De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de regering in de wet die een productiebeperking oplegt aan kolencentrales
kiest voor een nadeelcompensatie die vooraf wordt vastgesteld op basis van recente
forwardprijzen, waarin ook getracht wordt de effecten van het ingezette klimaatbeleid
en toekomstige marktverwachtingen mee te nemen;
overwegende dat de elektriciteitsmarkt zeer volatiel is en het zeer lastig te voorspellen
is wat de effecten op de marges van kolencentrales zullen zijn als gevolg van het
ingezette klimaatbeleid en het te verwachten nieuwe klimaatbeleid, dat voortbouwt
op het verhoogde EU-doel van 55% CO2-reductie in 2030;
overwegende dat de nadeelcompensatie over vier achtereenvolgende kalenderjaren zal
worden verstrekt, waardoor er vanwege de zeer volatiele marktcontext een flink risico
ontstaat op overcompensatie;
overwegende dat het voor de ontwikkeling van hernieuwbare elektriciteitsopwekking
belangrijk is om risico's op overcompensatie van kolencentrales te mitigeren én het
zo veel mogelijk voorkomen hiervan ook de kans vergroot dat er vanuit staatssteunregels
bezien sneller Europese toestemming kan worden verkregen voor de methodiek van de
nadeelcompensatie;
verzoekt de regering, om in de AMvB over de nadeelcompensatie te kiezen voor een methodiek
die niet uitsluitend berust op een ex-anteanalyse, maar ook een substantieel ex-postelement
bevat, zodat de compensatie zo dicht mogelijk blijft bij de reële ontwikkeling van
de markt en de potentieel te behalen marges,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van der Lee
Boucke
Grinwis
Agnes Mulder
Thijssen