35 669 Wijziging van de begrotingsstaat van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (XV) voor het jaar 2021 (Incidentele suppletoire begroting inzake de herijking van het Steun- en herstelpakket)

Nr. 39 MOTIE VAN HET LID BRUINS C.S.

Voorgesteld 28 januari 2021

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

constaterende dat de aanpassing van het steunpakket terecht een opslag bevat voor doorlopende niet-vermijdbare kosten in de land- en tuinbouw, maar dat deze regeling alleen voor het eerste kwartaal geldt;

constaterende dat niet-vermijdbare kosten in de land- en tuinbouw niet noodzakelijkerwijs samenhangen met de huidige lockdown, maar samenhangen met moeilijk aanpasbare natuurlijke productieprocessen;

constaterende dat veel land- en tuinbouwbedrijven die te maken hebben met deze niet-vermijdbare kosten een forse omzetdaling kennen, en dat dit ook in het tweede kwartaal nog het geval zal zijn;

constaterende dat de TVL en de opslag daarop automatisch «meeademen» met de (bedrijfs)economische situatie, waarbij uitsluitend bedrijven met een omzetdaling van minstens 30% in een gegeven kwartaal in aanmerking komen voor steun;

verzoekt de regering, om de opslag boven op de TVL voor de dekking van doorlopende kosten in de land- en tuinbouw niet te beperken tot het eerste kwartaal van 2021, maar ook in het tweede kwartaal van 2021 van kracht te laten zijn,

en gaat over tot de orde van de dag.

Bruins

Geurts

Stoffer

Lodders

Gijs van Dijk

De Groot

Naar boven