35 668 Wijziging van de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie in verband met beperking van de CO2-emissie

Nr. 53 BRIEF VAN DE MINISTER VAN KLIMAAT EN GROENE GROEI

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 oktober 2024

Met deze brief informeer ik de Kamer over mijn besluit met betrekking tot het verzoek om compensatie van Power Plant Rotterdam B.V. (eigendom van Onyx) voor nadeel als gevolg van de productiebeperking bij het gebruik van kolen voor elektriciteitsproductie.

Nadeelcompensatiebesluit Power Plant Rotterdam

Power Plant Rotterdam B.V. (hierna: PPR) heeft een verzoek gedaan om compensatie voor nadeel ten gevolge van de productiebeperking onder de Wet verbod op kolen bij elektriciteitsproductie. Naar aanleiding van dit verzoek heeft de Minister voor Klimaat en Energie onderzoek gedaan en advies gevraagd bij KPMG. Mede gelet op het advies van KPMG heb ik besloten geen nadeelcompensatie toe te kennen. Gebleken is dat de inkomstenderving niet het rechtstreekse gevolg is van de productiebeperking, maar van de bedrijfsbeslissing om niet noodzakelijk onderhoud verlengd uit te voeren. Het nadeelcompensatiebesluit zelf en de onderliggende rapporten bevatten bedrijfsgevoelige informatie en zijn om die reden ter vertrouwelijke inzage aan uw Kamer aangeboden1. Tegen het nadeelcompensatiebesluit kan PPR eventueel bezwaar en beroep instellen, binnen de daarvoor geldende termijnen.

Stand van zaken nadeelcompensatiebesluit RWE en Uniper

Op 18 september 2023 (Kamerstuk 35 668, nr. 51) informeerde de Minister voor Klimaat en Energie de Kamer over het besluit over de nadeelcompensatie die aan RWE is toegekend voor het nadeel dat zij hebben geleden als gevolg van de productiebeperking. Het bedrag was € 331,8 mln., waarvan € 318,3 mln. nadeelcompensatie en € 13,5 mln. rente. Op 27 februari 2024 (Kamerstuk 35 668, nr. 52) informeerde de Minister voor Klimaat en Energie de Kamer over het besluit over de nadeelcompensatie die aan Uniper is toegekend voor het nadeel dat zij hebben geleden als gevolg van de productiebeperking. Het bedrag was € 165,3 mln., waarvan € 158,8 mln. nadeelcompensatie en € 6,5 mln. rente.

RWE en Uniper hebben binnen de daarvoor geldende termijn geen bezwaar gemaakt tegen het aan hen gerichte besluit, waarmee beide besluiten definitief zijn. Wel moet de Europese Commissie in beide gevallen nog beoordelen of er geen sprake is van staatssteun. Zonder instemming van de Commissie kan de compensatie niet betaald worden. Deze procedure loopt nog.

Het totaalbedrag aan compensatie voor de drie kolencentrales komt uit op € 497,1 mln. Dit is gelijk aan het beschikbare budget volgens de begroting voor het jaar 20252.

De Minister van Klimaat en Groene Groei, S.T.M. Hermans


X Noot
1

Ter vertrouwelijke inzage gelegd, alleen voor de leden, bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2024–2025, 36 600 XXIII, nr. 2, p. 58

Naar boven