten

3.565

500

4.065

0

0

0

0

Bijdragen aan agentschappen

3.052

0

3.052

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

3.052

 

3.052

       

Ontvangsten

9.000

0

9.000

0

0

0

0

X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

Toelichting

Zowel de uitgaven als de ontvangsten worden verhoogd met € 0,5 miljoen. Dit betreft de middelen voor organisatie, onderzoek, monitoring en uitvoering.

Beleidsartikel 13. Lesgeld

Tabel 7 Budgettaire gevolgen van beleid artikel 13 (bedragen x € 1.000)
 

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen1

Mutaties 6e ISB 2021

Stand 6e ISB 2021

Mutatie 2022

Mutatie 2023

Mutatie 2024

Mutatie 2025

Verplichtingen

13.997

0

13.997

0

0

0

0

Totale uitgaven

13.997

0

13.997

0

0

0

0

waarvan juridisch verplicht (%)

100%

           
               

Bijdrage aan agentschappen

13.997

0

13.997

0

0

0

0

Dienst Uitvoering Onderwijs

13.997

 

13.997

       

Ontvangsten

247.018

– 75.000

172.018

– 65.000

0

0

0

X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

Toelichting

De ontvangsten worden verlaagd met € 75,0 miljoen in 2021 en met € 65,0 miljoen in 2022. Dit betreft de middelen voor de generieke korting op het lesgeld. Hierdoor zijn minder lesgeldontvangsten dan geraamd.

Naar boven