35 667 Wijziging van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde de uitvoering te vereenvoudigen en technische onvolkomenheden en omissies te herstellen

D NADER VOORLOPIG VERSLAG VAN DE VASTE COMMISSIE VOOR VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT1

Vastgesteld 21 juli 2021

De vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft met belangstelling kennisgenomen van de memorie van antwoord, in reactie op de vragen van de commissie.2 De leden van de fracties van CDA en SP leggen de regering nog graag enkele nadere vragen voor, waarbij de leden van de 50PLUS-fractie zich aansluiten.

De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de antwoorden op de vragen over de inzet van de cliëntvertrouwenspersoon (cvp). Om zicht te krijgen op de mate waarin onvrijwillige zorg voorkomt, vragen zij de regering inzicht te geven in het aantal aanbieders dat zich als aanbieder van onvrijwillige zorg geregistreerd heeft en in het aantal locaties (vestigingen waar onvrijwillige zorg wordt verleend) en accommodaties (vestiging waar cliënten gedwongen kunnen worden opgenomen). Ook vernemen zij graag hoeveel aanbieders hebben aangegeven dat zij ambulante onvrijwillige zorg verlenen.

Door de komst van de cliëntvertrouwenspersoon heeft een cliënt of diens vertegenwoordiger de keuze voor advies en/of bijstand van een klachtenfunctionaris, een onafhankelijke cliëntondersteuner en een cliëntvertrouwenspersoon. Heeft de regering onderzoek gedaan of dit aanbod aansluit bij de wensen van cliënten en/of vertegenwoordigers? Is dit aanbod logisch en eenduidig voor de cliënt? Dit gezien ook de recente publicatie van de IGJ over de implementatie van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten (Wzd) en de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), waarin staat: «Het Ministerie van VWS dient te zorgen voor stroomlijning van de toegang tot de verschillende vertrouwenspersonen van wie de positie en taken geregeld zijn in vier verschillende wetten. Of door één persoon aanspreekpunt te laten zijn bij een zorgaanbieder, zodat cliënten niet zelf hoeven na te denken bij wie ze waarvoor terecht kunnen.»3

Deelt de regering de mening van deze leden dat de klachtenfunctionaris dit aanspreekpunt zou kunnen zijn, gezien de ruimere taak van deze functionaris? Daarbij is zijn taak niet beperkt tot Wzd-cliënten en tot onderwerpen betreffende de Wzd. Deze functionaris kan dan als wegwijzer fungeren.

Mocht de regering geen onderzoek hebben gedaan onder cliënten en vertegenwoordigers, is de regering dan met het oog op de evaluatie van de wet alsnog bereid dit onderzoek te laten verrichten, zodat duidelijk wordt waar behoefte aan is? Zo nee, waarom niet?

De leden van de fractie van de SP danken de regering voor de memorie van antwoord. Daarin geeft de regering aan dat een aantal afspraken, zoals locatiebezoeken, voortvloeien uit het kwaliteitskader cliëntenvertrouwenspersoon Wet zorg en dwang, dat is ontwikkeld in opdracht van BeVeZo.4 Helaas hebben de brancheverenigingen zich niet gecommitteerd aan dit kwaliteitskader. Waarom denkt de regering dat de brancheverenigingen hierover nu wel in gesprek zullen gaan? Welke signalen heeft de regering hierover ontvangen? Dit zou betekenen dat er opnieuw een breed veldoverleg tot stand moet komen over de inhoud van de cvp. Is de regering het met deze leden eens dat dit juist een belemmering kan vormen voor de rechtsbescherming van de cvp? Graag krijgen zij hierop een toelichting.

De leden van de SP-fractie vragen zich af of deze onzekerheid niet juist kan worden weggenomen door een wettelijke borging en of het brede veldoverleg niet beter kan worden ingezet om de partijen goed voor te lichten. Zij begrijpen dat hier reeds in maart 2020 met het ministerie over gesproken is, maar dat er toen geen invulling aan is gegeven. Welke overwegingen lagen aan dat besluit ten grondslag?

Welke mogelijkheden ziet de regering om dit proces te versnellen en niet te wachten op de wetsevaluatie, die nog jaren op zich kan laten wachten? De opdracht van de cvp is immers al ontwikkeld en een nieuwe discussie hierover zou de positie van de cvp verder kunnen verzwakken. Welke stappen wil de regering zetten om dit te voorkomen? De leden van de fractie van de SP bespeuren een afhoudende houding van de regering op dit terrein en dat baart hen zorgen.

De regering geeft meerdere keren aan dat de cvp Wzd aan de bel kan trekken bij de IGJ als er belemmeringen in het functioneren ontstaan. De leden van de SP-fractie begrijpen echter dat juist omdat het kwaliteitskader cvp Wzd niet wettelijk geborgd is, er niet gesignaleerd kan worden door de cvp Wzd, bijvoorbeeld als proactief locatiebezoek door de cvp Wzd belemmerd wordt door een zorgaanbieder. Een signalering moet namelijk altijd om een tekortkoming in het cliëntenrecht gaan. De IGJ heeft in gesprek met de cvp-aanbieders en de landelijke faciliteit cvp (LFCVP) aangegeven te kijken naar de wet als zij een signalering binnenkrijgt. Vanuit het gebrek aan wettelijke borging van het kwaliteitskader cvp Wzd kan er dus vanuit de cvp Wzd nu niet gesignaleerd worden over bijvoorbeeld belemmering van toegang door een zorgaanbieder ten aanzien van proactieve locatiebezoeken in de directe zorgomgeving. Is de regering het met deze leden eens dat dit een belangrijk knelpunt is? Zo ja, welke oplossingen ziet zij voor zich?

Daarnaast blijven de leden van de SP-fractie zorgen houden over de verschillen in rechtsbescherming, vanwege het feit dat mensen die niet het vermogen hebben zelf een melding te doen en in locaties wonen waarvan zorgaanbieders zich onvoldoende bewust zijn van het feit dat er onvrijwillige zorg plaatsvindt. Is de regering het met deze leden eens dat hier een ongelijkwaardige situatie kan ontstaan? Zou niet juist deze groep kwetsbare mensen toegang moeten hebben tot de cvp, zoals in het kwaliteitskader cvp Wzd staat omschreven?

De leden van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport zien de antwoorden met belangstelling tegemoet en ontvangen deze graag uiterlijk 10 september 2021.

De voorzitter van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, Adriaansens

De griffier van de vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Boer


X Noot
1

Samenstelling:

Ganzevoort (GL), Gerkens (SP), Van Dijk (SGP), Van Hattem (PVV), Oomen-Ruijten (CDA), Rombouts (CDA), Bredenoord (D66), Koole (PvdA), De Bruijn-Wezeman (VVD), Baay-Timmerman (50PLUS), A.J.M. van Kesteren (PVV), Adriaansens (VVD) (voorzitter), Van der Burg (VVD), Dessing (FVD), Van Gurp (GL), Prast (PvdD), Van Pareren (Fractie-Nanninga) (ondervoorzitter), Prins (CDA), Vendrik (GL), Verkerk (CU), De Vries (Fractie-Otten), Van der Voort (D66), Keunen (VVD), Hermans (Fractie-Nanninga), Raven (OSF), Karakus (PvdA).

X Noot
2

Kamerstukken I 2020/21, 35 667, C.

X Noot
4

Beroepsvereniging Vertrouwenspersonen Zorg.

Naar boven