35 695 Wijziging van de Wet publieke gezondheid in verband met een verduidelijking van de tijdelijke grondslag voor het stellen van regels over de toegang tot en het gebruik van voorzieningen voor personenvervoer

A BRIEF VAN DE VOORZITTER VAN DE EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL

Aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Den Haag, 4 januari 2021

Naar aanleiding van de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag van 31 december 2020 inzake het kort geding over de aanwijzing van 23 december jl. met betrekking tot de verplichte negatieve testuitslag voor reizigers die per vliegtuig naar Nederland komen, heeft de regering de Kamer op 3 januari jl. zowel schriftelijk als mondeling geïnformeerd over het voornemen om met de grootst mogelijke spoed een wetsvoorstel in procedure te brengen tot het wijzigen van de Wet publieke gezondheid. Dit teneinde iedere discussie over de juridische grondslag inzake de verplichte negatieve testuitslag voor zover nodig te beslechten.

Gelet op het verzoek van de regering dit wetsvoorstel op de kortst mogelijke termijn te behandelen, bij voorkeur nog deze week, vraag ik u hierbij in een brief de spoedeisendheid van het in te dienen voorstel te motiveren en daarbij in het bijzonder in te gaan op zowel de juridische noodzaak als op de beoogde reikwijdte van het voorstel.

Om een voortvarende behandeling in de Eerste Kamer mogelijk te maken verzoek ik u de brief uiterlijk op dinsdag 5 januari 2021 om 12:00 uur te mogen ontvangen.

In afschrift aan de Minister van J&V

De voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, J.A. Bruijn

Naar boven