Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 26 oktober 2021
Op 11 oktober heeft in de vaste Kamercommissie Economische Zaken en Klimaat het Notaoverleg
Familiebedrijven plaatsgevonden. In dat debat hebben de leden Amhaouch (CDA) en Boswijk
(CDA) een motie ingediend waarin zij de regering verzoeken samen met de agrarische
sector ervoor te zorgen dat het businessplan kenniscentrum bedrijfsovername zo spoedig
mogelijk en uiterlijk voor 1 januari 2022 gefinancierd wordt (Kamerstuk 35 724, nr. 11). In deze brief geef ik uw Kamer mijn appreciatie van deze motie.
Ik onderschrijf grotendeels de constatering en overwegingen die in de motie staan
beschreven. De continuïteit van bedrijven in de land- en tuinbouwsector is van groot
belang. Tegen deze achtergrond heeft het kabinet in 2019 het bedrijfsovernamefonds
aangekondigd, waaruit jonge boeren worden ondersteund om de overname van het gezinsbedrijf
en investeringen in innovatie te financieren. In nauw overleg met Nederlands Agrarisch
Jongeren Kontakt (NAJK) en andere betrokken partijen heb ik ervoor gekozen om van
het totale beschikbare budget van € 75 miljoen voor bedrijfsovername, € 64 miljoen
te gebruiken voor de oprichting van de Garantieregeling Vermogensversterkend krediet
(VVK) en € 11 miljoen voor het opzetten van een opleidings- en coachingstraject.
Van het opleidings- en coachingsbudget is € 4 miljoen gereserveerd voor onderzoek
door NWO SIA, een traject waar het NAJK nauw bij betrokken is. Daarnaast heb ik op
30 juli 2020 uit het opleidings- en coachingsbudget een subsidie verstrekt aan het
NAJK voor het opstellen van een businessplan Kenniscentrum Bedrijfsovername. Een kenniscentrum
kan namelijk goed aansluiten bij mijn doelstelling om het bedrijfsovernameproces te
versoepelen en het ondernemerschap van de startende agrarische ondernemer te versterken.
Aan het businessplan zijn vijf voorwaarden gesteld met betrekking tot een goede verbinding
met onderwijs en onderzoek, draagvlak onder partijen zoals banken en accountants en
een financieel rendabel businessmodel op basis waarvan het kenniscentrum binnen vier
jaar onafhankelijk van subsidie kan functioneren. Het ministerie, NAJK en de Land-
en Tuinbouworganisatie Nederland (LTO) zijn sinds november 2020 met elkaar in gesprek
over het door NAJK opgestelde businessplan. Ik constateer dat er nog aanpassingen
noodzakelijk zijn om aan bovengenoemde voorwaarden te voldoen; het ministerie voert een intensieve dialoog met NAJK en LTO over
het op te richten kenniscentrum.
Ik deel dan ook de intentie van de motie om op korte termijn een succesvol draaiend
Kenniscentrum Bedrijfsovername te hebben. Echter, de subsidieaanvraag zal naast de
toetsing op rechtmatigheid en doelmatigheid, ook aan staatssteunkaders moeten worden
getoetst, waarop goedkeuring door de Europese Commissie moet worden gegeven. Naast
het feit dat het niet realistisch is om te verwachten dat deze procedure voor begin
volgend jaar gereed is, kan ik ook over de uitkomst van deze subsidieprocedure op
voorhand geen uitspraken doen. Daarom zie ik mij genoodzaakt de Kamer de motie in
deze huidige vorm te ontraden.
In zou de motie aan het oordeel van de Kamer kunnen laten als de tekst van de motie
in voldoende mate met bovengenoemde bezwaren rekening zou houden. Dat wil zeggen:
niet vooruitlopen op de uitkomst van een subsidieprocedure, voldoende tijd om de procedures
goed te doorlopen en een robuust businessplan als voorwaarde voor het kenniscentrum.
Deze motie zie ik in elk geval als een aanmoediging om op zo kort mogelijke termijn
het ook door mij gewenste Kenniscentrum Bedrijfsovername te realiseren.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
C.J. Schouten