Hieronder zijn opgenomen het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State
d.d. 25 november 2020 en het nader rapport d.d. 3 december 2020, aangeboden aan de
Koning door de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens
de ministers voor Medische Zorg en voor Rechtsbescherming. Het advies van de Afdeling
advisering van de Raad van State is cursief afgedrukt.
Bij Kabinetsmissive van 21 oktober 2020, no.2020002135, heeft Uwe Majesteit, op voordracht
van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Minister
voor Medische Zorg en de Minister voor Rechtsbescherming, bij de Afdeling advisering
van de Raad van State ter overweging aanhangig gemaakt het voorstel van wet tot wijziging
van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg en de Wet zorg en dwang psychogeriatrische
en verstandelijk gehandicapte cliënten teneinde technische onvolkomenheden en omissies
te herstellen, met memorie van toelichting.
De Afdeling advisering van de Raad van State heeft geen opmerkingen bij het voorstel
en adviseert het voorstel bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal in te dienen.
Gelet op artikel 26, zesde lid jo vijfde lid, van de Wet op de Raad van State, adviseert
de Afdeling dit advies openbaar te maken.
De vice-president van de Raad van State,
Th. C. de Graaf
Blijkens de mededeling van de Directeur van Uw Kabinet van 21 oktober 2020, no. 2020002135,
machtigde Uwe Majesteit de Afdeling advisering van de Raad van State haar advies inzake
het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies,
gedateerd 25 november 2020, no. W13.20.0374/III, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel van wet geeft de Afdeling advisering van de Raad van State geen aanleiding
tot het maken van inhoudelijke opmerkingen. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt
om enkele redactionele verbeteringen in het wetsvoorstel en de memorie van toelichting
aan te brengen.
Ik moge U, mede namens de Minister voor Medische Zorg en de Minister voor Rechtsbescherming,
verzoeken het hierbij gevoegde voorstel van wet en de memorie van toelichting aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
P. Blokhuis