35 626 Wijziging van de Wet milieubeheer in verband met de implementatie van Richtlijn (EU) 2018/2001 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en ter uitvoering van het Klimaatakkoord

H BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 maart 2024

In het systeem Energie Vervoer hebben brandstofleveranciers aan de wegsector de verplichting om hernieuwbare energie te leveren. Brandstofleveranciers kunnen daaraan voldoen door credits in te leveren, die ontstaan wanneer hernieuwbare energie wordt geleverd. Ook leveringen van hernieuwbare energie aan de zeevaart- en luchtvaartsectoren kunnen tot zo’n credit leiden. Dit noemen we een opt-in.

In 2021 is aan de Kamer toegezegd (toezegging nr. T03203) om in 2023 te bezien of de opt-in moet voortbestaan. Inmiddels kan ik uw Kamer informeren dat de opt-in zal eindigen.

Vanaf 2026 wordt het systeem Energie Vervoer hervormd als gevolg van de implementatie van de herziene richtlijn hernieuwbare energie (RED-III). Vanaf dat moment zullen brandstofleveranciers aan de zeevaartsector respectievelijk de luchtvaartsector zelf een jaarverplichting krijgen. De credits die ontstaan bij leveringen aan deze sectoren kunnen dan worden ingezet in die sectoren, maar niet in de wegsector. Op die manier borg ik dat alle modaliteiten verduurzamen en voor hun eigen verduurzaming betalen.

Eind april stuurde ik aan de voorzitter van de Tweede Kamer een voortgangsbrief met Kamerstuknummer 32 813, nr. 1813. Daarin treft u meer details over de voorgenomen hervormingen.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen

Naar boven