De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat, belast met het voorbereidend
onderzoek van dit wetsvoorstel, heeft de eer als volgt verslag uit te brengen van
haar bevindingen.
Onder het voorbehoud dat de regering op de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen
tijdig en genoegzaam zal hebben geantwoord, acht de commissie de openbare beraadslaging
over dit wetsvoorstel voldoende voorbereid.
I. ALGEMEEN
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
Het geeft hen geen aanleiding voor het maken van opmerkingen of stellen van nadere
vragen.
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
Zij hebben hierover op dit moment geen vragen.
De leden van de PvdD-fractie hebben kennisgenomen van het voorliggende wetsvoorstel.
Doel van de wetswijziging is technisch van aard, zoals het uitstellen van het aanvangstijdstip.
Deze leden wijzen erop dat het behouden van een voorraad aardolie inhoudt dat aardolie
opgepompt en opgeslagen wordt, terwijl deze in de grond kan en moet blijven om de
klimaatcrisis op te lossen. Beaamt de regering dat uiteindelijk alle olie in de grond
moet blijven, zodat de opwarming van de aarde onder de 1,5 graden Celsius blijft?
Zo nee, waarom niet? Hoeveel ton ruwe aardolie en/of aardolieproducten wordt er momenteel
opgeslagen in Nederland en hoeveel in Europa? Hoe verhoudt dit zich tot de totale
olievoorraden onder de grond? Klopt het dat de hoeveelheid benodigde aardolievoorraden
afnemen naarmate het gebruik van duurzame energie stijgt en de vraag naar fossiele
brandstoffen daalt? Zo nee, waarom niet en hoeveel minimum aardolie moet er op voorraad
zijn, ongeacht gebruik?
De leden van de PvdD-fractie merken tevens op dat het aanhouden van een voorraad aardolie,
die in de toekomst niet meer nodig behoort te zijn, zal leiden tot kapitaalvernietiging
wanneer deze olie niet meer gebruikt kan en mag worden. Immers, investeringen in fossiele
brandstoffen zijn de gestrande bezittingen van de toekomst. Wat is de huidige financiële
marktwaarde van de huidige voorraad? Wat zijn de financiële en de maatschappelijke
kosten voor de samenleving om deze voorraden op peil te houden?
De leden van de PvdD-fractie willen tot slot weten of het mogelijk is om alternatieven,
zoals groene waterstof, in voorraad te houden en het wetsvoorstel hierop aan te passen.
Zo nee, waarom niet? Is de regering bereid om het wetsvoorstel aan te passen zodat
de optie voor opslag voor duurzame energie (exclusief houtige biomassa) meegenomen
wordt, gezien het in voorraad houden van een fossiele brandstof niet nodig meer zou
moeten zijn op de lange termijn in een klimaatneutrale samenleving? Beaamt de regering
dat het beter is om tijd, geld en energie te steken in het vergroten en verbeteren
van de opslagcapaciteit van duurzame alternatieven, met uitzondering van houtige biomassa?
Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat is de regering van plan hiervoor te ondernemen?
De voorzitter van de commissie, Renkema
De adjunct-griffier van de commissie, Reinders