35 710 Commissiemededeling: EU-biodiversiteit voor 2030

A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT/LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de uitvoerend Vicevoorzitter Europese Commissie,

de heer F.C.G.M. Timmermans

Den Haag, 26 januari 2021

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben met belangstelling kennisgenomen van de mededeling van de Europese Commissie inzake de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030.1 De leden van de fractie van GroenLinks hebben naar aanleiding hiervan enkele vragen en opmerkingen.

De leden van de fractie van GroenLinks zijn verheugd over de ambitieuze doelen in de biodiversiteitsstrategie. Tegelijkertijd constateren deze leden dat we nu al kampen met een grote achteruitgang van kwetsbare natuurgebieden die vallen onder de Natura 2000-gebieden. De afname van insecten, niet alleen in aantal, maar ook in soorten, is uiterst zorgwekkend. Er wordt onder meer gewezen op stikstofbelasting en ook de vondst van pesticiden in natuurgebieden. Hoe wil de Europese Commissie ervoor zorgen dat er niet alleen meer beschermd land bijkomt, maar ook inzetten op herstel van bestaande Natura 2000-gebieden? Wil de Commissie er ook voor gaan zorgen dat er hogere kwaliteitseisen voor bestaande en nieuwe natuurgebieden worden gerealiseerd zodat de achteruitgang kan worden geremd en stopgezet? Hoe wil de Europese Commissie zorgdragen voor een betere monitoring en handhaving van Natura 2000-wetgeving?

De Nederlandse regering geeft aan 30% beschermd land moeilijk haalbaar te vinden in een klein land als Nederland en geeft aan meer in te willen zetten op natuurinclusieve ruimtelijke inrichting.2 Hoe beoordeelt de Europese Commissie dit standpunt? Hoe oordeelt zij over natuurinclusieve ruimtelijke inrichting in plaats van 30% beschermd land? In hoeverre zal rekening worden gehouden bij de biodiversiteitsstrategie met de nationale context? Is de 30% beschermd gebied automatisch hetzelfde voor iedere lidstaat? Zo niet, hoe zal dit dan worden vastgesteld? Welke criteria wil de Europese Commissie hiervoor hanteren?

De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat Nederland geen koploper is op het gebied van biodiversiteit. De in 1990 opgestelde nationale doelen en genomen maatregelen om de biodiversiteit te herstellen, hebben hun vruchten niet afgeworpen. Stikstof, voor het merendeel veroorzaakt door de landbouw, is een grote oorzaak van deze achteruitgang van de natuur. De afname van stikstof gaat te langzaam. Het Europees Hof van Justitie oordeelde ook in 2018 dat het beleid van Nederland om de uitstoot van stikstof aan te pakken, niet voldeed aan Europese Habitatrichtlijn. In de nieuwe stikstofwet3 is vastgelegd om stikstofuitstoot met 50% terug te dringen in 2035. Hoe kijkt de Europese Commissie hier tegenaan? Hoe beoordeelt zij de inzet tot dusverre van Nederland inzake de stikstofcrisis en breder de aanpak van de teloorgang van de biodiversiteit?

Het Adviescollege Stikstofproblematiek stelde in haar eindadvies «Niet alles kan overal»4 dat de uitstoot in 2030 met 50% moet worden teruggedrongen. Over natuurherstel en biodiversiteit wordt nog te weinig beleid gemaakt dat deze tot hoofddoel maakt. Hoe wil de Europese Commissie bewerkstelligen dat Nederland haar verplichtingen nakomt? Welke aanbevelingen heeft de Commissie gedaan aan Nederland in het kader van de «Van boer tot bord» strategie5 en het nieuwe gemeenschappelijke landbouwbeleid op het vlak van biodiversiteit in de strategische plannen? Hoe ziet de Commissie de verhoudingen tussen het GLB en de biodiversiteitstrategie? Hoe zullen de ambitieuze doelstellingen uit de biodiversiteitsstrategie ook vertaald worden naar het GLB?

In het verleden is Nederland op de vingers getikt door het Hof van Justitie van de Europese Unie inzake stikstof en de vormgeving van de landbouw ten opzichte van de belangen van de natuur. Is de Europese Commissie voornemens om op het gebied van landbouw nieuwe zaken voor te leggen aan het Europese Hof van Justitie?

De leden van de GroenLinks-fractie lezen de volgende passage in de EU-biodiversiteitsstrategie voor 2030: «Het zal ook belangrijk zijn om dit wereldwijd te bepleiten en ervoor te zorgen dat de door de EU genomen maatregelen niet leiden tot ontbossing in andere regio’s van de wereld.»6 Waar ziet de Europese Commissie met name risico’s liggen? Voor welke regio’s gelden extra zorgen? Welke maatregelen wil de commissie nemen om ontbossing elders tegen te gaan? Hoe kijkt de Europese Commissie aan tegen het initiatief van vijftig landen (waaronder de EU en landen als Duitsland en Nederland) om 30 procent van de aarde te beschermen? Welke gevolgen kunnen qua beleid en gedrag van een land als Nederland worden verwacht in eigen land, of staat dit volgens de Commissie los van elkaar?

Uit het rapport «Milieueffectrapporten in Nederland: kwaliteit en kwantiteit»7 blijkt dat in 2018 slechts 3 van 284 MER-beoordelingen voor de intensieve veehouderij, een sector die primair verantwoordelijk is voor de achteruitgang van biodiversiteit in Nederland, hebben geleid tot een volwaardige MER (milieueffectrapportage). Is de Europese Commissie hiervan op de hoogte? Kan de Europese Commissie reflecteren op de vraag of dit een gepaste en voldoende diepgaande manier is om milieu-informatie en milieuvriendelijke alternatieven rondom projecten in beeld te brengen? Kan zij een appreciatie geven van het algemene MER-beleid in Nederland? Klopt het dat er momenteel een procedure is gestart tegen Nederland, die uiteindelijk bij het Europese Hof van Justitie kan belanden inzake de gemaakte beleidskeuzen MER, zo vragen de leden van de fractie van GroenLinks.

De leden van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zien uw reactie met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk binnen drie maanden na dagtekening van deze brief.

Voorzitter van de vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat / Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit L.P. van der Linden,


X Noot
1

COM(2020)380, zie ook dossier E200010 op www.europapoort.nl.; ter inzage gelegd bij de Directie Inhoud.

X Noot
2

Kamerstukken II, 2019–2020, 22 112, nr. 2897, blz. 5.

X Noot
3

Wetsvoorstel Stikstofreductie en natuurverbetering (35 600), zie ook dossier 35600 op www.eerstekamer.nl.

X Noot
4

Adviescollege Stikstofproblematiek, «Niet alles kan overal. Eindadvies over structurele aanpak Adviescollege Stikstofproblematiek» 8 juni 2020.

X Noot
5

COM(2020)381

X Noot
6

COM(2020)380 NL, Blz. 5.

X Noot
7

Arcadis in opdracht van Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, «Milieueffectrapporten in Nederland: kwaliteit en kwantiteit», 22 januari 2020, blz. 66.

Naar boven