De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat:
het recht op gelijke behandeling in de Nederlandse wetgeving is verankerd, onder meer
in artikel 1 van de Grondwet en in de gelijke behandelingswetten;
arbeidsmarktdiscriminatie wettelijk gezien niet is toegestaan;
arbeidsmarktdiscriminatie, ondanks pogingen tot zelfregulering, in Nederland een hardnekkig
probleem blijkt te zijn;
leeftijdsdiscriminatie ondanks onze hoogconjunctuur nog steeds de meest voorkomende
vorm van arbeidsmarktdiscriminatie is;
overwegende dat:
het ondanks alle inspanningen nog steeds niet is gelukt om arbeidsmarktdiscriminatie
effectief aan te pakken;
objectief werven en selecteren vanuit wetenschappelijk oogpunt doelmatig is;
de werkbaarheid van objectief werven en selecteren voor werkgevers met meer dan 250
medewerkers in pilots is vastgesteld;
met name kleinere werkgevers voldoende tijd en mogelijkheden moeten krijgen om kennis
te nemen van de wettelijke verplichtingen en hun werkwijze hierop in te richten;
verzoekt de regering om gedurende twee jaar na inwerkingtreding van de wet de handhaving
bij werkgevers stapsgewijs op te bouwen: in het eerste jaar gericht op werkgevers
met 250 of meer werknemers;
in het tweede jaar gericht op werkgevers met 100 of meer werknemers;
en met ingang van het derde jaar, met inachtneming van de evaluatie van de ervaringen
die tot dan toe zijn opgedaan, voor werkgevers met 25 tot 100 werknemers,
en gaat over tot de orde van de dag.
Bakker-Klein