Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 29 oktober 2020 en het nader rapport d.d. 4 december 2020, aangeboden aan de
Koning door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Het advies
van de Afdeling advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw kabinet van 9 oktober 2020, nr. 20260002065,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 29 oktober 2020, nr. W04.20.0360/I, bied ik U hierbij aan.
Bij Kabinetsmissive van 9 oktober 2020, no. 2020002065, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de Kieswet in verband met de definitieve invoering van het nieuwe stembiljet voor
kiezers buiten Nederland, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th.C. de Graaf
Het voorstel geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding tot
het maken van inhoudelijke opmerkingen.
Van de gelegenheid is gebruikgemaakt om nog een enkele kleine technische wijziging
in het voorstel op te nemen. Het betreft een aanpassing van artikel J 20 van de Kieswet,
die abusievelijk niet in het wetsvoorstel was meegenomen.
Ik verzoek U het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie
van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
K.H. Ollongren