35 740 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19)

Nr. 1 VOORSTEL VAN WET

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de noodzaak is gebleken van een wijziging van de departementale begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

Artikel 1

De begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021 wordt gewijzigd, zoals blijkt uit de desbetreffende bij deze wet behorende staat.

Artikel 2

De vaststelling van de begrotingsstaat geschiedt in duizenden euro’s.

Artikel 3

Deze wet treedt in werking met ingang van 22 februari 2021 van het onderhavige begrotingsjaar. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven op of na deze datum van 22 februari 2021, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van dat Staatsblad en werkt zij terug tot en met 22 februari 2021.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Tabel 1 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap voor het jaar 2021 (Zesde incidentele suppletoire begroting inzake extra middelen voor het Nationaal Programma Onderwijs in verband met COVID-19) (bedragen x € 1.000)

Art.

Omschrijving

Vastgestelde begroting incl. NvW, amendementen, ISB1

Mutaties 6e incidentele suppletoire begroting

   

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

Verplichtingen

Uitgaven

Ontvangsten

 

Totaal

43.619.435

44.436.014

1.450.464

2.475.368

1.401.824

– 75.000

               
 

Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

20.980.868

21.763.629

1.262.412

2.045.653

972.109

– 75.000

 

Beleidsartikelen

           

04

Beroepsonderwijs en volwasseneneducatie

4.819.679

4.904.765

4.000

401.530

282.109

0

06

Hoger beroepsonderwijs

3.650.370

3.702.995

1.213

969.350

410.000

0

07

Wetenschappelijk onderwijs

5.614.382

5.563.930

16

674.773

280.000

0

08

Internationaal beleid

12.255

12.255

99

     

11

Studiefinanciering

4.777.408

4.777.408

1.005.737

     

12

Tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

72.432

72.432

3.167

     

13

Lesgelden

13.997

13.997

247.018

0

0

– 75.000

14

Cultuur

604.519

1.289.772

494

     

16

Onderzoek en wetenschapsbeleid

1.134.046

1.134.749

101

     

25

Emancipatie

4.601

14.147

0

     
 

Niet-beleidsartikelen

0

0

0

     

91

Nog onverdeeld

0

0

0

     

95

Apparaat Kerndepartement

277.179

277.179

567

     
               
 

Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media

22.638.567

22.672.385

188.052

429.715

429.715

0

 

Beleidsartikelen

           

01

Primair onderwijs

12.296.402

12.266.402

15.961

259.848

259.848

0

03

Voortgezet onderwijs

9.139.701

9.203.519

7.391

169.367

169.367

0

09

Arbeidsmarkt- en personeelsbeleid

163.803

163.803

9.000

500

500

0

15

Media

1.038.661

1.038.661

155.700

     
X Noot
1

Hierin zijn de vorige 5 Incidentele Suppletoire Begrotingen al verwerkt. Kamerstukken II 2020/21, 35 682; Kamerstukken II 2020/21, 35 696; Kamerstukken II 2020/21, 35 716, Kamerstukken II 2020/21, 35 735; voor vijfde Incidentele Suppletoire Begroting is nog geen Kamerstuk bekend.

Naar boven